GH-1999-01 Oude mannen moeten ernstig zijn, bezonnen
Frans Van Hattum
Oude mannen moeten ernstig zijn, bezonnen
Ze is een hinde, op haar handdoek in de zon.
Een glanzend badpak onderstreept geziene lijnen.
Ze offert aan haar goden. Ik vermors de mijne:
Een boek, een bankje in het lommer, een flacon.
Als ze zitten gaat scheurt mijn ziel, een Babylon.
Ze rolt haar topje af. De weelde hijst haar seinen.
Een zee die overslaat. Met bolle zeilen deinen
jachten langs de einder. Mijn blikken op de bon.
Zoetjesaan naar huis. Mijn buik hangt aan mijn ruggegraat.
Er is warmte en het dutten van de straat.
Wie niet de zon aanbidt op’t strand is weggekropen
In zijn hol. Ik slenter door een dag die niet bestaat.
Mijn sleutels rammelen, daar zwaait de voordeur open.
Ze is al thuis. Ze is hartgrondig anti lopen.