Lezing: Van Romeinse paardenbel via luidklok naar speelklok
Een lezing door Willy van Vlerken over de geschiedenis van de kerkklok, waar we van de Romeinse paardenbel via de sonore klanken, die met slagen het uur aankondigen, naar de speelklokken gaan die al honderden jaren de tijd laten zingen. In deze lezing extra aandacht voor de klokkenvordering tijdens de Tweede Wereldoorlog.Oorlogen vormden steeds opnieuw een grote bedreiging voor kerkklokken. Bij elk groot gewapend conflict liepen ze het risico te worden omgesmolten voor de wapenindustrie
Plaats: Boerenbondsmuseum, Pandelaar 106
Aanvang: 20:00 uur
Toegang: gratis, consumpties voor eigen rekening
Heemavonden worden voortgezet
Heemavond over genealogie op woensdag 30 oktober 2019.
Velen van u zijn bezig met familie onderzoek of willen er aan beginnen.
In onze Heemkamer kunt u gebruik maken van onze computers of uw eigen laptop meebrengen om gegevens op te zoeken, onze vrijwilligers helpen u hier graag bij.
Ook kunt u een schat aan informatie vinden in onze bibliotheek de vaktijdschriften en andere informatiedragers.
En heel belangrijk met elkaar weten we meer dan u of ik alleen.
Het delen van kennis onder het genot van een kop koffie of thee.
Het leggen van contacten van heden naar verleden en toekomst.
Uw geschiedenis kan rijker zijn en worden met nieuw te verwerven kennis.
U bent van harte welkom in onze Heemkamer in de Latijnse school aan de Ruijschenberghstraat 3 B te Gemert.
datum: 30 oktober
tijd:20.00 tot 22.00 uur
Op weg met het Heemkaffee
In plaats van de aangekondigde bijeenkomst van het Heemcafé over Erfgoedgeowiki van Jan Timmers op zondag 13 oktober gaan we deze keer naar buiten. We gaan wandelen over oude zandwegen. De heemkundekring heeft dit jaar meerdere activiteiten georganiseerd rond het thema zandpaden, dat door de Brabantse Hoeders in heel Brabant is geïnitieerd. De fototentoonstelling in de hal van het gemeentehuis met foto’s van de fotowedstrijd is nog steeds te bezoeken. In Gemerts Heem verscheen een artikel over oude, prehistorische zandwegen in onze gemeente. En op 13 oktober gaan we een paar van die historische zandpaden bezoeken. We wandelen over de Oude Helmondseweg, de voormalige Beekse Peeldijk en de Oude Bakelseweg. Tijdens de wandeling zal Jan Timmers niet alleen vertellen over de geschiedenis van die wegen, maar ook over de historie van het landschap waar die wegen doorheen lopen. De wandeling is zo ongeveer 5 km lang en goed schoeisel is aan te bevelen.
We starten om 11.00 uur bij het Hagelkruis op de hoek van Oudestraat, Boekent en Kromstraat.
In Memoriam Peter Lathouwers
Op 13 mei 2019 is totaal onverwachts Peter Lathouwers overleden. De geboren en getogen Handelnaar is 64 jaar geworden.
Ad Otten schreef een mooi In Memoriam
Iedereen neem ik graag even mee terug naar 1977. Bestuursverkiezing bij de Gemertse heemkundekring, bekend gebleven als een paleisrevolutie en een coup van vier jongeren. Eén van hen was Peter Lathouwers, 22 jaar. Een uitzonderlijke leeftijd als bestuurslid van een vereniging die voor de overgrote meerderheid bestond uit ouderen. Ik was veruit de oudste van de nieuwe garde en het is me altijd bijgebleven hoe Peter zich schaarde aan de sterk verjongde bestuurstafel. “Wat kan ik doen?” (en) “Zég ’t mar!”
Woorden die, na zo’n 42 jaar,hem zijn blijven tekenen als doener. Als ’n gróte doener. Peter werd de nieuwe penningmeester, ‘d’nbèèlhaawer’ heet dat in ’t Gímmers mar zelf koos hij voor ‘de lathaawer’. In die functie was hij betrokken bij alle activiteiten. De meeste waren nieuw. Werkgroepen, praatavonden, boekuitgaven, cursussen, samenwerking met het gemeentearchief, tentoonstellingen, huur en inrichting van een ‘thuis’ in de Latijnse School, en niet te vergeten het eigen Hándels onderzoek.
In een paar jaar tijd verzamelde hij ook álle krantenberichten van 1880 tot en met 1900 over Gemert en de kerkdorpen. Een selectie is uitgegeven onder de titel Gemerts Nieuws. Hij startte ook een nieuwe uitgavenreeks Gemert-in-beeld met oude prenten van – let op de volgorde – Handel, Mortel, Elsendorp, Gemert. Mét Peter van den Elsen schreef hij de Geschiedenis Lager Onderwijs in Handel en met dezelfde Peter in 1982 bij gelegenheid van een groot gildenfestijn ‘Dor hedde de Skut’. Een bijzonder en betrouwbaar handboek over de oudste verenigingen van Gemert. Elke schut kan zich daarin spiegelen.
Na zes jaar penningmeester/lathaawer wordt Peter voorzitter van de heemkundekring en blijft dat twaalf jaar (1995). En de kring bleef groeien: in leden, in boekuitgaven en in activiteit. Voor Handel staat Peter in de heemkundekring óp, voor een stichting tot behoud van de Handelse keskes. Alle beelden waren onthoofd. Zonder hem (en Ton Grassens)hadden we geen Keskesdijk van Gemert naar Handel meer gehad. En… zouden we zonder Peter nog dát van Gemertse makelij zijnde 17de-eeuwse orgel hebben gehad? Peter zorgde ook voor de juiste beschildering van dát wapenbord dáár van de toenmalige Vorst van Gemert, financier van ’n orgelrestauratie tweede helft 18de eeuw. Wist u dat landcommandeur Casper Van der Heijden de Belderbusch, premier was van het Keurvorstendom Keulen? Jahaa, dat was ok gin kleine jongen. Peter en ik hebben ‘m goed gekend…
Intussen ben ik amper halfweg Peters’ inzet voor historisch en cultureel erfgoed van Handel en de rest van Gemert. Ik moet heel veel overslaan. Twee dingen moeten me nog van ‘t hart.
EEN: Nauwelijks ‘n week geleden stuurde Peter een mailtje met in Lübeck gemaakte foto’s van een eeuwenoud pand met op de zijgevel ’n fraai wapenbord van de Duitse Ridders en in grote letters de datering “Um 1220”. Te gekke vondst! Dat is ‘t jaar dat de Orde ook in Handel de Commanderij vestigt, die twee eeuwen later naar Gemert gaat.En dan komt meteen ok in me op: ’n stralende Peter met geheven vinger “Op Hándel is álles begonnen!”
TOT BESLUIT breng ik in memorie zijn zo prachtig vormgegeven “In eeren ende oirbaer Onser Vrouwe te Haenle – Kerk en bedevaart Handel” uit 2005. Ik heb ’t altijd genoemd de museumgids van alle Schatten van Handel. Greetje, Peter junior, Martijn, hij noemt jullie op de eerste pagina met dank voor alle geduld. Bij die dank van een bijzondere en sterke steunpilaar, ook voor ons, sluit ik me namens de heemkundekring heel graag aan.
Ad Otten
Hoe de Tweede Wereldoorlog ons voorgoed veranderde
Verhaal Lokaal Woensdag 11 september
Zorgcentrum Ruijschenbergh | Julianastraat 2 | Gemert 14.00 – 16.00 uur
‘Hebben wij iets geleerd?’
De Tweede Wereldoorlog was een van de grootste catastrofes in de geschiedenis van de mensheid. Hoe hebben deze verschrikkelijke ervaringen, en de herinnering eraan, ons leven beïnvloed? De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog is in Nederland springlevend. Meer dan andere tijdvakken uit de geschiedenis heeft ‘de oorlog’ aantrekkingskracht op verschillende generaties. De onverminderde belangstelling voor herdenkingsmanifestaties, musea, films, musicals en theatervoorstellingen moge hiervan getuigen. Niettemin is deze aanwezigheid van de Tweede Wereldoorlog in ons collectief geheugen niet vanzelfsprekend. Herinneringen aan en lessen van de oorlog worden doorgegeven via het onderwijs, herdenkingen, musea en herinneringsinstellingen. In Gemert gaan we in het jaar van 75-jaar bevrijding aan de hand van tal van individuele verhalen vertellen hoe gewone mensen zich staande hielden in de naoorlogse wereld. Hoe is de wereld veranderd? En hebben wij hier iets van geleerd?
TOEGANG GRATIS
Op deze middag mag je je foto’s en spullen meenemen om te laten zien aan de andere mensen.
Het belooft een indrukwekkende middag te worden!
In Memoriam Ruud Wildekamp
In memoriam
Ruud Wildekamp
GEMERT – Zo zit je nog met Ruud op het Ridderplein de gijzeling van mei 1940 te bespreken, zo praat je nog met Ruud over de publicatie van zijn boek, en plotsklaps… Ruud Wildekamp is op zondag 18 augustus 2019 op 74-jarige leeftijd overleden.
Eén ding is zeker: die ruim vierenzeventig jaar vormen bepaald geen saai leven. Het begon al met Ruuds geboorte. Die vond plaats in de kerk van Putten, omdat zijn ouders – moeder was hoogzwanger – vanwege de slag om Arnhem werden geëvacueerd. De jeugd van Ruud verliep ook niet alledaags. Vader was opzichter in de dierentuin van Rhenen en daarom woonde het gezin Wildekamp in de dienstwoning, midden tussen de dieren. Later toonde Ruud op verzoek zijn gehavende voet: een leeuw had geprobeerd de jonge Ruud aan diens voet door de tralies naar binnen te trekken.
Ruud ging in dienst, werd beroepsmilitair op vliegbasis Volkel, sleutelde aan de radarsystemen en werd, vanwege zijn grote kennis over dieren, gevraagd om de vogels nabij de startbanen op zowel Volkel als vliegbasis De Peel effectief te verjagen. Zo werd hij bekleed met het edele ambt van – zoals hij het zelf noemde – Rijksvogelverschrikker.
Maar Ruud had ook wat met vissen. Hij werd uitgenodigd voor een anti-malariaproject in Afrika. Hij zou daar, in de buurt van de evenaar, een nieuwe vissoort kweken die maar één onverzadigbare passie had: het eten van muggenlarven. Het werd een succes. Twee van die nieuwbakken vistypes werden naar Ruud genoemd. Er bestaat een Ruud Wildekampivis!
Luchtmachtuitzendingen naar Italië en Turkije en het geven van lezingen tot aan gene zijde van de Atlantische Oceaan toe – inderdaad, over de Wildekampi – completeren de reisverhalen.
Eenmaal in rustiger en huiselijker vaarwater stortte Ruud zich op de bestudering van de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, met name zoals die zich in onze regio afspeelde. Sindsdien was hij een vaste bezoeker van het gemeentearchief. Elke woensdag hield hij er zitting, want de mare van zijn kennis verspreidde zich en hij werd een vraagbaak voor velen. Hield je hem een heel klein brokje vliegtuig voor, dan wist Ruud: dit is een Spitfire, of een Lancaster. Bij een iets groter brokje noemde hij, bij wijze van spreken, tevens het serienummer.
Intussen hield Ruud ook nog, samen met anderen, de Traditiekamer Typhoon op de vliegbasis open, gaf hij drukbezochte lezingen, nu niet meer over vissen, maar over de oorlog, zat in een werkgroep die alle tijdens de oorlog neergestorte vliegtuigen in kaart bracht, en hij was een van de samenstellers van de lijst van alle oorlogsslachtoffers en slachtoffers van oorlog met een relatie tot Gemert-Bakel, die waar ook ter wereld het leven lieten.
Een welbesteed leven! Maar dat leven had wat ons betreft langer, veel langer mogen duren. Want wat zullen we Ruud missen! We wensen Ine, de kinderen en verdere familieleden sterkte. En Ruud, je boek komt in september uit. Zeker weten!
GH- 2018-01 Van Rochushuis tot Hyteps
Elisabethplaats 30 in Gemert (1848-2017)
Simon van Wetten
Er is een prachtig buukske uitgekomen, geschreven door Ad Otten en Jeanine Peeters, geredigeerd door Rob de Haas. Uitgangspunt is het Rochushuis, dat u nog kent als de Wereldwinkel. Ooit maakte dat Rochushuis deel uit van het Gasthuiscomplex aan de Nieuwstraat, de markante rij van gebouwen met – ter hoogte van het kruispunt met de Ruijschenberghstraat- Virmundtstraat – de uit de rooilijn weglopende straatwand. Heel lang is het straatbeeld in het centrum van het dorp gedomineerd door dit monumentale geheel. Eeuwig zonde dat het aan de sloophamer ten prooi is gevallen. Zo niet het Rochushuis. Het staat er nog steeds en is recentelijk gekocht door Jorlan Peeters, die er zijn high-tech bedrijf HyTEPS in heeft gevestigd.
In het boekje vormt het Rochushuis weliswaar de draaicirkel, maar in die draaiing passeren we het Oudemannenhuis van Maria Lievens, zijn we in 1874 aanwezig bij de eerste steenlegging van het Gasthuis, en we wonen het aangaan van een overeenkomst bij tussen het Armbestuur en de “Vereeniging van Vrouwen”, waardoor de zusters Franciscanessen uit het klooster Nazareth zich gaan bemoeien met de verzorging van oude mannen, vrouwen en andere hulpbehoevenden. De uitbreiding van het Gasthuis met “Het Hoedje” leidt naar de volgende stap: de bouw van het Rochushuis in 1905-1906. Vervolgens wordt het straatbeeld ook nog verrijkt met een kapel en in de nis wordt een prachtig beeld van Elisabeth van Thuringen geplaatst. Vele jaren ziet zij neer op de bedrijvigheid in de Nieuwstraat, niet uit hooghartigheid, maar puur standplaatsgebonden. Sinds haar komst spreken de Gemertenaren, mits zij niet teveel haast hebben, ook wel van het R.K. Sint-Elisabethgasthuis. De auteurs leiden ons niet alleen door de Gemertse straat en door de gebouwen van het Gasthuis, zij leiden ons ook door ruim anderhalve eeuw Gemerts wel en wee, vooral het wel en wee van de ouden van dagen. Pastoor Poell maakt zijn opwachting. Hij vindt dat het Sint-Elisabethgasthuis dient uit te groeien tot een echt ziekenhuis. Hij regelt een operatiekamerfonds, en na flink wat verbouwingen en aanpassingen is er vanaf 1935 sprake van een Ziekenhuis van Gemert met een polikliniek, een kraamkliniek en een verpleeghuis.
Terug naar het Rochushuis: daar wordt in een kamer een mortuarium gerealiseerd, want ondanks de aanwezigheid van een ziekenhuis gaan er toch Gemertenaren dood. Na de oorlog huurt het Wit-Gele Kruis het gebouw van het Armbestuur en richt het in als wijkgebouw. Intussen rijgen de kostelijke anekdotes zich aaneen. De schurftbestrijding, de “duizend baby’s van tegenover”, de verhuisperikelen bij het betrekken van het nieuwe bejaardenhuis aan de Kapelaanstraat in 1970, de wonderlijke tocht van het beeld van Sint Elisabeth, de komst van de gemeentelijke afdeling “Sociale Zaken” naar het Rochushuis, de open zandvlakte midden in het dorp, ontstaan na de betreurde sloop van het Gasthuis, weekblad “De Streek” dat Sociale Zaken in het Rochushuis opvolgt, de leden van jeugdsoos Dixie die de zolder bevolken en uiteindelijk de komst van de Wereldwinkel, die er een op het lijf geschreven onderkomen vindt.
“Van Rochushuis tot Hyteps” biedt je de mogelijkheid om, cirkelend in en om het gebied tussen Nieuwstraat, Haageik, Haag en Ruijschenberghstraat, een afgebakend stukje Gemert van nog niet zo lang geleden te verkennen. Desalniettemin betreed je bij het lezen een andere wereld. Want het Gemert van weleer is niet het Gemert van nu. Gelukkig hebben we, bij de vraag hoe het ook alweer was, een steun- en herkenningspunt dankzij het Rochushuis. Én we hebben nu dit fraaie boekje. Ik zou het kopen en koesteren, als ik u was.
Het boekje Van Rochushuis tot Hyteps” is voor €7,50 te koop op de Heemkamer of bij het gemeentearchief.
GH-2018-01-Van-Rochushuis-tot-Hyteps.pdfVliegtuigcrashes en noodlandingen in WO II in de gemeente Gemert-Bakel
Op 22 september 2019 presenteert Simon van Wetten tijdens een lezing in het Boerenbondmuseum het nieuwste boek van Ruud Wildekamp over vliegtuigcrashes en noodlandingen in WOI in de gemeente Gemert-Bakel. Ruud was bijzonder trots op zijn boek. Helaas heeft hij het drukproces – het mooiste onderdeel van de totstandkoming van een boek maken – niet mogen meemaken. Hij is jongstleden zondag 18 augustus op 74-jarige leeftijd overleden.
Het boek omvat 160 pagina’s en ruim 200 foto’s waarvan velen in kleur. Het is een gezamenlijke uitgave van de heemkundekringen Gemert, Bakel-Milheeze en De Rips. Het boek is geschreven door Ruud Wildekamp met zijn werkgroep en is in totaal de 5e uitgave over vliegtuigcrashes in de regio. Naast de crashes zijn vele verhalen rondom deze crashes van Gemertse mensen opgetekend. Prijs bij voorintekening € 15,00, in de vrije verkoop € 18,00. Voorintekening kan ook middels een mail naar brievenbus@heemkundekringgemert.nl .
GH-1983-01 Over twee tuitpotten en een afvalkuil
Jan Tinmers
Tijdens het schoonnaken van een van de twee kelders in de verbouwde boerderi j De Brauwe Kei werden scherven aangetroffen van een geglazuurde pot van rood aardewerk De scherven bleken afkonstig van een zogenaamde tuitpot 1) die in de keldervloer ingemetseld was om dienst te doen als schrobpot. De pot was vastgezet met behulp van kalkmortel, terwijl de rest van de keldervloer bestaat uit bakstenen die zonder mortel op het gele zand liggen. Alleen scherven van de bodem van de pot en van de zijde die tegen de muur van de kelder zat, zíjn overgebleven, de rest is verdwenen, naar alle waarschijnlijkheid tijdens het leeghalen van de kelder, die jarenlang dienst deed als opslagplaats voor aardappelen en later steenkool. Gezien de beschadigingen met name aan de de ontlerkant van de pot kan gekonkludeerd worden dat de pot al diverse jaren in gebruik was voordat hij als schrobpot werd begraven.
Hoe oud is deze pot nu? We verkeren in de gelukkige omstandigheid dat in 198o te Nijmegen een soortgelijke pot werd aangetroffen (1), die gedateerd werd in de tweede helft van de 17e eeuw. De breedte van de pot uit Niimegen bedraagt 26,1 cm.. De pot uit De Blauwe Kei is groter (breedte ca’ 33 cm). Beide potten zijn aan de binnenzijde voorzien van lood-glazuur. Aan de buitenzijde is dit alleen het geval met het bovenste gedeelte waar bovendien gele slibversiering is aangebracht. Gezien de overeenkomst tussen de twee potten lijkt het gerechtvaardigd onze pot eveneens te dateren in de tweede helft van de 17e eeuw, eventueel iets vroeger of later. De bouw van De Blauwe Kei wordt in het algemeen geplaatst in het jaar 1734, omdat muurankers in de topgevel dat jaartal aangeven. Nu zeggen muurankers in verband met het bouwjaar ook niet alles, máar de vondst van de tuitpot maakt dit jaartal toch een stuk zekerder. De tuitpot is dan waarschijnlijk te dateren in het eerste kwart van de 18de eeuw.
ToevalligerwiF werd er onlangs in Genert nog een tweêde tuit_pot aangetroffen, die qua vorn en versiering grote gelijkenisvertoont met de al genoenden (fig. 2). Alleàn het bovenstegedeelte is g€vonden en de breedte bedraagt ca. 26 cn. Dezetuitpotrof liever fragrnenten ervan, rnaaktei deel uit van eenveel groter aantal scherven die de heenkundekring onlangskreeg aangeboden van Willen Vos. Willen verzanelde de scher_ven uit het zand dat afkomstig was uit een sleuf die werk_nemers van de pNEM aan het graven waren in de Haag. Hij heeftalleen de Íneest in het oog springende scherven opgeraaptover een afstand van 2 à 3 neter. Het aantal scherven is àogroot dat Ínet zekerheid gesproken kan worden van eên afval_\11] waar de sleuf blilkbaar dwars doorheen gegaan is. Hope_lijk rr’or dt ons in de toekonst de rnogelijkhàià geboden orn derest van de afvalput aan een nader onderáoek te onderwerpen.li8, 1 tuitpot uit Dê Blaure Kêi.
Het materiaal voor zover het nu voorhanden is, is te fragmentarisch om het te reconstrueren en te dateren, maar het lijkt op het eerste gezicht materiaal uit de 18de eeuw. Een klein aantal scherven kan eventueel uit de 17de eeuw stammen. Behalve rood aardewerk komt ook steengoed voor uit Raeren en het Westerwald. Verder vallen een tweetal pijpekoppenop die getlateercl kunnen worden in 1720 respektievelijk 175o (2). Bovendien bevonden zich in het kistje met scherven een negental geglazuurde kogels of knikkers. In een artikel over de opgraving bij de latijnse school werd dieper ingegaan op dit soort voorwerpen (3), waarvan we de funktie tot op heden niet definitief konden achterhalen. Dat het om echte kogels gaat lijkt uitgesloten. Hoe zou zo’n grote hoeveelheid kogels immers terechtkomen in een beerput in de Haag?
NOTEN:(1) Van huisvuil tot museumstuk, catalogus Nijmeegs Museum Commanderie van St. Jan, 1981, catalogusnummer. 20
(2) Voor de methode van datering zie: F.H.W. Friedrich, Pijpelogie, A.W.N. monografie no. 2′ Voorburg 1975.
1.-Gemerts-Heem-1983-1-Over-twee-tuitpotten-en-een-afvalkuil.pdfMartin Breeuwer excursie 21 september
In 2019 wordt de Martin Breeuwer excursie verplaatst naar zaterdag 21 september.
Deze excursie wordt jaarlijks gehouden op de laatste zaterdag van de maand september. Zo staat deze datum 29 september ook opgenomen in de jaarkalender van onze heemkundekring. Maar in Gemert wordt op die dag niet alleen de veteranendag gehouden maar ook de 75 jarige bevrijding van Gemert gevierd. We willen deze evenementen niet in de weg lopen en ook u keuzemogelijkheden geven. Daarom is er in het bestuur besloten de jaarlijkse Martin Breeuwer excursie een week te vervroegen en wel naar ZATERDAG 21 september.
Dit jaar gaat onze excursie naar de Hanzestad aan de rivier de IJssel: DEVENTER.
De stad is één van de oudste steden van Nederland. Er is veel gedaan aan het herstel en behoud van de historische binnenstad. Het heeft vele monumenten en een sfeervol stadsplein De Brink. Maar er is meer, veel meer o.a. Museum de Waag, de Lebuiniskerk, het stadhuiscomplex etc. Ook is Deventer bekend om het grote aanbod van leuke en unieke winkeltjes. Deventer noemt zich graag ‘Gastvrije Hanzestad’.
Gaat u mee dat ontdekken? U kunt zich aanmelden via onze website ‘heemkundekringgemert.nl’. De kosten voor deze dag bedraagt € 52,50. Zoals gebruikelijk vertrekken wij om 8.00 uur vanaf het Gerardusplein en zullen daar om 19.30 uur weer terug zijn. Er wordt gezorgd voor koffie met iets lekkers en een lunch waar het broodje kroket niet zal ontbreken. Het definitieve programma leest u in de volgende heemberichten maar u kunt zich nu al aanmelden voor de Martin Breeuwer excursie zaterdag 21 september.