Nationaal Archief, Archief Raad van State, inv. nr. 44, dd. 3 sept. 1627
Nationaal Archief, Archief Raad van State, inv. nr. 44, dd. 3 sept. 1627
Transcriptie Ad Otten
Hernieuwde vraag om advies aan de Raad van Brabant door Constantijn Huijgens, secretaris van de Raad van State, aangaande de heerlijkheid Gemert. De vraag wordt opnieuw gesteld na een eerste advies hierover (zie brief 21-1-1627) en naar aanleiding van een gevraagd advies van de Raad van Holland en Westfriesland van 30-8-1627, waarin wordt gesteld dat de Hollandse Commanderijen van Haarlem en Maasland net als andere plaatsen bijdragen in de verponding en andere belastingen en waarom zou voor Gemert iets anders gelden.
Recepta et lecta 3 september 1627; aengaende de heerlijckheijt van Gemert
Edelen eerentvesten hoochgeleerden wijsen discreten onsen besonderen goeden vrunden, d’eerste en andere Raden van Brabandt residerende in sGravenhage
Edele eerentveste hoochgeleerde wijse discrete besondere goede vrunden. Eenigen tijdt geleden hebben wij advijs van U: E: gehadt opte sake van die van Ghemert. Sedert sijn verscheijden deliberatien hierop gevallen. Eijndtlijck oock becomen hebbende een advijs vande heeren gecommitteerde Raden van Hollandt en Westvrieslandt, soo tselve hier neffens gaet, hebben wij nu goet gevonden daerop andermael te verstaen U: E: advijs ende namentlijck dewijle de Commanderien van Haerlem, Maeslandt ende andere, soo wel in de verpondinge ende andere provintiale lasten contribueren als andere landen. Oft Ghemert ende andere plaetsen van Brabandt ten platten lande, meer als de voorschreven commanderijen ende plaetsen in Hollandt behooren vrij te sijn. Wij versoecken U:E: ons hierop te willen berichten metten eersten.
Edele eerentveste hoochgeleerde wijse discrete besondere goede vrunden; Onse heere Godt houde U: E: in sijne heijlige protectie; In sGravenhage den 30sten Augusti 1627
U: L: Goede Vrunden
Die Raden van State der Vereenichde Nederlanden, Ter ordonnnantie vander selve