Heemkaffee over ’t Gasthuis

Op zondag 14 oktober heeft oud-huisarts Frans Suijs een lezing gehouden over de eerste groepspraktijk van huisartsen in Gemert ’t Gasthuis aan de Komweg. Toen hij daartoe het initiatief nam in 1976 was het een nieuw fenomeen. Frans vond al meteen een compagnon in de persoon van huisarts Ad Fraza, die ook op de heemkamer aanwezig was. Samen hebben ze het huisartsencentrum, hun droom, vorm gegeven.

Toen het vroegere gasthuis in de Nieuwstraat in de jaren 1973-1974 leegkwam en werd gesloopt, lag daar jaren het zogenaamde Gat van Gemert. De gemeente, die de komst van de groepspraktijk lang tegenhield, vond uiteindelijk dat ’t Gasthuis van de huisartsen daar maar moest komen. Architect Bekkers en aannemer Hendriks hebben het toen gerealiseerd.

Nu ruim 40 jaar later is de groepspraktijk ’t Gasthuis verplaatst naar de Vicaris van Asdonckstraat en onlangs officieel geopend. Nadat Frans Suijs de geschiedenis van de groepspraktijk had verteld, volgden nog diverse leuke anekdotes van beide voormalige huisartsen over hun werkervaringen en de grote veranderingen die zij in hun beroep hebben meegemaakt.
Het was een boeiende ochtend waarop veel is gelachen.

Reactie op kasteelplannen

Reactie heemkundekring op kasteelplannen

De heemkundekring waardeert het zeer dat Bas van de Laar miljoenen investeert om het kasteel een nieuwe toekomst te geven. De heemkundekring kan ook veel waardering opbrengen voor het feit dat het college van  B&W op basis van de ingebrachte adviezen geen vrij baan geeft aan zijn ontwikkeldrang. We hebben de plannen evenals de reactie van B&W bekeken, uiteraard vanuit cultuur-historisch gezichtspunt.

We vinden dat het hele gebied verkeersluw moet blijven. Te verwachten verkeersbewegingen en het parkeren zijn nog niet in kaart gebracht. Om straks geforceerde oplossingen te voorkomen, vragen wij de gemeenteraad bij elk acceptabel bouwonderdeel een slag om de arm houden. Immers ongewenste verkeersgevolgen kunnen een plan onaanvaardbaar maken.

Als we de plannen punt voor punt bekijken, komt de heemkundekring tot de volgende reacties.

  1. De heemkundekring is verheugd dat het college woningbouw op Hopveld
  2. Het doet ons deugd dat parkeren ten westen van de ommuurde tuin ook volgens het college niet mogelijk is.
  3. De heemkundekring ziet liever geen aanbouw aan het poortgebouw en zeker niet om die te bewonen. Ons definitief oordeel hangt af van een onderzoek naar de effecten van ‘bescheiden’ vleugels aan het poortgebouw.
  4. Over de Jezuïetenvleugel staat in het Erfgoedkader (advies aan B&W) dat aanpassingen binnen de bestaande hoofdvorm dienen te blijven. De heemkundekring blijft vinden dat verbreding naar het binnenplein met vier etages veel te fors is. De Jezuïetenvleugel moet ondergeschikt blijven aan de hoofdburcht.
  5. De heemkundekring vindt net als het college dat de kapel weg mag en is akkoord met de vervangende nieuwbouw.
  6. De heemkundekring juicht sloop van de refter toe. Eventueel vervangende nieuwbouw echter niet, omdat we de zichtlijnen vanaf het Ridderplein naar de binnenplaats en de Donjon, zoals die eeuwenlang zijn geweest, positief waarderen.
  7. De heemkundekring constateert dat het college de verbinding met het Ridderplein in strijd met de adviezen toch geschikt wil maken voor professionele bevoorrading en hulpdiensten. Zo’n forse verbinding lijkt ons een slecht idee. Een voetgangersbrug alleen over de binnengracht tussen voorburcht en hoofdburcht is voor ons acceptabel. Om vanuit het Ridderplein over de buitengracht te komen kan een voetgangersbrug bij de pastorie worden gemaakt.
  8. De heemkundekring ziet het liefst dat de ommuurde tuin onbebouwd blijft. De bescheiden bebouwing die volgens het college mogelijk zou moeten zijn, dient eerst uitgewerkt te worden voor we daarover een standpunt kunnen innemen. 
  9. Volgens het college is een traditionele woonfunctie in het bomencarré (sportveld) niet denkbaar. De heemkundekring vindt daar geen enkele woonfunctie denkbaar. Een klein paviljoen ten behoeve van wandelaars en bezoekers van evenementen in de kasteeltuin eventueel wel, maar dan denken we dus aan hooguit één bovengrondse bouwlaag.
  10. Bouwen op de locatie De Haag wijst de heemkundekring af. Dit gebied moet vanwege het historisch open karakter zo blijven en niet bebouwd worden. De provincie wil bebouwing alleen toestaan als een duidelijke relatie (d.w.z. niet alleen financieel) gelegd wordt met het kasteelcomplex. Zo’n relatie is letterlijk en figuurlijk te ver gezocht.
  11. We zijn heel blij met het collegestandpunt dat bebouwing van de landerijen niet mogelijk is.

 

Harry Slits,
Heemkundekring De Kommanderij Gemert
Gemert, 5 oktober 2018

Oudenbosch en Breda

Op 29 september 2018 vond de jaarlijkse Martin-Breeuwerexcursie plaats. Dit jaar bezochten ruim vijftig leden van heemkundekring Kommanderij Gemert de West-Brabantse plaatsen Oudenbosch en Breda. In Oudenbosch werden de deelnemers eerst getrakteerd op warme koffie of thee met een koel stuk appelgebak. Daarna stonden twee gidsen klaar om het gezelschap rond te leiden door de basiliek toegewijd aan St. Agatha en St. Barbara en gebouwd tussen 1865 en 1892. De kerk is een kleine kopie van de Sint-Pieter in Vaticaanstad. De voorgevel, gebouwd onder supervisie van de uit Gemert afkomstige pastoor Hugo Rovers, is gebaseerd op die van de kerk van Sint-Jan van Lateranen in Rome.

In Breda bezocht onze kring uiteraard de Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk in de 15e eeuw gebouwd door de Nassaus. Daar in de Prinsenkapel liggen voorvaderen van de koninklijke familie begraven. Deze gotische kerk is sinds 1637 protestants.

Daarna volgde een bezichtiging van het Bredase Begijnhof bestaande uit huisjes rondom een kruidentuin en een kapel. Begijnen wonen er niet meer. Nu kunnen onder bepaalde voorwaarden alleenstaande vrouwen een huisje huren.

Tenslotte bracht de Gemertse heemkundekring een bezoek aan het kasteel van Breda, nu Koninklijke Militaire Academie een militaire universiteit. De geschiedenis van het kasteel is nauw verbonden met de familie Van Oranje-Nassau. Koning Willem I stelde het in 1826 beschikbaar voor de opleiding van officieren.