GH-2011-02 Excursie Heemkunde Kring in Handelse Bergen 1941
Ad Otten
Op 28 april 1941 werd Heemkundekring ‘De Kommanderij Gemert’ opgericht. De toen 23-jarige Antoon Corstens, zoon van Frans van de Amsterdamsche Bank, was een der leden van het eerste uur. Op de oprichtingsvergadering werd hij gekozen tot penningmeester. Geen wonder want als adjunct-commies op de gemeentesecretarie waakte hij ook al over de Gemertse financiën. In 1946 verliet hij Gemert. Hij verhuisde naar Gilze waar hij was benoemd tot commies en chef van de afdeling Financiën, onderwijs en personeel van de gemeente Gilze-Rijen. In juni van dit jaar is Antoon 94 geworden. Daarvan is hij inmiddels 65 jaar niet-Gemertenaar, maar Gemert is hij niet vergeten!
Hij legt momenteel de laatste hand aan een boek over de Gemertse familie Corstens en hij hoopt dat dit jaar uit te brengen. Minstens eenmaal per maand komt Antoon voor aanvullend onderzoek nog naar het gemeentearchief. Een jaar of vijf geleden werd hij ook opnieuw lid van ‘onze’ heemkundekring. Toen Antoon in de zomer van 2010 het nieuwe programmaboekje van de heemkundekring in de bus kreeg verraste hem de omslag want daar stond hijzelf op met alle andere eerstelingen van de kring. Op 30 juli 1941 – zeventig jaar geleden – waren ze op excursie in de Handelse Duinen, en Antoon kent bijna alle namen en ook de gids van toen. Het was Jan Vriends uit Bakel, de latere oprichter van het ‘Natuurstudiecentrum en Museum Jan Vriends’ in Asten.
GH-2011-02 Gebeden van de zusters bij het aankleden
(ons aangereikt door Zr. Bonifacia (Tonny van der Meijden) uit: Gebruikenboek van de Zusters Penitenten Recollectinen van Oirschot)
Ad Otten
Bij het bandje (op het hoofd):
O Jesus, die Uw ogen zo schandelijk hebt laten binden uit liefde tot mij, geef dat ik de mijne gaarne versterve uit liefde tot U.
Bij de doek (op het hoofd):
O mijn Zaligmaker, die Uw H. Aanschijn in de doek van Veronica gedrukt hebt, druk Uw H. Lijden in mijn hart, opdat ik Uw liefde nooit vergete.
Bij het habijt:
Geef, o mijn God, dat ik dit bruine kleed aandoe in de geest van boetvaardigheid, versterving en verloochening van mijzelve, opdat ik U getrouw mag dienen tot het laatste ogenblik toe.
Bij het koord:
Wil mij, o Heer, omgorden met de gordel der zuiverheid, opdat altijd in mij blijve de deugd van reinheid en ik dit koord mag dragen tot uitboeting van mijn zonden door de verdiensten van Uw H. Lijden.
Bij het scapulier:
Mijn Verlosser, Gij hebt geheel Uw Leven verlangd om voor ons te sterven aan het Kruis. Ach mocht ik alle kruis en lijden gaarne uit Uwe Vaderhand aannemen en Uw H. Lijden als een bundeltje mirrhe op mijn hart dragen.
Bij de voile:
Geef, o mijn God dat ik mij in deze maagdensluier nooit verhovaardige, maar in zedigheid en ootmoed U, mijn Bruidegom, zo navolge, dat ik hierna het nieuwe lied mag zingen en het Lam volgen waar Het gaat.
Bij de mantel:
O Jesus, mijn Bruidegom, die met een purperen mantel en rietstok in de hand als een spotkoning aanbeden zijt, geef mij, dat ik U met grote eerbied in geest en waarheid als mijn Koning mag aanbidden.
GH-2011-02 Bierviltjes van Gemertse Bieren
Ad Otten
In Gemerts Heem 2007 nr. 3 wezen we al op Bierbrouwerij De Driekleur in het Kruiseind te Gemert die meteen na de Tweede Wereldoorlog ook al was het maar heel kortstondig probeerde een eigen pilsener bier aan de man te brengen. Wim Jaegers verrastte nu de redactie met bierviltjes van de laatste in Gemert operationele bierbrouwerij. Een viltje van vóór de oorlog uit de tijd van bierbrouwer Willem Verbakel (De Zwaan) en eentje van direct na de bevrijding toen de Gebroeders Averdieck uit Den Haag, poogden nieuw leven in de brouwerij te blazen met ‘De Driekleur’.
Bekijk PDF
GH-2011-02 Boek over oorlogsvliegvelden in Gemert-Bakel
Ad Otten
In het vorige nummer van Gemerts Heem schreef Ruud Wildekamp een interessant artikel over het door de Duitsers in 1944 aangelegde vliegveld op het landgoed De Sijp in Gemert, dat vanwege het meest nabijgelegen kerkdorp De Rips ook daarnaar werd genoemd Schattenplatz (ook wel: Ausweichplatz) De Rips. Het artikel werd afgesloten met ‘wordt vervolgd’, maar dat vervolg gaat, zo is door onze redactie inmiddels besloten, uitmonden in een compleet boekwerk.
De ‘Flugplatz De Rips’ kreeg na de bevrijding door de geallieerden een Canadees vervolg voor de ondersteuning van de geallieerde opmars. Daarnaast was een paar dagen na de bevrijding er al speciaal ten behoeve van de Britse Tactical Headquarters onder leiding van generaal Dempsey (toen gevestigd in het poortgebouw van Gemerts kasteel), een vliegveldje voor lichte vliegvelden in gebruik genomen op Paashoef. Dat laatste is overigens amper twee weken operationeel en niet van erg groot belang geweest in de geallieerde operaties. Ook bij Helmond werd een dergelijk vliegveldje voor lichte vliegtuigen aangelegd in de Zwanenbeemd, langs de weg van Aarle-Rixtel naar Helmond. Doordat het wat langer heeft bestaan en van daaruit ook artilleriegeleiding werd gedaan heeft het wat meer bijgedragen aan de oorlogvoering. Dat kan zeker gezegd worden van het vierde oorlogsvliegveld. Dit vliegveld gelegen bij Brouwhuis in de gemeente Bakel en Milheeze, langs de weg tussen Helmond en Deurne, werd gebouwd door de Britse genie en bijna geheel uitgevoerd in bakstenen. De Engelsen noemden dit hun ‘Opus Magnus’, hun machtigste werk. Van begin januari tot half april 1945 vlogen vanaf hier jachtbommenwerpers naar doelen in Duitsland en bezet Nederland. Daarmee heeft dit vliegveld wezenlijk bijgedragen aan de bevrijding van ons land en de ondergang van Nazi-Duitsland.
Ruud Wildekamp weet na gedegen en heel specialistisch onderzoek zoveel bijzondere zaken te vertellen over deze Gemert-Bakelse oorlogsvliegvelden dat besloten is er een afzonderlijk en bijzonder rijk geïllustreerd boekwerk aan te wijden met veel fotomateriaal uit tot dusver nauwelijks geziene Duitse en Britse militaire bronnen. Het boek zal worden uitgebracht op de bevrijdingsdag van Gemert, Bakel en Helmond: 25 september 2011!
Bekijk PDFGH-2011-03 Tramspoorplan over Schoorswinkel
Ad Otten
In 1883 werd Gemert, zoals men elders in deze aflevering kan lezen, aangesloten op een tramspoorwegennet. Natuurlijk is daar heel wat denk- teken en rekenwerk aan voorafgegaan. En een heleboel plannen zijn om wat voor reden dan ook bijgesteld of gewoon niet doorgegaan. Zo stuurde Anton Vissers uit Deurne een plantekening uit 1881 voor het gedachte tracé van de stoomtram vanaf Hotel De Keizer in de richting Beek. Het Binderseind werd gevolgd aan de uiterste westkant van de straat. De drie elkaar opvolgende haakse bochten via het Stereind naar d’n Heuvel werden voor de tram kennelijk wat al te moeilijk bevonden. Voorgesteld werd daarom te kiezen voor een ruime buitenbocht ter hoogte van het kèske en vervolgens achter ‘Smèd van Roij’ om, koers te zetten naar ‘d’n Heuvelse Pad’ in plaats van het Provinciale wegtracé te volgen. Via D’n Heuvelse Pad kwam men vervolgens met een flauwe bocht weer op d’n Heuvel uit om vandaar de weg te vervolgen naar Beek, Aarle-Rixtel, Helmond. Het is er nooit van gekomen. De indertijd geproduceerde tekening (1881) laat ons wel een heel informatieve plattegrond zien van de toenmalige bebouwing in dit gedeelte van Schoorswinkel. We zien zelfs de broeikas ingetekend in de tuin tegenover het poortgebouw van het kasteel. Die broeikas is er dus heel waarschijnlijk al geweest in de tijd van Scheidius.
Bekijk PDFGH-2011-03 De onzichtbare hand van Maria
De Duitsers mochten niet over Handel
Ad Otten
Op 10 mei 1940 vielen Duitse troepen Nederland binnen. Een van de belangrijkste hoofdlijnen waarlangs werd opgerukt liep van Gennep-Mill-Uden-Veghel naar Tilburg. In Uden vestigde General-Oberst Von Küchler, commandant van het 18e Duitse Leger te Uden zijn hoofdkwartier in het Missiehuis aan de weg tussen Uden en Volkel. Onder zijn commando viel ook een vliegeenheid waarvoor hij de beschikking kreeg over het bij het Missiehuis gelegen voetbalveld. Met verkenningsvliegtuigjes kon de General-Oberst nu contact onderhouden met zijn superieuren ins Vaterland. De vliegroute liep over Handel en dat moet voor één der vliegers problemen hebben opgeleverd. We citeren uit: ‘Broeder Gerardus’ In Uden stond een huis…, in: Sint Michaels Almanak, 1947, blz. 78: De vliegtuigen stijgen en dalen op ons terrein, zodat het al spoedig een toeloop van mensen veroorzaakt, die nog nimmer een vliegtuig van zo nabij gezien hebben. Het zijn meestal jachtvliegtuigen: koeriers die van het front naar het achterland boodschappen brengen. Een geregelde vlucht wordt ingesteld via Gemert, naar Duitsland. Als treffende bijzonderheid wordt hier vermeld, dat in die dagen door een der Duitse vliegers werd gevraagd, wat het voor een kapel was, even buiten Gemert. Hij had herhaaldelijk opgemerkt, dat zijn machine telkens afweek, zodra hij boven die kapel kwam. Het was de Mariakapel van Handel.
Bekijk PDFGH-2011-03 Gemertse analyse van bedrijfsfusie
Ad Otten
Met oud-textielondernemer Felix van den Acker evalueerde ondergetekende het kort tevoren in samenwerking met een team van Omroep Centraal verfilmde “Mysterie van het Gemerts Bont” (zie www.heemkundekringgemert.nl; toets ‘video’ en kies ‘mysterie nr.40’). Opnieuw kwam ter tafel de verklaring voor het feit dat sedert de jaren zestig van de vorige eeuw nagenoeg alle weverijen uit Nederland verhuisden naar lagelonenlanden, maar niet die uit Gemert. Felix zoekt de verklaring in het feit dat de Gemertse weverijen zich zijn blijven specialiseren en dat zij investeerden in kwaliteit, terwijl de weverijen van Helmond, Tilburg en die uit Twente, van de ene fusie in de andere rolden en alleen maar groter en groter werden. Intussen is gebleken dat er niet voor kwantiteit maar alleen voor ‘kwaliteit’ in Nederland markt is gebleven. Over de ondernemingsfusies in de textiel bracht Felix vervolgens nog ’n heel bijzondere en gevatte ‘wijsheid’ te berde. In ’t Gímmers! Een wijsheid die we de lezers van Gemerts Heem niet willen onthouden: “As ge twaë ímmers wátter hét, ‘nen ímmer skon wátter èn ‘nen ímmer vòl wátter, èn ge doet die baj mekaor, dan kriede twaë ímmers vòl wátter.”
Bekijk PDFGH-2011-04 Penitentie van pastoor Poell aan d’n Antichrist
Ad Otten
Achtergrondgeschiedenis: Rond 1900 richtte Pírke Slits een alternatieve boerenbond op in Gemert. Hij had zijn lidmaatschap opgezegd van de plaatselijke NCB-afdeling omdat er in strijd met de statuten familieleden in het bestuur zaten. Pírke vroeg voor zijn nieuwe vereniging aan de pastoor (Van Beek 1880-1915) een geestelijk adviseur, maar de pastoor weigerde aan die wens te voldoen. Één katholieke boerenbond voor Gemert vond de pastoor genoeg. Toen Peerke zijn vereniging toch doorzette gold die vereniging in de ogen van de pastoor en de goegemeente als een anti-christelijke club. Maar Peerke liet zich niet kennen. In de Gemertsche Courant van 1 januari 1912 plaatste hij een advertentie met de tekst “Zalig Nieuwjaar van d’n antichrist”, en hij pachtte voor zijn gezin een bank voorin de kerk. Z’n hele leven behield hij de bijnaam van ‘d’n Antichrist’ maar hij droeg die met ere.
In 1915 kreeg Gemert ’n nieuwe pastoor in de persoon van Lambert Poell die gold als bruggenbouwer en sociaal voorman. Op de reünie van de familie Corstens gehouden op 12 november 2011 vertelde de 94-jarige Annie Vermeer-Corstens (1917) de volgende anekdote: “Het moet zijn geweest in het begin van de jaren dertig. Onze pap (Henri Corstens) was wethouder in Gemert. Pírke Slits, bijgenaamd d’n Antichrist en partijgenoot van onze pap in de gemeenteraad, kwam met een brede glimlach uit de parochiekerk. Onze pap zag ‘m en vroeg waarom hij zo’n lol had. Pírke vertelde toen dat hij had gebiecht bij pastoor Poell en dat hij “as pínnetènsie van Poelekes tiejn Onzevádders èn tiejn Weesgegroetjes moes bidde vùr de kattelieke Gímmerse vereenegingen…”.
Bekijk PDFGH-2011-04 Anekdote van de bevrijdingsdag
Ad Otten
Antoon van Gerwen van de Oudestraat vertelde het. Het was 25 september 1944. Hij ging ’s morgens op de fiets naar de kerk. Het was druk op straat. De Duitsers trokken terug. De ene militaire wagen na de andere. Veel tanks ook. Vanuit het kasteel trokken ze via De Mortel richting De Rips en verder de Peel in, om zich in te graven ter hoogte van Venraij en Overloon. Uit de colonne maakte zich een Duitse militair los die Antoon staande hield en hem vroeg of hij zijn fiets kon kopen. Een tientje bood hij en een geweldige fiets was het ook niet. Maar toch besloot Antoon om hem te antwoorden dat hij zijn fiets niet wilde verkopen. Hij haalde zijn schouders op, maakte een gebaar van verontschuldiging en voegde zich vervolgens weer in de militaire colonne. Antoon fietste door en stalde zijn fiets tegen de kerk. Toen hij drie kwartier later buiten kwam kon hij zijn fiets nergens meer vinden.
Bekijk PDF