1409 febr 14 AKDOG 796, regest 143, afschrift CvB
Archief CvB 430 f33,f33v; afschrift van AKDOG 796, regest 143, dd 14-2-1409
Transcriptie Jan Timmers
Uitgifte in erfpacht door de Duitse Orde van een akker bij de oude windmolen aan Emont Wouterszoon
Wy Korstiaen vanden Mortel, Dierck vanden Bleeck, Ansem Goessenssoen, Geret Fyensoen, Wynric Geretssoen, Henrick Queden ende Johan Karrel scepen in Gemert tuegen in desen opene brieven dat voer ons is coemen heer Jan Clotte commendeur te Gemert in diere tyt ende heeft vuijtgegeven ende erffelyc verpacht met raede syns overste heer Reynarts van Huesen lantcommendeur der balyen vanden Biessen ende met raede der broederen des huys van Gemert eenen goeden sekeren man Emont Wouterssoen was in synen heelen bedde een stucke landts dat gemeten is voer lxiii roeden ende gelegen is dien ecker byder auwer wyntmoelen steet, metter eenre syden neven Diercx erve van Gemert, dander syde beneven erffenisse was Heynen Wolfs ende metten eenen eynde aen Henrick Smollers erve, gelyck als dat voersz stucke landts gelegen is binnen synen paelsteeden, daer vuijt heeft Emont vrsz den voergenuemden commendeur geloeft tot behoeff des huys van Gemert drie vaeten roggen tsjaers erffelycken te gelden ende te betaelen opten huyse van Gemert opten sulre iaerlycx altoes op onser lieven vrouwen dach purificatio, ende te leveren metter geboeder maeten van Gemert, vuyt die voergenuemden erve. Alle argelist off nijevonden altoes vuijtgescheyden. In oerconde der waerheyt soe hebben wy scepenen vrsz onsen zegel ons gemeyns scepenstoels van Gemert aen desen brief gehangen ende gegeven inden iaer ons heeren duysent vierhondert ende negen, vierthien daegen in februario.