1391 oktober 12 AKDOG 209 regest 88
AKDOG inv nr 209, regest 88; dd 1391 oktober 12
Transcriptie uit: J.C.A.Hezenmans; De Commanderij der Duitse Orde te Vucht, met een aanhangsel over die te Gemert; ‘s-Hertogenbosch 1887, blz 102
Reynaert van Husen, landcommandeur van de balije van de Biesen van de Duitse Orde, geeft te kennen dat Johanna, hertogin van Brabant, toestaat dat De Duitse Orde op haar goed van Gemert een kasteel gaat bouwen. De Duitse Orde belooft dat de hertogen van Brabant dat huis zullen mogen gebruiken als daar schriftelijk om gevraagd wordt en alleen zo lang het nodig mocht zijn. De schade en kosten komen voor rekening van de hertog.
Allen den genen die desen brieven sien oft hooren lesen, wij Reynaert van Husen landtcommandeur der balyien van der Biessen, der ordene vanden Duytschen huyse, geven met kennisse der waerheyt, want die hoogeboren vorstinne Johanna hertoginne van Lucemborgh, van Brabant ende van Limborgh, onse genedige vrouwe, onse ende onsen ordene gewillecoirt ende geoirloft heeft, dat wij op onse goeden van Gemert binnen heure lande van Brabant gelegen, metsen, timmeren ende bouwen moghen, alsoo vele ende alsoo sterck als ons geneugen sal, om ons ende onse goeden aldaer voertaen te bat beheut ende bevrijt te sijn, soo ist dat wij voor ons ende onse naecomelinghen ende van onsen ordene wegen geloeft hebben ende geloven met desen brieven in goede trouwe, dat wij oft die gene die tertijt commandeur to Gemert wesen sal oft die des voirs. huys machtich sijn sal, dat tselve huys onse voirs. genedige vrouwe ende heuren erfven, hertogen van Brabant, altoos als sij ons oft den genen die van onsen twegen opt voirs. huys sijn sal, des versuecken sullen met hunnen brieven, dat voirs. huys sullen openen ende leveren sonder vertreck, om hun daer mit ende daer uuyt met hunne vrienden, hulperen ende dieneren te behelpen, alsoo langhe ende alsoo duck als hun des noet gebeuren sal, oft dat sijs behoeven, op heuren cost ende sonder onse oft onzer ordene oft den voirs. huys schade oft verlies, ende met alsulcker voorwaerde dat sij tallen tijde als sij ons voors. huys nyet meer en behoeven dat weder gheven ende overleveren sullen, ons oft den ghenen wyen wij daer bevolen sullen hebben, allen argelist uuytgescheyden.
Ende, des toirconden hebben wij den segel, ons landscommandeurschap voirs. aan desen brief doen hangen.
Gegeven te Brussele opten twelfsten dach van October 1391.