In 1717 zijn alle grondeigenaren, of beter gezegd alle belastingplichtige percelen, opgenomen in het Landboek. De percelen werden genummerd en van elk perceel werd de eigenaar genoteerd. De meeste eigenaren worden aangeduid met hun patroniem (vaders naam). In de praktijk blijkt dat de namen van de eigenaren niet in alle gevallen op dezelfde manier werd geschreven. Afwijkende spellingen komen voor, maar leveren op zichzelf geen problemen op. Het komt echter ook voor dat een afwijkend aantal patroniemen wordt vermeld of dat de ene keer wel een achternaam wordt toegevoegd en een volgende keer niet. Dat maakt het moeilijk om vast te stellen welke percelen allemaal eigendom waren van één persoon. Met behulp van het Grondeigenarenregister (GAG inv. nr. 415) kon dat probleem worden opgelost. In dat register staan immers de grondeigenaren vermeld met daarbij alle nummers waarvan ze eigenaar waren. Deze gegevens zijn gebruikt om alle oorspronkelijke grondeigenaren in het Landboek met een eenduidige naam aan te geven. In dit deel van de bewerking van het landboek zijn deze personen opgenomen waarbij het grootst aantal patroniemen dat voorkwam wordt vermeld en, als die voorkwamen, ook een achternaam. Vervolgens werden die gegevens gesorteerd op naam, zodat alle vermeldingen die betrekking hebben op dezelfde persoon bij elkaar staan. Daardoor is eigenlijk een belangrijk deel van het Grondeigenarenregister eveneens beschikbaar, namelijk alle eerste inschrijvingen met de percelen die men op dat moment (in 1717) in bezit had.
Uit de gegevens van de grondeigenaren van 1717 blijkt dat sommigen meerdere boerderijen in bezit hadden. Met de gegevens uit het Grondeigenarenregister kon in veel gevallen achterhaald worden welke percelen bij welke boerderij behoorden. In het eigenaren bestand is dat aangegeven door middel van een aanduiding van de plaats waar de boerderij stond of middels het folionummer van GAG 415 waarop de eigenaar met die boerderij stond vermeld.
De grondeigenarenlijst is nog verder bewerkt. Van alle eigenaren werd opgeteld hoeveel grond ze in totaal bezaten. Deze lijst is overigens ingedeeld in drie delen. Een lijst van huiseigenaren, een lijst van grondeigenaren die geen huis in hun bezit hadden en een derde lijst van alle grondeigenaren die buiten Gemert woonachtig waren (voorzover dat is aangegeven).
De eigenarenlijst levert behoorlijk wat extra gegevens op. Het aantal huizen of boerderijen dat iemand bezat en de totale grootte van een boerderij. Met die gegevens kan ook worden achterhaald wat de gemiddelde grootte van een boerderij is en wat het gemiddeld aantal percelen was dat daarbij hoort.