GH-2015-02 Gek Met Huize Padua: In Boekel én in Gemert
Ad Otten
(voordracht gehouden op 5 maart 2015 bij gelegenheid van de heropening van het Museum in de Oude Kluis te Boekel)
In Boekel zijn ze GEK met Huize Padua. Ik kom van Gímmert om te vertellen dat wij in Gímmert òk GEK zijn met Huize Padua, en… dát die gekte van Boekel èn Gímmert zelfs in Gímmert is begonnen.
In ’t jaar 1722 vestigden zich drie kluizenaars in d’n Hanenkamp – een klein kleuske achter de kapel van Onze Lieve Vrouw van Handel. Het zijn Daniel de Brouwer 48 jr, Peter Tuerlings 47 jr, en Piet Moeskops 31 jr. Ze droegen een habijt met een koord en een kruis. En in 1715 (krèk 300 jaar geleden) hadden ze met zijn drieën bij een notaris in Eindhoven al laten vastleggen: “dat zij henne tijdelijke goederen aan ‘malcanderen’ of de ‘lanxstlevende’ vermaakten”. Kennelijk waren zij niet onbemiddeld. De naam van d’n oudste van de drie, Daniel de Brouwer, zoon van ‘nen brouwer, zegt daarover eigenlijk al genoeg. Zij gedrieën werden koster van de Handelse kapel voor 20 gulden per jaar. ‘Contract ende Conditien’ zitten in Gemert in ’t archief. Daarbij deden ze ok aan landbouw, hosties bakken, waskaarsen maken, én bierbrouwen.
Dit speelde allemaal in de tijd van de door Den Haag – de residentie van de HoogMogenden van de Republiek der Zeven Provincien – opgelegde zogeheten politieke reformatie, die de openbare beleving van de katholieke godsdienst verbood en zelfs ‘crimineel’ verklaarde. Geen enkele katholiek mocht daarom nog een openbaar ambt bekleden. Die politieke reformatie gold echter niet in Gemert en ook niet in Boekel. Want… Gemert was een Soevereine Vrije Heerlijkheid, een mini-vorstendom, en Boekel viel onder het Land van Ravenstein dat officieel een (Duits) leen was van Brussels Brabant…
Het was in die tijd dat een beevert (bedevaart) naar ’t Onze Lieve Vrouwke van Handel ontzettend populair werd. Alle stiekem de katholieke godsdienst belijdende Nederlanders, en op de eerste plaats natuurlijk Noord-Brabanders, trokken naar Handel. Eenmaal over de Gemertse grens rolden zij de bewaard gebleven roomse vaandels uit en kon er uit volle borst weer worden gezongen van Ave Maria tot Salvé Regina. ‘Crimineel Gedrag’ vonden ze dat in Den Haag. Maar als reactie daarop was immediatelijk ’t Brabantse gezegde geboren ’tís krímmeneel’ in de betekenis van ’tís geweldig’. En bij Ons Lief Vrouwke in Handel gebeurden er nog wonderen oknogok oknog. De schepenen van Gemert kwamen er speciaal voor zitten in een herberg op Handel en schreven alles op. Met de namen van getuigen erbij en nog vanalles meer. Op hoogtijdagen waren er ooit vijf biechtvaders die volgens de dagboeken van de rector van Handel – met Pinksteren bijv. – zo’n vier of vijf dagen achtereen onafgebroken biechthoorden… ’t Zit allemaal in ’t archief van Gemert.
En Daniel de Brouwer en z’n makkers hadden het bij tijden ontzettend druk, en ze voeren er wel bij. Ze waren intussen al met vijven. In 1734 bouwden ze op Handel een nieuwe kluis en doopten die Huize Bloemendael. Als Broeders van Bloemendael begonnen ze er een katholieke kostschool en… ’t waren heel goej en rijke katholieke gezinnen van her en der die daar hun kinderen in de kost bestelden. Ze kregen er zelfs Franse Les. Naturellement. Oui-oui. Un chien. Une pipe!
Op 20 april 1736 onderschreven de Broeders voor de schepenbank van Gemert een nieuwe leefregel. Ze waren van de Derde Orde van Franciscus maar het was toch goed om ’t een en ander nog ‘ns goed vast te leggen. Ze stichten iets wat iedereen meteen heel modern in de oren zal klinken: Ze stichten een ‘Maatschap ofte Compagnie’, en ’tot dien een multueele liefde en verstandhouding, getrouwe gedienstigheid en zorgvuldige onderstand, mitsgaders een gemeene huishouding, woning, trafijcq- en onderstand, en voorts een generale en altijddurende gemeenschap van goederen’. Daniel de Brouwer wordt van die maatschap overste voor het leven. Opnieuw wordt alles vermaakt aan ‘malcanderen’, maar… ze kijken nog veel en veel verder vooruit: …. mochten er om wat voor reden dan ook, straks geen ‘broeders’ meer zijn, dan, zo bepalen zij, vervalt alles aan de broeders van Turnhout, en… (nu komt het) mochten ook dáár geen broeders meer zijn, dan valt alles toe ‘aen de arme tafel der vrije neutrale grontheerlijckheijt Gemert’. En wat kortgeleden óók int archief van Gemert werd gevonden (en hou je vast want dit is echt te gek): Daniel de Brouwer kocht Koevorden! Nee, het was niet Koevorden in Drente, maar een ‘stad’ – zo staat het er echt – een stad tussen Handel en Boekel, of anders gezegd, een plaats, een doorwaadbare plaats, in de Landmeerse Loop. Een echte koevoorde! Een voorde voor koeien, met aan weerskanten van die voorde ‘ne flinke lap heigrond. Dit Koevorden lag pal achter ‘ons’ huidige Natuureducatiecentrum De Specht. Vandaag-de-dag is ’t niet meer een koevoorde (=doorwaadbare plaats), maar ‘ne skonnen overgang van de Landmeerse Loop middels ‘nen duiker.
Duidelijk moge zijn, dat het de maatschap van Daniel de Brouwer in die tijd hartstikke goed ging. Met alle processies en beevertgangers had Daniel en z’n maatschap ook ’n flinke bieromzet. De brouwers van Gemert, stevig vertegenwoordigd in de schepenbank, zagen die activiteit echter als oneerlijke concurrentie en ze protesteerden bij de vorst en vrijheer van Gemert tegen de maatschap die naar hun oordeel een feitelijke kloostergemeenschap vormde. ‘En was’, zo wierpen zij op, ‘met Den Haag niet overeengekomen dat er in Gemert geen nieuwe kloosters gesticht mochten worden?’ Van de Vorst van Gemert kregen ze een flinke uitbrander. Waar ze zich wel mee bemoeiden? De Broederschap ofte Maatschap van Daniel d’n Brouwer was geen klooster. Punt uit! ’t Gemertse Volk had bovendien geen enkel probleem met ’t beter en lekkerder bier van de broeders. Dat snapt iedereen wel!
Maar… ’t was in die tijd dat de Maatschap voorzichtigheidshalve toch maar besloot tot de aankoop van 1000 roeden Boekelse grond pal aan de grens met Gemert. Een koopje voor 250 gulden! Een aankoop die links en rechts al eens is uitgelegd alsdat de brouwers en schepenen van Gemert de broeders van Daniel de Brouwer naar Boekel zouden hebben getreiterd….. Maar de voornaamste reden voor die aankoop was dat de maatschap gewoon te hard groeide. En was ’t bovendien ook niet zo dat een religieuze communiteit van meer dan vijf personen door Den Haag als een klooster werd beschouwd? Voor het ‘katholicifobe’ Den Haag moest je altijd oppassen! De maatschap van Broeder Daniel cum suis, besloot daarom tot vestiging aan beide kanten van de grens want dan kon je letterlijk en figuurlijk alle kanten op. Carel Philips, de hoogedele Keurvorstelijke Doorluchtigheid van Rijnland-Paltz en Heer van Ravenstein dus ook van Boekel, gaf in 1741 toestemming om op de drie bunder akker en heij aan de Gemertse grens een woning te bouwen en “dat sij sich daer mochten vestigen ten getalle van twaalf broeders – ter eere van de twaalf apostelen – alsook dat zij daar de jonge kinderen in de ware religie, goede seden en manieren en sudien souden mogen onderwijsen…”
In 1742 wordt in het Boekelse de nieuwe kluis betrokken. Dit nieuwe hoofdhuis kreeg de naam ‘Padua’. Bijna gelijktijdig was er ook de aankoop van Gemertse grond daar vast tegenaan gelegen op de locatie van wat we nu kennen als die van het voormalige Capucijnenklooster oftewel De Weijst.
Als in 1745 de inmiddels 71-jarige Daniel de Brouwer komt te overlijden, bestaat de broedermaatschap al uit negen personen. En hun Kostschool krijgt steeds meer faam. Bekend gebleven zijn beroemd geworden ‘studenten’ als Arnold Borret later apostolisch vicaris, zegmaar bisschop, en meester Jan van Hooff, vooraanstaand patriot, oprichter van het revolutionair comité Batave, en onder koning Lodewijk Napoleon minister van justitie. In brons staat hij in Eindhoven op de markt neffe Frits Philips. Maar op Padua is hij gevormd! Vanaf 1742 heeft men het niet meer over de Broeders van Bloemendael maar over de Broeders van Padua, genoemd naar het nieuwe hoofdhuis: de Nieuwe Kluis oftewel de Hermitage.
De oude kluis (Bloemendael) wordt in 1797 verkocht, maar volgens het Gemerts Landboek (1717-1816) hebben na de Franse Tijd, de Broeders van Padua nog altijd zo’n 40 lopense oftewel ruim 6 hectare ‘op Handel’. En zelfs tot de aanleg in 1928 van de kunstweg van Boekel naar Huize Padua zal Padua ook alleen vanuit Gemert-Handel fatsoenlijk bereikbaar zijn.
In 1826 moet zijn begonnen met ‘de bewaring’ van geestelijk gehandicapten. In die tijd echt iets nieuws. In 1832 is deze bewaring als zodanig officieel bekrachtigd. De eerste verpleegde was een eerwaarde heer Niessen uit Boxmeer. Tien jaar later zijn er al tien ‘priesterheren buiten functie’ zoals heel netjes wordt opgeschreven. Daarna komen er ook niet-geestelijken waaronder ‘uit de voornaamste families van het land’.
Na de Franse Tijd kon de Maatschap zich pas echt presenteren als een religieuze congregatie. De naam Penitenten raakte ingeburgerd. En die penitenten (= boetelingen) bleven aldoor – tot in onze tijd – hun professie afleggen bij Onze Lieve Vrouw van Handel… Daarbij kregen ze dan een vol-afgestreken Keuls potje snuif. Als iemand je vandaag-de-dag in ’t openbaar snuif ziet snuiven dan wordt je direct versleten voor een drugverslaafde, bedenk ik zomaar opeens. En dat van die snuif is allemaal nog niet eens zo lang geleden. Tot en met Wereldoorlog II stond het tegenover de kerk in Gemert nog gewoon met grote letters op de gevel geschilderd van Henri Corstens “Tabak- en Snuiffabriek”. De penitenten van Padua hoorden tot Henri’s beste klanten!
Ja, andere tijden… Boeiend en ok skon om naar terug te kijken. Om je erover te verbazen. Ok om van te leren. Van het betrekkelijke van zegmar alles… toch?? En het is vandaag-de-dag echt niet anders. Ook bestuurders, directies en politici van nu, die naar nieuwe inzichten nieuw beleid uitstippelen, zullen dat, al heel snel weer moeten bijstellen. Want… de tijd staat niet stil. Na elke andere tijd komt weer een andere, nieuwe tijd. En je moet mee. Je moet eigentijds blijven. Ze hebben ’t wel eens over mensen die hun tijd vooruit zijn, maar ik weet niet of dat eigenlijk wel kan?
Intussen ben ik wel razend nieuwsgierig naar wat het vernieuwde museum van Huize Padua ons te bieden heeft. Gallie ok?
Laat ons uit BOEKEL en uit GEMERT maar altijd ’n bietje gek zijn met HUIZE PADUA…
Bekijk PDF