1440 AKDOG 654
Archief Kommanderij Gemert van de Duitse Orde inventaris nummer 654, regest 255, dd 24-5-1440
Transcriptie Jan Timmers
Heyn, Jan en Ansem, kinderen van Heyn van der Heze alias van Vinkel verklaren dat zij voor de helft betaald zijn door Goyart van Wermt, de rentmeester van Gemert, voor de koop van 11 mud rogge uit het goed Ten Boer
Wy, Dirc die Smyt, Geret Roelofs soen, Henric vander Hostat, Henric Arts soen, Bernyr Willems soen, Willem vander Oesterbraken ende Jan Voderart scepenen in Gemert tugen in desen openen brifve dat voer ons comen syn Heyn, Jan ende Ansem wittych kinder Heynen vander Heze diemen heyt van Vinkel hebben gekent ende gelijdt dat sy wael vernuucht ende betaelt sijn van Goyarden van Wermt rentmeester tot Gemert vander helft van alle alsulken heelre summen gels ofte penninge als Goyard vorsz Heynen, Jannen ende Ansemen vorsz geloeft mach hebben te weten als vanden elleve mudden rogghen die Goyard vorsz ghecoeft ende vercregen heeft tegen Heynen, Jannen ende Ansemen vorsz uutten goede Ten Boer met scepenen bryfven vanden Bossche gelykerwys ende nae inhaut scepenen brytven van Den Bosch die daer af volcomelyc begrypen ende in hauende ende wy Heyn, Jan ende Ansem vorsz scellen Goyarden vorsz vander helft vander heelre summe vorsz daer af quit tot ewege dagen ende Heyn, Jan ende Ansem hebben gesamenderhant op die helft vertegen ghelenende voert dat vertyen vorsz voer hen en voer hen erfgenamen ewelyc vast ende stedich te houden sonder ennich wederseggen eest als sy seden sonder argelyst. Bezegelt metten zegel ons gemenen scependoms van Gemert int jaer ons heren dusent vijrhondert ende vijrtych des vyrentwintychten dage in mey.
Op de achterzijde:
Goyard die rentmester