1296, KADO inv nr 858, regest 11

Publicaties: De Maasgouw, Limburgs Jaarboek voor geschiedenis, taal en kunst; jrg 49, 1929, nr 1 blz 8-9.
F.Th.W. Smeets e.a, (red). Lemborgh, Het kasteel en zijn Sint Salviuskerk te Limbricht, Assen 1984.
Camps, Oorkondenboek Noord Brabant, deel I, nr 547.
17 september 1296

Frederik, deken van St Severinus te Keulen en investiet van de kerk van Limbricht, verkoopt aan de kommanderij Gemert een jaarlijkse cijns, toebehorend aan de kerk van Limbricht, en door de kommanderij en andere inwoners van Gemert te betalen. Met de opbrengst wordt een akker gekocht van Gerard Noye tussen Limbricht en Guttikhoven.

Vertaling overgenomen uit:
F.Th. Smeets, De oorkonden van “Fredericus de Limborch”, in: F.Th.W. Smeets e.a, (red). Lemborgh, Het kasteel en zijn Sint Salviuskerk te Limbricht, Assen 1984.

Aan allen die deze brief zullen inzien wenst Frederik, door Gods genade deken van de St. Severinuskerk te Keulen en pastoor van de kerk van Lymburch bij Sythart, in het bisdom Luik, eeuwig heil in de Heer en kennis van de waarheid van wat volgt:
Gij moet namelijk weten dat wij, met het oog op het toekomstig nut van onze kerk van Lymburch voornoemd, verkocht hebben en bij dezen uitdrukkelijk verklaren verkocht te hebben aan de godgewijde mannen de Commandeur en de broeders van het Duitse Huis te Gemert, voor een bepaalde som gelds, een eeuwigdurende jaarrente van 12 schellingen en 6 penningen Leuvens (geld), die tot nog toe telken jare door genoemde religieuzen en enige andere lieden die te Gemert wonen, aan onze voornoemde kerk van Lymburch betaald is. Voorts hebben wij die som gelds, die ons ingevolge van de akte van koop en verkoop door deze Religieuzen is uitgeteld, overhandigd en toegekend, in andere goederen gestoken: wij hebben daarvoor, tot nut en onderhoud van voornoemde kerk, een bunder akkerland, gelegen tussen Lymburch en Guttichoven, toebehorend aan Gerard, genoemd Noye, bakker van beroep, van diezelfde Gerard gekocht.
Daarbij verklaren en houden wij die Religieuzen en de andere mannen voornoemd voor immer vrij en quitte van de betaling van bovenvermelde rente.
En om dit contract de nodige zekerheid te geven, willen onze broeder Christiaan, ridder, Heer van Lymburch, en patroon van diezelfde kerk van Lymburch, en ook Alard, deken van het landdekenaat van Susteren, het goedkeuren en bevestigen met hun zegels, die zij op ons verzoek aan deze brief hechten.
Gedaan en gegeven in het jaar Onzes Heren 1296, op het feest van de zalige Cosmas en Damianus, martelaren.

Vertaling overgenomen uit De Maasgouw:

Aan allen die deze letteren zullen zien Frydericus door de gratie Gods deken der kerk van St. Severinus te Keulen en pastoor der kerk van Lymburch bij Sythart, Luiksch diocees, eeuwige zaligheid in den Heer en te kennen de waarheid van het ondergeschrevene. Weet dat wij met voorziend overleg overdenkende het nut onzer voornoemde kerk van Lymburch, voor zekere soms gelds verkocht hebben en door den inhoud dezes verklaren verkocht te hebben, aan de religieuze mannen, den Commendator en de broeders van het huis der Duitsche Orde te Gemert een eeuwigdurenden jaarcijns van 12 schellingen en 6 penningen, welke tot heden aan onze kerk betaald is door voornoemde religieuzen en eenige andere mannen uit de buurt van Gemert, dat gemeld geld, dat ons ingevolge acte van koop en verkoop voornoemd geteld, overhandigd en toegewezen is, in andere goederen gestoken is en daarmede, tot gebruik en inkomen onzer voormelde kerk, een bunder akkerland gelegen ter plaatse tusschen Lymburch en Guttechoven en behoord hebbend aan Gerardus gezegd Noye bakker, van deze gekocht is, verklarende en houdende kwijt van de betalinge van voormelden cijns die religieuzen en andere mannen voornoemd. En opdat genoemde acte van koop en verkoop de noodige vastheid erlange, keuren ze goed en bekrachtigen Christianus, ridder, heer van Lymburch, onze broeder en patroon van de kerk aldaar en heer Alardus deken van land dekenaat Susteren, door hun zegel, dat zij op ons verzoek aan deze acte hechten. En wij voornoemde Cristianus, ridder, en Alardus deken, bekrachtigen en keuren goed die acte van koop en verkoop en bebben op verzoek van Frydericus, voornoemden deken, onze zegels daaraan gehangen tot getuigenis van het voorgaande, Geschied en gegeven in het jaar Ons Heeren 1296 op den feestdag der H.H. Cosmas en Damianus, martelaren.

Latijnse tekst

 Universis presentes litteras inspecturis. . . Frydericus Dei gratia decanus ecclesie sancti Severini Coloniensis et investitus ecclesie de Lynburch prope Sythart, Leodiensis dyocesis, salutem in Domino sempiternam et subscriptam cognoscere veritatem.
Noveritis quod nos, ultilitatem ecclesie nostre de Lynburch predicte provida deliberatione in hoc pensantes vendidimus et vendidisse nos tenore presentium profitemur viris religiosis commendatori et fratribus domus Teuthonice in Gemert pro certa pecunie summa duodecim solidos et sex denarios Lovaniensis annui census perpetui ecclesie nostre de Lymburch iam dicte, singulis annis a dictis religiosis et a quibusdam aliis hominibus prope Gemert commemorantibus hactenus soluti, et ipsam pecuniam nobis ab ipsis religiosis ratione contractus emptionis et venditionis predictarum numeratam, traditam et assignatam, in alia bona posuisse, et pro ipsa pecunia ad usus et redditus supradicte ecclesie nostre unum bonuarium terre arabilis jacentis in territorio inter Lymburch et Guttichoven, que fuit Gerardi dicti Noye pistoris, emisse ab eodem Gerardo, ipsos religiosos et alios homines supradictos a solutione census predicti quitos in perpetuum et liberos clamantes et tenentes.
Et ut contractus emptionis et vendiditionis predictus debitam sortiatur firmitatem Cristianus miles dominus de Lymburch, noster germanus, ipsius ecclesie de Lymburch patronus et dominus. . . Alardus decanus concilii Suestrensis sigillis suis, que presentibus apponi rogavimus, ipsum ratificant et confirmant.

In cujus rei restimonium sigillum nostrum presentibus est appensum. Et nos. . . Cristianus miles et .. . Alardus decanus predicti contractum emptionis et venditionis sepedictum ratificantes et approbantes ad preces domini. . .Fryderici decani supradicti, sigilla nostra presentibus apposuimus in testimonium premissorum

Actum et datum anno Domini MCCXCVI, in die beatorum Cosme et Damiani Martirum.

Download