1662 Soevereiniteitsakkoord Gemert

1662 juni 14 Soevereiniteitsakkoord in zake Gemert

Nationaal Archief (Den Haag) – Archief Staten-Generaal (1.01.02) inventarisnummer 12579.74B, 14 juni 1662
Nota bene: een gelijkluidende oorkonde zal zich bevinden in het Deutsch Ordens Zentral Archiv [DOZA-Wien], terwijl zich in Brabants Historisch Informatie Centrum [BHIC] – Archief Kommanderij Duitse Orde Gemert (AKDOG), invnr.300, zeventiende eeuwse afschriften bevinden.
transcriptie Ad Otten dd 7 november 2017

Akte van overeenkomst, gesloten tussen de Staten-Generaal en aartshertog Leopold als grootmeester van de Duitse Orde, waarbij de Staten-Generaal de soevereiniteit en superioriteit over Gemert laten aan de Duitse Orde, die zich harerzijds verplicht de uitoefening van de Gereformeerde religie in Gemert toe te staan.

Alsoo tusschen de Hooge Mogende Heeren Staten Generael der Vereenichde Nederlanden ter eenre ende sijn hoocheijt den Ertzhertoch Leopoldus als Grootmeester, ende de Heeren vande Duijtsche ordre ter andere zijden, questie ende verschil ontstaen was, over de souverainiteijt van het dorp ende de heerlicheijt van Gemert, ende die questie bij wedersijts bewilliging ende submissie, finalick was verbleven ter decisie van eenige heeren arbiters daertoe versocht ende gecommiteert, ende middelerwijlen oock wedersijts was goetgevonden bij amicabele conferentie te tenteren den wech van accommodente ende van accord, soo sijn op huijden den IXen Junij1 deses jaers XVIc twe en t’ sestich, tusschen hoochgemelte hare Ho(og) Mo(gende)2 ende oock hoochgemelte Heer Grootmeester, ende de Heeren vande Duijtsche ordre eijndelick beraemt, besloten, ende gearresteert de naervolgende articulen

Ende vooreerst, dat hare Ho: Mo: aen hoochgemelte Heere Grootmeester, ten behoeve vande Duijtsche ordre, absolutelick sullen affstaen ende cederen de superioriteijt ende souverainiteijt over het voorsz(egde) dorp ende heerlicheijt van Gemert, in voegen dat deselve sal worden verclaert, gelijck die verclaert wert bij desen aen te comen ende te competeren de voorsz(egde) Duijtsche ordre, onder het Roomsche Rijck, ende dat hoochgemelte hare Ho: Mo: geenerhande reserve van superioriteijt ofte souverainiteijt daerop en conden, ofte op nieuws sullen willen pretenderen, hoedanich deselve oock souden mogen sijn genaemt. Behoudelick alleen, dat die van Gemert sullen blijven subject het appel ende het ingebot vanden gerechte der stadt ’s Hertogenbosch, in voegen ende manieren, als hetselve tot noch toe is gebruijckt ende geobserveert geweest, maer nochtans wederom met dien verstande dat hare Ho: Mo: daeruijt nu, ofte in toecomende tijden, niet en sullen mogen affnieten ofte infereren eenigerhande souverainiteijt ofte superioriteijt, dewijle daervan volcomentlick is gerenunctieert, ende wert gerenunctieert bij desen.
Ten anderen, dat den hoochgemelten Heer Grootmeester, de Heeren van de Duijtsche ordre, generalick ende den Commandeur van Gemert indertijt, specialijck nu ende voor altoos int toecomende in het voorsz(egde) dorp van Gemert, sullen moeten toelaten ende gedogen, de vrije publicque exercitie vande ware gereformeerde Christelicke Religie, ende tot dien eijnde aldaer selffs, ende tot hare costen sullen doen bestellen een bequame Capelle ofte andere gelegentheijt, tot d’exercitie vande voorsz(egde) Godtsdienst, mitsgaders een bequame wooninge tot verblijff vanden Predicant mitsgaders een huijs voor de persoon die ’t coster- ende schoolmeesterschap sal bedienen, gerequireert tot contentement van hare Ho: Mo:, mits dat aende Heeren van de Duijtsche ordre wederom sal blijven gereserveert het recht van patronaetschap, t’elckens precise binnen den tijt van twee maenden, een bequaem Predicant tot den voorsz(egde) Godtsdienst te presenteren, ende voor te stellen, dewelcke nae examinatie, door de naestgelegene Classis te doen, bij haer Ho: Mo: sal werden geapprobeert, ende soo vervolgens geinstalleert ende bevesticht na de ordinarise ende gebruijckelicke maniere, ende dat het onderhout vanden voorsz(egde) Cappelle, ende van des Predicants, ende Costers ofte schoolmeesterswooninge, sal staen ende blijven tot costen ende lasten van hare Ho: Mo: Des hebben hoochgemelte Heer Grootmeester, ende de Heeren vande Duijtsche ordre, oock hierbenevens belooft, gelijck beloven bij desen, die ordre altijt binnen den dorpe ende resorte van Gemert voorsz(egt) te houden, ende te doen onderhouden, dat geenerhande Cloosters van geordende Priesters, monicken ofte andere Religieusen, aldaer sullen werden aengestelt ofte gedoocht.
Ende voorts die voorsieninge doen, dat die geene die sijne professie sullen willen doen van ware gereformeerde Christelicke religie, als voorsz(egt), nu tegenwoordich, ofte die in het toecomende haer aldaer souden mogen bevinden, soo is wooninge als exercitie van voorsz(egde) Religie alsvooren sullen blijven onbecommert ende onverlet; Ende eijntlick dat hare Ho: Mo: in manieren als boven, van haren eijsch ende conclusie, voorde gemelte Heeren Arbiters in lite3 gedaen ende genomen, renuncierende, ende het souverain gesach over het voorsz(egde) dorp ende Heerlicheijt van Gemert aenden Heer Grootmeester, ende de Heeren vande Duijtsche ordre cederende, deselve boven hetgeene voorsz(egt) is, aen hare Ho: Mo: in drie termijnen sullen betalen een somme van veertich duijsent guldens, te furneren aenden Ontfanger Generael Doubleth, alhier inden Hage, in goeden gevalueerden gelde, het eerste derdepart over ses maenden, nae date deses, ende de twee resterende derdeparten t’ elckens een jaer daer nae, met desen verstande dat haer Ho: Mo: tot het effect van desen niet en sullen blijven geobligeert, in cas de voorsz(egde) termijnen op de precise tijden als vooren, niet en souden werden voldaen.
Aldus gedaen ende hiervan gemaeckt twee alleens luijdende instrumenten, den veertienden Junij, sestien hondert twee en t’ sestich. Ende wedersijts met zegel ende onderteeckeninge becrachticht door Gedeputeerden van haer Ho: Mo: ende de Heeren Virmundt Commandeur van Gemert ende Everhardt van Aller, agent vanden Heere Grootmeester vande Duijtsche ordre, wegen hoochgemelten Heere Grootmeester en de Heeren Landtcommandeur ende Cappitulairen vanden Baillie den Alden Biessen daertoe gelast ende geauthoriseert.4

 

Noten:

  1. Opmerkenswaard is hier de datum van 9 juni terwijl de oorkonde wordt afgesloten op 14 juni (1662)
  2. Met ‘Ho(og) Mo(genden)’ zijn bedoeld de leden van de Staten-Generaal. In de hiernavolgende transcriptietekst is conform de letterlijke tekst in de oorkonde telkens gekozen voor de afkorting ‘Ho: Mo:’.
  3. Met ‘Arbiters in lite’ is bedoeld ‘Arbiters in het geschil’.
  4. De oorkonde is voorzien van 11 zegels en 11 veelal niet goed leesbare handtekeningen. De namen zijn vermoedelijk te checken in andere archiefbestanden van de Staten-Generaal en/of de Raad van State. De meest bekende ondertekenaar is raadpensionaris Johan de Witt. Voor ‘Gemert’ is dat Ambrosius van Virmundt, de toenmalige commandeur van Gemert, naar wie in het centrum van Gemert een straatnaam is genoemd. Everard van Aller is de agent van de Duitse Orde en Hieronymus van Beverninck de tresorier-generaal, de resterende zeven namen zijn de gedeputeerden van de Staten-Generaal oftewel de arbiters. Naar de voorzitter van deze Commissie van Arbiters staat deze bekend als de Commissie Van Braeckel.
    Hierna volgen – voor zover leesbaar – de namen met in rood aangegeven de kwaliteit waarin zij het akkoord tekenden.

Van Braeckel (= voorzitter Commissie Arbiters)
Van Goeree (= arbiter)
Johan de Witt (= raadpensionaris)
H Stavenisse (?) (= arbiter)
Johan van Reede (= arbiter)
Bootsmast (?) (= arbiter)
Jos van Schieck (?) (= arbiter)
W: Ackena (?) (= arbiter)
Hieronymus van Beverninck (= tresorier-generaal)
A.van Virmundt D.O.Ritter (= Duitse Orde Ridder; commandeur van Gemert)
Everard van Aller (vertegenwoordiger Duitse Orde)

 

De handtekening van Johan de Witt

TRANSCRIPTIE PER OORKONDE-REGEL

Alsoo tusschen de Hooge Mogende Heeren Staten Generael der Vereenichde Nederlanden ter eenre ende sijn hoocheijt den Ertzhertoch Leopoldus als Grootmeester, ende de Heeren vande Duijtsche ordre ter andere zijden, questie ende verschil ontstaen was, over de souverainiteijt van het dorp ende de heerlicheijt van Gemert, ende die questie bij wedersijts bewilliging ende submissie, finalick was verbleven ter decisie van eenige heeren arbiters daertoe versocht ende gecommiteert, ende middelerwijlen oock wedersijts was goetgevonden bij amicabele conferentie te tenteren den wech van accommodente ende van accord, soo sijn op huijden den IXen Junij deses jaers XVIc twe en t’ sestich, tusschen hoochgemelte hare Ho(og) Mo(gende) ende oock hoochgemelte Heer Grootmeester, ende de Heeren vande Duijtsche ordre eijndelick beraemt, besloten, ende gearresteert de naervolgende articulen

Ende vooreerst, dat hare Ho: Mo: aen hoochgemelte Heere Grootmeester, ten behoeve vande Duijtsche ordre, absolutelick sullen affstaen ende cederen de superioriteijt ende souverainiteijt over het voorsz(egde) dorp ende heerlicheijt van Gemert, in voegen dat deselve sal worden verclaert, gelijck die verclaert wert bij desen aen te comen ende te competeren de voorsz(egde) Duijtsche ordre, onder het Roomsche Rijck, ende dat hoochgemelte hare Ho: Mo: geenerhande reserve van superioriteijt ofte souverainiteijt daerop en conden, ofte op nieuws sullen willen pretenderen, hoedanich deselve oock souden mogen sijn genaemt. Behoudelick alleen, dat die van Gemert sullen blijven subject het appel ende het ingebot vanden gerechte der stadt ’s Hertogenbosch, in voegen ende manieren, als hetselve tot noch toe is gebruijckt ende geobserveert geweest, maer nochtans wederom met dien verstande dat hare Ho: Mo: daeruijt nu, ofte in toecomende tijden, niet en sullen mogen affnieten ofte infereren eenigerhande souverainiteijt ofte superioriteijt, dewijle daervan volcomentlick is gerenunctieert, ende wert gerenunctieert bij desen

Ten anderen, dat den hoochgemelten Heer Grootmeester, de Heeren van de Duijtsche ordre, generalick ende den Commandeur van Gemert indertijt, specialijck nu ende voor altoos int toecomende in het voorsz(egde) dorp van Gemert, sullen moeten toelaten ende gedogen, de vrije publicque exercitie vande ware gereformeerde Christelicke Religie, ende tot dien eijnde aldaer selffs, ende tot hare costen sullen doen bestellen een bequame Capelle ofte andere gelegentheijt, tot d’exercitie vande voorsz(egde) Godtsdienst, mitsgaders een bequame wooninge tot verblijff vanden Predicant mitsgaders een huijs voor de persoon die ’t coster- ende schoolmeesterschap sal bedienen, gerequireert tot contentement van hare Ho: Mo:, mits dat aende Heeren van de Duijtsche ordre wederom sal blijven gereserveert het recht van patronaetschap, t’elckens precise binnen den tijt van twee maenden, een bequaem Predicant tot den voorsz(egde) Godtsdienst te presenteren, ende voor te stellen, dewelcke nae examinatie, door de naestgelegene Classis te doen, bij haer Ho: Mo: sal werden geapprobeert, ende soo vervolgens geinstalleert ende bevesticht na de ordinarise ende gebruijckelicke maniere, ende dat het onderhout vanden voorsz(egde) Capelle, ende van des Predicants, ende Costers ofte schoolmeesterswooninge, sal staen ende blijven tot costen ende lasten van hare Ho: Mo: Des hebben hoochgemelte Heer Grootmeester, ende de Heeren vande Duijtsche ordre, oock hierbenevens belooft, gelijck beloven bij desen, die ordre altijt binnen den dorpe ende resorte van Gemert voorsz(egt) te houden, ende te doen onderhouden, dat geenerhande Cloosters van geordende Priesters, monicken ofte andere Religieusen, aldaer sullen werden aengestelt ofte gedoocht. Ende voorts die voorsieninge doen, dat die geene die sijne professie sullen willen doen van ware gereformeerde Christelicke religie, als voorsz(egt), nu tegenwoordich, ofte die in het toecomende haer aldaer souden mogen bevinden, soo is wooninge als exercitie van voorsz(egde) Religie alsvooren sullen blijven onbecommert ende onverlet; ende eijntlick dat hare Ho: Mo: in manieren als boven, van haren eijsch ende conclusie, voorde gemelte Heeren Arbiters in lite gedaen ende genomen, renuncierende, ende het souverain gesach over het voorsz(egde) dorp ende Heerlicheijt van Gemert aenden Heer Grootmeester, ende de Heeren vande Duijtsche ordre cederende, deselve boven hetgeene voorsz(egt) is, aen hare Ho: Mo: in drie termijnen sullen betalen een somme van veertich duijsent guldens, te furneren aenden Ontfanger Generael Doubleth, alhier inden Hage, in goeden gevalueerden gelde, het eerste derdepart over ses maenden, nae date deses, ende de twee resterende derdeparten t’
elckens een jaer daer nae, met desen verstande dat haer Ho: Mo: tot het effect van desen niet en sullen blijven geobligeert, in cas de voorsz(egde) termijnen op de precise tijden
als vooren, niet en souden werden voldaen. Aldus gedaen ende hiervan gemaeckt twee alleens luijdende instrumenten, den veertienden Junij, sestien hondert twee en t’ sestich. Ende wedersijts met zegel ende onderteeckeninge becrachticht door Gedeputeerden van haer Ho: Mo: ende de Heeren Virmundt Commandeur van Gemert ende Everhardt van Aller, agent vanden Heere Grootmeester vande Duijtsche ordre, wegen hoochgemelten Heere Grootmeester en de Heeren Landtcommandeur ende Cappitulairen vanden Baillie den Alden Biessen daertoe gelast ende geauthoriseert

Download