Oorkonden betreffende Gemert 1351-1400
Gemertse Bronnen deel 12c
Uitgave Heemkundekring De Kommanderij Gemert
1363, april 28
Diederik van Gemert ontvangt van Reinard Hoen, landcommandeur van Alden Biezen, 250 oude schilden voor Art Vilroch en de zijnen voor brandschatting
1363 december 5
Uitspraak van Wenceslaus en Johanna,hertog en hertogin van Brabant, in de twist tussen Diederik van Gemert en de Duitse Orde. De twist is ontstaan door de door Eemke, zoon van Jan Roeverssn, gepleegde roof en gedane brandschatting jegens de commandeur en het Hof van de Duitse heren in Gemert. Er is beslist dat Diederik van Gemert binnen een jaar gerekend vanaf Kerstmis een bedevaart zal maken naar Sint-Jacob in Galiciƫ, samen met Roelof en Gooswijn, zonen van Jan van den Kelre, aanstichters van de aanslag op de commanderij; dat voornoemde Eemke, zoon van Jan Roverssn, een bedevaart zal maken naar Cyprus en dat bovendien alle overige medestanders uit Brabant worden verbannen totdat zij de hertog en hertogin genoegdoening zullen hebben gedaan voor de toegebrachte schade; dat Diederik van Gemert aan de Duitse Orde 800 oude schilden zal betalen, op welk bedrag 70 oude schilden in mindering zullen worden gebracht ter vergoeding van twee paarden, die de commandeur hem heeft afgenomen; en dat tenslotte Diederik voor deze misdaad aan de hertog en hertogin van Brabant voor Kerstmis van het volgende jaar 500 oude schilden zal betalen
1364 april 1
Diederik van Gemert verkoopt zijn wind- en watermolen, die hij in Gemert bezit, aan de Duitse Orde voor 1000 pond.
1364, mei 12, Pinksteren
Diederik van Gemert draagt zijn deel van de heerlijkheid Gemert aan de Hertog van Brabant in leen op. De boete van 500 oude schilden worden kwijtgescholden en degenen die Brabant moesten verlaten mogen weer terugkomen met uitzondering van een aantal met name genoemde personen.
1364 juli 11
Arnoldus Bet van Driel draagt al zijn rechten die hij had in de tiende van Milheeze, die hij had gekregen van priester Lambertus de Langepape, over aan Bartholomeus van Beke ten behoeve van de broeders en de heren van het Duitse Huis.
1366 juni 6
Wenceslaus en Johanna,hertog en hertogin van Brabant, geven hun leenrecht over Gemert over aan de Duitse Orde. Zij dragen Diederik van Gemert op om leenhulde te doen aan de Duitse Orde.
1366 juni 9
De schout van Peelland zal leenmannen aanstellen die samen met de leenmannen van de Commanderij Gemert zullen getuigen bij de opdracht van Diederik van Gemert van zijn heerlijkheid Gemert met het Hoge huis aan de Duitse Orde.
1366, juni 18
Diederik van Gemert draagt zijn heerlijkheid en Hoge huis op aan de commandeur van de Duitse Orde te Gemert.
1366, juni 20
Diederik van Gemert heeft afstand gedaan van zijn heerlijkheid en zijn Hooghuis ten behoeve van de Duitse Orde in aanwezigheid van de scheffener van Alden Biezen.
1366, juni 20
Diederik van Gemert wordt beleend met goed Espdonk en de visserij in de Aa door de Duitse Orde naar Brabants recht.
1366, december 15
Diederik van Gemert heeft zijn heerlijkheid en Hoge huis verkocht aan de commandeur van de Duitse Orde te Gemert voor 3050 pond en 1230 oude schilden.
1366, december 15
Helmondse schepenvidimus d.d. 12 Mei 1481 van een acte van 15-12-1366, waarbij Diederik van Gemert al zijn rechten, welke hij te Gemert bezat, voor een som van 3050 ponden en 1230 oude schilden overdraagt op Heer Gerrit van Audenhoven, commandeur van het Huis van Gemert.
1368, mei 7
Diederik Troestgoeds verkoopt een erfrente van een mander raapzaad uit zijn erf op de Ploesterdonk en uit een beemd aan de Duitse Orde
1368, febr 3
Everard van Haenle schenkt een jaargeld van 1 pond aan de commandeur van Gemert ten behoeve van de kapel van Handel.
1370, juni 24
Heyne van Welle verkoopt een erfrente van een pont uit Verren Yden Campe aan de Duitse Orde.
1370, juni 24
Arnt Vogel verkoopt een erfrente van een pond per jaar aan de Duitse Orde uit een stuk land geheten De Campe
1370, juni 24
Melis van den Broek verkoopt aan de Duitse Orde een erfrente van een pont uit huis en hof verkregen van Braecman.
1370, oktober 29
Florens van Werrenberg draagt een gemeint van 2 bunder en de helft van de cijns binnen Gemert over aan de Duitse Orde m.u.v. de cijns uit Tielkens huis en hof.
1370, november 19
Floris van Werrenberg draagt al zijn cijnsen en erfrenten die hij binnen Gemert heeft over aan de Duitse Orde met uitzondering van de cijns uit Tielkens huis en hof.
1370, december 3
Diederik Troostgoeds verkoopt een rente aan de Duitse Orde uit een boomgaard naast zijn erf en naast het huis van Hannen Knoeps.
1371, april 20
Floerken, bastaard van Florens van Werrenberg, draagt een gemeint van 2 bunder op aan de Duitse Orde, die zijn vader eerder aan de orde had opgedragen.
1371, juni 20
Heinrich Vilroch wordt ledig leenman van de Duitse Orde
1371, juni 29
Art van den Elsen geeft voor de schepenen van de commandeur van Gemert in erfpacht aan Wouter Claes Menscharts een stuk grond voor 50 schellingen per jaar. Belendenden zijn een zijde: Herman Katelijnenzoon, ander zijde: Jan Willems, een eind: de beemd van de Commandeur, ander eind: de straat.
1372, juni 23
Aart, zoon van Yda Wagemans heeft een stuk land gepacht van zijn zus Hilla en haar man Jan van de Raem
1374, beloken pinksteren
Jan van de Raem en zijn vrouw Hilla dragen de inkomsten over, afkomstig van Aart Yden Wagemanszoon, aan Henrick Roefs hun schoonzoon
1375, juli 2
Emont Jans van Gemert verzoent zich met Duitse Orde
1375, juli 13
Emont Jans van Gemert draagt al zijn erven en gemeinten binnen Gemert over aan de Duitse Orde en ontvangt ze in leen terug.
1377, februari 2
Hendrik Mathias Boems heeft in leen ontvangen van de Duitse Orde een beemd bij de Wijnboom te verheffen tegen een Brabantse dubbele mottoen.
1378, februari 6
Goeswijn Geerlings Cnode draagt met zijn vrouw Elisabeth Willems van Goor al zijn gemeinten, voor zover ze niet omgraven of begrensd zijn, binnen de grenzen van Gemert over aan Theodericus van Werrenberch, zijn zwager (broer van zijn vrouw).
1378, februari 7 (nog geen transcriptie beschikbaar)
Heer Gheerlach van Gemert gaat accoord met de verkoop van gemeenten binnen Gemert door Diederik van Werrenberch aan Andreas van Uden.
1378, februari 7
Diederik van Werrenberch verkoopt zijn gemeenten binnen Gemert, die hij verworven had van Gooswijn zoon van wijlen Geerlach Cnode en diens wettige vrouw Elisabeth dochter van wijlen Willem van Goor, voor zover die gemeenten niet zijn uitgegeven, omgraven of begrensd zijn, aan Andreas van Uden. De gemeinten mogen gebruikt blijven door het goed Te Kieboom en het goed Ten Hove, die eigendom waren van genoemde Gooswijn en zijn kinderen. Die mogen hun vee weiden, heide maaien en plaggen steken.
1379, mei 15
Diederik van Gemert geeft in erfpacht aan Jan en Willem zoons van Karel van de Panthovelaar een erf in de Aeldonk tegen een erfpacht van anderhalve oude schilden
1379 november 25
Emont zoon van Jan Roverszoon draagt al zijn goederen, die hem zijn aangekomen na de dood van Agnes zijn moeder en die hem nog zullen aankomen na de dood van Johannis zijn vader, over aan Adam van Mierd ten behoeve van Johannis, Theodericus, Henricus en Margareta, kinderen van Jan Roverszoon.
1380, augustus 9
Heinris Heinrics soen vander Heze verpacht het goet Ten Boer aan Goeswijn Arnds Snieders soen. Het goed Ten Boer is een leen van de Duitse Orde.
1381
Ghevart van Stribosch geeft een derdedeel in een akker aan de Beek in Gemert over aan Henrick de Pelser.
1381
Ghevart van Stribosch geeft een derdedeel in een akker aan de Beek in Gemert over aan Henrick de Pelser, waarvan hij al eerder een derdedeel overgegeven heeft.
1382
Lana Liesbetten dochter van Strijbosch geeft in erfpacht aan Hendrik den Pelser een derde deel van een stuk land.
1383, maart 15
Een aantal personen geeft aan dat zij hun vijandschap jegens de Duitse Orde hebben afgezworen en doen manschap aan de Duitse Orde
Willem en Johan, zoons van Willem Broegelmans van Vlierden
Arnt Ghybenzoon, zoon van Roef van Broegel
Johan Myen van Vlierden
Johan Baten van Dinther
IJsbout van den Schootakker
Heyn Duysch van der Eyken van Vlierden
Godevart Ketelbueter van Doerne
1383, juni 26
Omzetting van het leengoed Ter Vondervoort naar een erfpacht aan Johan van Gemert.
1383 ?, waarschijnlijk juni 26
Johan Janszoon van Gemert doet afstand van al zijn goederen in Gemert, dat zijn eigen goed was, en ontvangt het weer in leen terug van Reinart van Husen, landcommandeur van de Duitse Orde. Dat geldt ook voor het goed Hazeldonk dat Johan eerder van de Duitse Orde in erfpacht kreeg. Als dit goed meer waard wordt dan 17 mud rogge, dan mag Johan of zijn nakomelingen daar mee doen wat ze willen.
1383 september 23
Mathijs Haec heeft verkocht aan Melis Jan Maes een mud rogge erfpacht, die Mathijs aan Jan Maes van Gemert schuldig was uit een erf dat Jan aan Mathijs in erfpacht had gegeven.
1385 juni 19
Johan van Gemert draagt op aan de landcommandeur van Alden Biezen en het Duitse Huis van Gemert, alle gemeinten die hem in de heerlijkheid Gemert toebehoren.
1385 september 21
Hendrik de Pelser Ydensoen Nesendochter van der Beec heeft in erfpacht gegeven aan Johan Johansoen van Vijfeiken de uitbreiding van zijn eigendom in Gemert aan de Beek
1385 september 21
Johan, zoon van Johan van Vijfeiken en diens vrouw Aleit, is zes lopens rog erfpacht schuldig aan Hendrik Johans zoon den Pelser uit zijn huis aan de Beek in Gemert, zoals Johan dat huis in erfpacht kreeg van Hendrik de Pelser van Ghemert.
1386, juni 9
Verpachting door de Duitse Orde aan Bate Everets van het goed Kieboom voor negen jaren.
1386, juni 9
Duitse Orde heeft voor negen jaar de hoeve Ter Eycke verpacht aan Cele Alant Timmermanszoon
1386, juni 9
Verpachting voor 9 jaar van de hoeve Mierlo te Mierlo van de Duitse Orde aan Peter Leytens van Mierlo onder nadere voorwaarden.
1386
Uittreksel van een Gemertse schepenbrief van 1386 betreffende een erfpacht van de kinderen van Dirk van Gemert aan de kerkmeesters van Bakel
1387 februari 5
Claus, schoonzoon van Johan Wolf, geeft in erfpacht aan Gerit Wolf, de broer van Johan, het huis met hof waarin Gerit woont en dat van Johan was, voor 1 mud rogge jaarlijks. Als extra onderpand voor de erfpacht heeft Gerit een aangrenzend perceel benoemd.
1391, februari 15
Andries Suderman en Gerard van Cortenbach, scheidslieden namens de landcommandeur doen uitspraak in een geschil met Jan van Gemert en diens broers en zuster, kinderen van Diederik van Gemert de oude, bijgestaan door scheidslieden Rutger van Leytzen en Gheerlach Lucas*, over een gemeente in het dorp Gemert. De scheidslieden konden niet tot een vergelijk komen omdat er onenigheid was over wie het eerste het woord mocht voeren. De scheidslieden van de landcommandeur geven aan dat de standpunten dan maar op schrift gesteld moeten worden. Zij geven zelf aan van mening te zijn dat de onderhavige gemeente van de Duitse Orde is, aangezien Diederik van Gemert eertijds al zijn gemeenten en ook zijn heerlijkheid aan de Duitse Orde heeft verkocht.
1391, april 23
Uitgifte in erfpacht van de hoeve Ter Eycken aan Melis Jan Maes van Gemert door Vranck van Hulsberch commandeur van de Duitse Orde in Gemert.
1391 oktober 12
Reynaert van Husen, landcommandeur van de balije van de Biesen van de Duitse Orde, geeft te kennen dat Johanna, hertogin van Brabant, toestaat dat De Duitse Orde op haar goed van Gemert een kasteel gaat bouwen. De Duitse Orde belooft dat de hertogen van Brabant dat huis zullen mogen gebruiken als daar schriftelijk om gevraagd wordt en alleen zo lang het nodig mocht zijn. De schade en kosten komen voor rekening van de hertog.
1392 onbekende dag
Claus, de schoonzoon van Hannen Wolf, verkoopt een erfpacht van een mud rogge die hij krijgt van Gerit Wolf, de oom van zijn vrouw, aan Gooswijn Arnt Sniederszoon. (zie ook de oorkonde van 5 febr 1387, DOZA nr 2501)
1393, oktober 27
De Duitse Orde doet beklag bij de hertog van Gelder over Spiering van Gemert en de andere kinderen van Diederik van Gemert.
1394 april 13
De hertogin van Brabant doet de goederen beslaan van de kinderen van wijlen Diederik van Gemert
1394, mei 11
Scheidsgerecht over geschil over de gemene gronden van Gemert tussen de Duitse Orde en de familie Van Gemert. Opgemaakt door Theodericus Andree de Werdena, notaris in het diocees Luik.
1394, juli 13
Sophie van Dinther weduwe van Dirk van Gemert, doet afstand van haar tochtrecht op het erf en de gemeente De Duvelscamp ten behoeve van haar kinderen Dirk, Johan, Wouter Spiering en Godert en Gooswijn Steenweg haar schoonzoon.
1394, juli 13
Dirk, Johan, Wouter Spiering en Godert en Gooswijn Steenweg kinderen van wijlen Dirk van Gemert dragen over aan Reinart van Husen landcommandeur van Aldenbiesen van de Duitse Orde het erf en de gemeente De Duvelscamp voor schepenen van Gemert.
1395, september 21
Scheidsgerecht waardoor de inwoners van Gemert veroordeeld worden tot betaling van 1120 gouden guldens aan de Duitse Orde als straf voor het de orde aangedane onrecht, terwijl hen bovendien het beheer der gemeentegronden wordt ontnomen.
1399, juli 17
Wouter Spierinc en Goyart van Gemert doen afstand van hun aanspraken op de tiende van Gemert tbv de abdij van Echternach
1399, maart 18
Jan Henrikssoen van Gemert draagt op in leen aan de Duitse Orde de goederen die hij kreeg van Bertout zijn broer. . Bertout erfde het van zijn broer Jan, die het van zijn vader erfde. Het leen is 17 mud rogge maat van Gemert waard en alles wat het meer wordt daar mag Jan mee doen wat hij wil.
1400, juli 3
Schepenen van ‘s-Hertogenbosch oorkonden, dat ten overstaan van hen Jan die Haest, Gerijt van Kaet, Henric Glorienzoon de Welt en anderen hebben verklaard, dat de Kuezelbeemt met toebehoren eertijds heer Willem van den Bosch toebehoorde en daarvoor aan Geerling van den Bosch en er toen geen dijk in de Nouwenbeemt lag en dat op de plaats waar nu de dijk ligt voorheen de schepen passeerden.