GH-2016-03 Residentie op tafel en gijzelstenen in plaveisel

Ad Otten

Het jaar 2013 is het jaar van de metamorfose van het Ridderplein. Ook Gemert Vrijstaat is enthousiast en dat niet alleen vanwege de nu zo in het oog springende locatie van de ‘Losbol’. Omdat de kasteelplannen almaar opschuiven willen we een aanvankelijk in het kasteelpark gedacht project nu op het Ridderplein uitvoeren. Een panoramatafel met een majestueus gezicht op Gemerts kasteel anno 1700. Op 21 april 2014 (Tweede Paasdag) wordt die pal voor het pand van de VVV, onder grote belangstelling onthuld door de oudste verenigingen van Gemert (Onze-Lieve-Vrouwe Broederschap, Rooj en Gruujn Skut).
Het tafelblad is een duurzame uitvergroting van de historische prent van Romeyn de Hooghe uit 1700, die de residentie toont van de ‘Vorst en Heer van Gemert’. De tafel is gerealiseerd naar het idee van Gemert Vrijstaat en zij neemt ook de helft van de kosten voor haar rekening. Jan Overeem (voorzitter Toeristisch Platform Gemert-Bakel) en de Heemkundekring nemen het resterende bedrag voor hun rekening. Niet onvermeld mag blijven de perfecte productuitvoering door Back-to-Back en Jacques van de Vossenberg en de constructieve bijdrage van de VVV.
Intussen heeft de tafel al menigmaal gediend als vertrekpunt voor een rondleiding door Gemert-centrum. Daarbij prikkelt het telkens weer om te kunnen vertellen dat de maker van de indrukwekkende prent in opdracht van stadhouder-koning Willem van Oranje-Nassau ook diens Paleis ’t Loo graveerde. Dat ook de residentie-op-tafel een vorstelijke uitstraling heeft, kan iedereen meteen zien.

In samenwerking met Stichting Kruidentuin van Nederland komt het op de kademuur van de (kasteel)buitengracht ook tot een bijzonder kleurig bord “Buitenhof” met een prachtige prent van het poortgebouw van het kasteel en op de voorgrond een kruidentuin. Wellicht is het u niet bekend dat de Soevereine Vrijheer van Gemert in het pestjaar 1636 de financier is van een boek over “de kennisse der cruyden tot onderhoudinge des levens ende tot verlichting ende versoeting”. Het staat op het bord!

Al wat langer bestaat het plan om op het Ridderplein iets te realiseren dat herinnert aan de dramatische gebeurtenissen van 11 mei 1940. Een Duitse Schütze (Emil Hoffmann), twee Gemertse burgers (Bert ‘de Paws’ Baggermans 63 jaar en Nico van Vugt 11 jaar) en een Nederlandse sergeant (Paul van Oostveen) laten hier het leven. Zo’n 500 Gemertse gijzelaars maken dat van heel nabij mee. Herdenkingsstenen in het plaveisel – ook voor de Duitse soldaat – is het idee. Passend in de trend om ook stil te staan bij Duitse slachtoffers. Indachtig ook de tekst op het oorlogsmonument ‘Namen zijn mensen…’. Maar daar blijkt toch niet iedereen gelukkig mee. Na overleg met het 4-mei-comité en de daarin vertegenwoordigde Vereniging van oud-militairen zijn vier van de vijf stenen gelegd, terwijl die van Soldat Hofmann vooralsnog in de Heemkamer blijft. ‘Vrijstaat’ wil geen gedoe. Het is de bedoeling een onderzoek in te stellen voor een helder antwoord op de vraag ‘Wie was deze jongeman?’ Zijn laatste woorden waren ‘Mutti, Mutti…’.

Bekijk PDF

GH-2016-03 Archieftuin met zerk van vlegelcommandeur

Ad Otten

Met instemming van de gemeente verhuizen we in 2010 hardstenen grafmonumenten die al jaren ‘in bewaring’ liggen op de gemeentewerf naar de archieftuin waar ze ‘tentoongesteld’ worden aan de muur tegenover de serre van het gemeentearchief.
Een kindergraf uit 1874 met de tekst “Laat de kinderen tot mij komen” heeft een reliëf in imitatiemarmer van een engel met een kindje in haar armen. Het is een replica waarvan het origineel (van de Deense beeldhouwer Thorvaldsen) berust in het British Museum in Londen. In de archieftuin zien we ook een wit grafkruisje van Hansje van der Kruijs en de zerk van Juf Noor bij wie zo’n twee generaties Gemertenaren in de klas zaten. Allemaal grafzerken die op de nominatie stonden te worden vernietigd. Toen het kerkbestuur van Volkel vroeg of er interesse was voor de zerk van de daar begraven Frans Buskens, met 42 jaar de langst zittende burgemeester van Gemert, heeft ‘Vrijstaat’ ook daar positief op gereageerd. Ook is er een plekje gevonden voor een zerkfragment, opgegraven op het voormalige kerkplein, waarop nog delen van wapenschilden zijn te zien. Of het hier een commandeur betreft? Wat we vooralsnog in elk geval houden voor de grafzerk van commandeur Ulrich van Hoensbroek zijn twee kolossale steenhelften (25 cm dik) van blauwgraniet. Heer Ulrich maakte met iedereen ruzie, hij verkwanselde in 1648 de soevereiniteit aan Den Haag en jarenlang hield hij er in Brussel, op kosten van de gemeente, dure maitresses op na, waarvoor hij de gemeentesecretaris met een zak geld liet opdraven. Zijn onderdanen thuis noemde hij ‘het strontvolk van Gemert’. Het is allemaal in processtukken vastgelegd. Eens heeft hij een voerman van een klotkar, die niet snel genoeg zijn hoed afzet voor ‘zijne hoogheid’, in elkaar laten ranselen. En de Gemertse advocaat die het voor het slachtoffer opneemt die kon daarna maar beter uit Gemert verhuizen. Het moge duidelijk zijn waarom bij dit hoofdstukje ‘vlegelcommandeur’ in de aanhef staat. Wanneer ‘deze vlegel’ op 31 juli 1655 in Den Haag overlijdt sturen ze zijn lijk naar Gemert waar hij in het priesterkoor van de kerk wordt begraven. Alle inscripties op zerken van commandeurs zijn beschreven alvorens ze in het begin van de negentiende eeuw uit de kerk te verwijderen, maar niet die van commandeur van Hoensbroek. Ze hebben het hier gewoon verdomd om op zijn zerk iets tot zijner nagedachtenis te zetten.

Bekijk PDF

GH-2016-03 Hooghuispaal anno 1330

Ad Otten

‘In de serre van het gemeentearchief staat een merkwaardig kunstwerk dat het historische Hooghuis verbeeldt: het eerste kasteel van Gemert. Het is een aankoop van ‘een scout’ van Gemert Vrijstaat tijdens een kunstroute. Een vrije verbeelding van kunstenares Maria Werts-de Vries uit 2012. De eikenhouten paal waaraan het keramische gebouwencomplex is opgehangen, is gevonden bij de grote archeologische opgraving van het hooghuis in 1996. Het is een paalpunt van één van de tweeëntwintig gevonden pijlers van de brug die over de gracht leidde naar het Hooghuis op de motte van de adellijke Van Gemerts. Dendrologisch onderzoek heeft deze paalpunt gedateerd op het jaar 1330. Het kunstwerk is zichtbaar vanuit de archieftuin waarin ook andere met lokale historie beladen ‘corporele documenten’ een plaats hebben gekregen.

Bekijk PDF

GH-2016-03 Alle Gemertenaren stammen af van Karel de Grote

Ad Otten

Gemert en Handel hebben dankzij hun aan de Teutonische Ridderorde verbonden historie al een bijzondere schat aan heraldiek in huis. Toch is daar door ‘Vrijstaat’ nog iets heel bijzonders aan toegevoegd. Aan de achtergevel van de Latijnse School zijn naast elkaar twee wapenstenen opgehangen met het wapen van een landcommandeur, zeg maar Vorst van Gemert die zijn wapensteen omstreeks 1500 heeft achtergelaten op de in zijn opdracht geheel gerenoveerde gevel van het zogeheten Huis van Gemert in ’s-Hertogenbosch. Dat pand is in 1889 weliswaar gesloopt maar het vrij gave wapenschild van mergel is bij de Bouwhistorische Dienst van Den Bosch bewaard gebleven. En naar dat origineel maakt Toon Grassens een niet van echt te onderscheiden replica en daarbij ook het wapenschild zoals dat er 500 jaar geleden moet hebben uit gezien. In kleur. Deze twee wapenstenen vormen samen een heraldisch curiosum dat 500 jaar overbrugt en ze hangen bovendien op een locatie waar tenminste 13 bastaardkinderen van de vorst en van de hem hier opgevolgde familieleden zijn opgegroeid. Intussen weten we dat van deze commandeurskinderen ‘heel’ Gemert afstamt. De werkgroep genealogie heeft van 1500 tot 1800 zo’n 4000 afstammelingen ‘in kaart’ gebracht en het is voor personen van Gemert of die met Gemertse roots echt niet moeilijk om daar op aan te sluiten. En als je afstamt van één van deze commandeurs (Van Einatten is de naam) dan stam je ook af van Karel de Grote. Deze zichzelf heiligverklaarde keizer erkende maar liefst 70 kinderen en van deze kinderen stamt de bijna complete Europese adel af. Jazeker ook het adellijk geslacht Van Gemert en zoals in het voorgaande betoogd ook alle andere Gemertenaren. Hou je van puzzelen? Duik dan maar eens in de publicatie uit 1993 van Hans Vogels en Willy Ivits met de titel: “Stammen alle Gemertenaren af van Karel de Grote?’

Bekijk PDF

GH-2016-03 Michaël van de Pandelaar

Ad Otten

Sint Michaël is van oudsher bekend als de patroon van de wijk Pandelaar. Dat indertijd de verbindingsstraat met Deel de naam Sint-Michaëlstraat is gegeven is daarom ook niet verwonderlijk. En niemand zal het dan verbazen dat je in de al vele tientallen jaren lege nis van het aan de Michaëlstraat gelegen schoolgebouw een beeltenis van de aartsengel wil plaatsen. De nu daar gevestigde Jenaplanschool schaart zich achter het plan, sponsort Gemert Vrijstaat met 500 euro, en betrekt alle leerlingen en de buurt bij het project. Op maandag 10 december 2007 mag de jarige leerling Job met directeur Jan van der Veen het achter een kleurige ballonnentros verstopte beeld tevoorschijn halen. De ballonnen kiezen het luchtruim en daar staat ie dan. Een Michaël van koper en messing. Het beeld is gemaakt door self-made kunstenaar Frans Arts, zoon van de jong overleden aannemer Cor Arts, die in 1939 het schoolgebouw opleverde. Voorafgaand aan de onthulling geeft Frans ‘les’ over zowel de symbolische betekenis van Sint-Michaël – strijd tussen goed en kwaad – alsook de techniek van het hele productieproces, van het eerste ontwerp tot het uiteindelijke beeld. Een hartverwarmende jonge belangstelling valt hem ten deel: ”Gossie ja: Michaël dóódt de draak niet, maar hij houdt hem met de lanspunt boven zijn hoofd in bedwang. Kijk maar!”

Bekijk PDF

GH-2016-03 Sint-Severus met duif en kanarie in de Weversstraat

Ad Otten

‘Gemert is vanouds bekend om de weefnijverheid. Begin twintigste eeuw zijn er naast drie textielfabrieken nog meer dan honderd thuiswevers actief en bestaan er een tiental in cafés gevestigde Severusgezelschappen. Severus is de patroon der wevers. Met dat gegeven wil Vrijstaat iets doen en de gedachte bepaalt zich al snel op de locatie Weversstraat. Een apart in de achtertuinen van panden aan de (Nieuw)straat ontstaan woonbuurtje dat van oudsher al onderdeel vormt van het karakteristieke padennetwerk vanuit en rondom het oude centrum. Wel is de aansluiting van de Weversstraat met de winkelstraat in de voorbije vijftig jaar tot een pakhuisstraatje ‘versteend’. Hoe dat aanzien wat op te leuken is de vraag. Schildersbedrijf G&K (op de hoek Nieuwstraat) ziet het met ons wel zitten, denkt mee, en verklaart zich bereid een bijdrage te leveren door juist om de hoek een gevelnis beschikbaar te stellen voor een muurschildering van Sint-Severus. Kunst- en decorschilder Piet van Gerwe kwijt er zich ‘met verve’ van. Op een steenplaat schildert hij een meer dan levensgrote Severus en voorziet die van alle symboliek die hem heel specifiek maakt tot patroon van de Gemertse wevers: duif op zijn hoofd, weefspoel in de hand en een kanarie uit eigen kweek aan zijn zijde. Op 3 april 2009 komt deze Severus voor de dag. Veilig achter een door het gemeentelijke ‘Vitalisering Binnengebied’ gefinancierde gewapende glasplaat. College van B&W, textielfabrikanten en de leden van het Severusgezelschap zijn bij de onthulling tegenwoordig. Het is hét moment voor het ‘in de week zetten’ van nog wat (wevers)projecten in de directe omgeving: een flinke schietspoel (gemaakt door Peer Schoofs) komt boven aan de muur in de eensporige ‘achterom’. Daarvoor wordt later ook de officiële gangnaam ‘Schietspoel’ geaccordeerd. Het is de gang die van de Weversstraat leidt naar de nieuw aangelegde Rentmeestersstraat.
En wist u dat de schietspoel in 1837 op ‘ons’ kasteel voor het eerst in de Brabantse weverij is geïntroduceerd? ‘t Is echt zo! En wist u ook dat veel wevers in het verleden een skon bijverdienste ‘scoorden’ met het kweken van kanaries. Eind negentiende eeuw is de Gemertse kanarie bij vogelkenners zelfs als ‘soort’ aangemerkt. Na de publicatie in Gemerts Heem van een uitgebreid historisch onderzoek naar de Gemertse kanariekwekerij krijgt het pal achter de Weversstraat gelegen parkeerterrein nu de naam Kanarieplaats. Trouwens – sla er de kranten maar op na – om de zoveel jaar worden nog steeds in Gemert gekweekte kanaries wereldkampioen. Eén van die kampioentjes heeft recent nog model gestaan voor Monic van Helvoirt-Peeters die voor Vrijstaat alvast uitpakte met een indrukwekkend ontwerp van een prachtige gouden kanarie op een hoge kolom die – zo hopen wij – op termijn aan de Kanarieplaats de show zal stelen…
In de Weversstraat stelde G&K intussen nóg een muurnis ter beschikking, waarin het Gemerts Nieuwsblad een door Piet van Gerwe geschilderde wijsheid in de Gemertse Taal sponsorde: “D’r wordt vanalles gezíd èn geskrívve èn d’r is aald wél iemes die ’t gelaojft”.

Bekijk PDF

GH-2016-03 Eeuwige student

Ad Otten

In oktober 2007 viert Firma Wijn het 100-jarig bestaan. Cadeautip is: donatie voor een beeld in het kader van Gemert Vrijstaat. De jubilerende firma belooft bovendien de donaties te verdubbelen en vraagt onze stichting met een idee te komen. Inclusief btw krijgen we maar liefst de lieve som van 6000 euro te besteden. Ons idee is een student bij de Latijnse School. Op ‘werkbezoek’ bij de Marechaussee in Buren wees Toon Grassens ons al op kunstwerken van een kunstenares met Gemertse roots: Lia Krol. Zij maakte daar beelden van Oranje’s. En voor de student in Gemert gaat nu haar eigen zoon Lennert model zitten. En wat zijn we hofleverancier Wijn erkentelijk voor die bijzondere geste.
Exact een jaar later kan een in studieboeken verdiepte student op de stoep van de uit 1587 daterende Latijnse School worden onthuld. Weer is er een warme publieke belangstelling. De hele familie Wijn heeft voor de gelegenheid meepesant een familiereünie gepland en met de nodige hilariteit maakt staatssecretaris Joop Wijn (van Economische Zaken) nu ook kennis met de staatssecretaris van Gemert Vrijstaat. Maar het gaat natuurlijk om het beeld van de student dat extra cachet geeft aan de historische bijzonderheid dat de school is gesticht midden in de roerige periode van de Tachtigjarige Oorlog waarin de ene na de andere katholieke Latijnse School juist de deuren moet sluiten. Na de Vrede van Münster is Gemert één van de weinige plaatsen in het Nederland van toen waar je nog katholiek middelbaar onderwijs kan volgen. De school is begiftigd met jaarlijks 12 studiebeurzen en in het verlengde daarvan sticht de vorst van Gemert ook nog eens 12 beurzen voor de universiteit van Leuven. Dat laatste verklaart meteen het vroegere bestaan van een Congregatio Municipii Gemertanii, een Gemertse studentenvereniging aldaar. In de negentiende eeuw wordt de school tot een klein-seminarie (gymnasium) voor late priesterroepingen. Tot in 1969. In de tweede helft van de jaren zeventig betrekt het gemeentearchief het gebouw en een paar jaar later vindt op de bovenetage ook de inmiddels bijna 850 leden tellende heemkundekring een ‘thuis’. Archief en Heemkundekring vormen samen het Historisch Informatiecentrum De Latijnse School. Een plek van studie en onderzoek. Het jongste resultaat: Gemert Vorstendom in plaats van Gemert Vrijstaat!

Bekijk PDF

GH-2016-03 Rochus van de Wereldwinkel

Ad Otten

In het jaar 2006 bestaat het pand aan de Elisabethplaats waarin nu de Wereldwinkel gevestigd is, exact 100 jaar. Het is indertijd gebouwd als verpleeghuis voor patiënten met besmettelijke ziektes en maakte deel uit van het in 1974 gesloopte Elisabeth-gasthuis. In de topgevel zijn de gaten nog zichtbaar die dienden ter bevestiging van het beeld van de heilige Rochus, de patroon tegen de pest en besmettelijke ziekten. Tot in de oorlogsperiode heeft dit heiligenbeeld het aan de gevel volgehouden. De Wereldwinkel schaart zich direct achter ons plan om bovenin de gevel een veel duurzamere Rochus-in-kunststof aan te brengen.
De Gemertse kunstenaar die we op het oog hebben ziet vanwege een te grote onbekendheid met het werken met kunststof van de opdracht af. Jannelies Raaijmakers uit Eindhoven is daar nu juist wel mee vertrouwd. Zij maakte veel beelden voor attractieparken als Efteling en Disneyworld. Al snel bezorgt ze ons een beeldontwerp in klei waarmee wij heel content zijn. Van belang is dat ook iconografisch alles klopt. Jannelies maakt dan het beeld in epoxyhars en ze weet op een console bovendien, tot genoegen van Harry Huybers, met een ‘vette’ vrijstaatletter ST ROCHUS te boetseren. Als laatste stap wordt het beeld gepolychromeerd in kleuren die passen bij de gevel van de Wereldwinkel. Tenslotte biedt de Gemertse kunstenaar Frans Arts – van alle markten thuis – Rochus boven het hoofd nog extra bescherming met een baldakijn in koper.

Op vrijdagmiddag 1 december klimt Harrie Verkampen in de bak van een hoogwerker en ‘tovert’ boven aan de gevel het zoveelste project van Gemert Vrijstaat onder een Gemertse vlag vandaan. Harrie heeft geen smetvrees: als hem van beneden wordt gevraagd Rochus te kussen doet hij dat gewoon.
Met de heilige in top krijgt het pand iets terug uit de periode van het rijke Roomse Leven. Het is bovendien de enige herinnering aan het vroeger door het rk parochieel armbestuur met de kosteloze hulp van de Zusters Franciscanessen geëxploiteerde Gasthuis.
Een goed jaar later plaatst ‘Vrijstaat’ tegenover de Wereldwinkel twee wissellijsten: één met het gasthuis nog in volle glorie en één half gesloopt. De eerste steen van het gasthuis komt dan ook terug. Zo’n 35 jaar is die bewaard op de gemeentewerf. Goed Wonen, eigenaar van de het oude gasthuis vervangende nieuwbouw, is meteen bereid de klus van ‘inmetselen’ te klaren. En verdorie de Elisabethplaats begint dan al een andere uitstraling te krijgen dan alleen maar een saai parkeerterrein.

Bekijk PDF

GH-2016-03 Elisabeth (weer) van Gemert

Ad Otten

Een bijzonder project is zeker ook het terugbrengen van het beeld van Sint-Elisabeth in de openbare ruimte. Tot de sloop van het gasthuis in 1974 kijkt Elisabeth van een nis in de topgevel van de gasthuiskapel uit over de Nieuwstraat. Ze is de patrones van armen en behoeftigen. Het hele Gasthuis gaat tegen de vlakte maar niet het imposante 600 kilo zware beeld omdat dat verhuist naar de tuin van burgemeester De Wit. Er komt een hoop praat van en bij het nieuwe Huize Ruijschenbergh in de Julianastraat is voor de komst van Elisabeth al een fundering gelegd, maar toch blijft het beeld in d’n hof van de eerste burger. Ook na de verkoop van het pand. Maar in 2009 heel bescheiden geïnformeerd of een overdracht misschien mogelijk zou kunnen zijn, blijkt de familie Frits van den Acker daar heel welwillend tegenover te staan zelfs met de mededeling ‘al eerder het Elisabethbeeld aan de gemeente te hebben aangeboden maar dat ze daar nooit een reactie op hebben gekregen’. Meteen is er ook een enthousiaste toezegging van Zorgcentrum Ruijschenbergh om de restauratie van het beeld te bekostigen en er in 2010 in het atrium van de nieuwbouw een passende plaats voor te willen inruimen. Haegens tilt het beeld met gemak over de bomen en de muur en bezorgt het bij Atelier Agrass voor restauratie. Daarna is het voor ‘ons buitenstaanders’ (maar niet voor de mannen van Haegens) nog een heel spektakel om het kolossale beeld door de entree van het splinternieuwe Huize Ruijschenbergh te zien loodsen waar het ‘zoetjes’ overeind en op de beoogde plek wordt gezet, waar het sedertdien alle bezoekers bij binnenkomst welkom heet.
Wist u trouwens dat de heilige Elisabeth een dochter is van de koning van Hongarije, dat haar dochter Sophia trouwde met de hertog van Brabant en dat alle katholieke Betsie’s in Gemert via via naar haar zijn genoemd?

Bekijk PDF

GH-2016-03 Heilige Boontjes in de Bonengang

Ad Otten

Ooit ‘college’ gelopen bij Ido Cranen in de VELT-tuin ‘over boontjes’? Gele, rode, bruine, paarse en gespikkelde passeren bij hem de revue. Ook heilige boontjes oftewel monstransboontjes blijven niet onbesproken en het zijn die boontjes die door Gemert Vrijstaat aan de hand van achttiende-eeuwse bronnen legendarisch zijn gemaakt. De legende is uitgebeeld en beschreven op een prachtige illustratieve plaat van kunstenares Maria van der Velden in de Bonengang.

’t Moet zijn geweest rond 1785. Pastoor Ecrevisse bedient ter plaatse ’t Aaw Bôntje met het sacrament van het Heilig Oliesel. Nog geen uur later is Bôntje dood. Zijn mond zakt open en zijn vrouw ziet de hostie nog achter op z’n tong liggen. Terwijl zij de pastoor erbij haalt moet ‘enen baarlijken duvel’ de gewijde hostie hebben gestolen. De pastoor ziet ‘m nog net wegduiken in d’n hof. De pastoor maakt ter bezwering het ene kruisteken na het andere waarop d’n duvel tussen de boonstaken moet braken en overgeven. Twee maanden later blijken de nog door ’t Aaw Bôntje gezette boontjes allemaal getekend met een monstrans(je) waarin de pastoor normaal gesproken de gewijde hosties uitstalt.

De weduwe van ’t Aaw Bôntje heeft elk jaar opnieuw die bôntjes gezet en die kom je nu overal tegen. Maar de oorsprong van deze bijzondere boontjes ligt dus in de Bonengang. Kunstenares Diny Timmers is gevraagd ter eeuwige herinnering twee van die ‘heilige boontjes’ zo’n tienduizendmaal uitvergroot te plaatsen in de toiletraampjes van de vroegere tabakskerverij van Corstens in de Bonengang. Nu Huize Ruis.
En wist u dat de nu 86-jarige Annie de Jong-van den Elsen voor € 7,50 voor Gemert Vrijstaat van ‘n haffel heilige boontjes een rozenkrans maakte? Die ligt nu in een vitrine in de Heemkamer.

Wil je nog meer weten over de Gemertse heilige boontjes? Raadpleeg dan het world-wide-web en google ‘mysterie 48’. Dan krijg je meepesant ‘t college van Ido over nog meer bijzondere boontjes in ‘t Gemertse.

Bekijk PDF