GH-2021-01 Graf van Willem Prinzen en Francina van Glabbeek

Klik hier voor tekst in PDF met afbeeldingen

C a s  J a m i n 

In Gemert-Bakel zijn oude grafmonumenten te vinden, die de hedendaagse voorbijganger niet veel meer zeggen. Dit vormt de aanleiding om in de archieven op zoek te gaan naar die vroegere levens en tegelijkertijd de graven te beschrijven.

We brengen een bezoek aan het oude kerkhof van de kerk van de Sint-Jans Onthoofding in Gemert, waar het graf te vinden is van Willem (Wilhelmus Wijnandus) Prinzen (1824-1908) en zijn echtgenote Francina (Maria Francisca) van Glabbeek (1829-1904).

Het statige, sober afgewerkte graf is vervaardigd uit een hoofdzakelijk grijze steen. Het geheel wordt omringd door een afscheidingsmuurtje, met in een hoekelement de inscriptie van de steenhouwer: ‘H. Th. Peterse, Veghel’. Dit bedrijf werd in 1905 opgericht en bestaat nog steeds1. Aan het hoofdeinde van de graftombe begint een verticale opbouw, die eindigt in een imposant kruis. Halverwege de opbouw is een witmarmeren plaquette aangebracht met in reliëf de krulletters IHS, het Christusmonogram. In de dekplaat van de tombe staat de graftekst met de persoonsgegevens gebeiteld. Daarboven, aan de voet van de opbouw, is een decoratie aangebracht van een liggend kruis met een palmtak. De palmtak symboliseert de christelijke overwinning op de dood. Onder de top met het kruis is een lelie aangebracht, het symbool van christelijke barmhartigheid.

Willem groeit op in Gemert. Hij is de vijfde van de elf kinderen van textielfabrikeur Johan Prinzen (1784-1864) en Adriana van Mierlo (1796- 1843)2. In latere jaren woont hij met zijn ouders in het huis aan de Nieuwstraat 2 in Gemert, met daarachter de textielververij van zijn vader. Dat is op de plek waar nu Brasserie Lekker Bijzonder is gevestigd.

Willems toekomstige echtgenote Francina groeit op in Helmond, als de dochter van een boterfabrikant. Het is aannemelijk dat Willem en Francina elkaar al van jongs af aan kennen, want er zijn dan al familiaire en zakelijke relaties tussen de Prinzens en de Van Glabbeeks. Op 14 september 1853 trouwen Willem en Francina in Helmond en vestigen ze zich in Gemert. Uit hun huwelijk komen vijf kinderen voort, van wie alleen Johannes Theodorus (1858-1925) de volwassen leeftijd zal bereiken. De andere vier overlijden voordat ze twee jaar oud zijn. De woning van Willem en Francina aan het Binderseind (ong. nr. 2-8) in Gemert heeft al een rijke geschiedenis als zij die betrekken. Zo doet die dienst als Dominicanenklooster (1640-1648), predikantswoning (1664-1794) en doofstommeninstituut (1830-1840).

In akten wordt voor het beroep van Willem consequent ‘fabrikant’ vermeld. Waarschijnlijk is hij als firmant betrokken bij het textielbedrijf dat door zijn vader is gesticht. Na zijn vaders dood krijgen Willems jongere broers Medardus en Felix de dagelijkse leiding over de textielfabriek van de Gebr. Prinzen. Die fabriek wordt verplaatst naar ‘De Hoef’ achter het Gemertse kasteel. Daar wordt in 1881 een moderne stoomweverij gebouwd met tweeënzeventig machinale getouwen. Deze komt bekend te staan als ‘Het Machinaal’ en blijft tot 1910 in bedrijf.

Willem is gedurende maar liefst drieënvijftig jaar verbonden aan het Rooms-Katholiek Parochieel Armbestuur in Gemert. Deze kerkelijke liefdadigheidsorganisatie benoemt hem in 1855 tot secretaris en in 1870 tot president, wat hij zal blijven tot aan zijn dood. Onder zijn leiding bouwt dit armbestuur in 1874 het St.-Elisabethgasthuis, naast Willems voormalige ouderlijk huis aan de Nieuwstraat.

Van 1858 tot 1865 heeft Willem zitting in de gemeenteraad en van 1870 tot 1898 is hij commandant van de brandweer in Gemert. Vanwege zijn charitatieve en maatschappelijke werk wordt hij zowel kerkelijk als koninklijk geridderd: in de Orde van Sint-Gregorius de Grote en in de Orde van Oranje-Nassau.

In 1903 vieren Willem en Francina hun vijftigjarig huwelijksjubileum, getuige de bewaard gebleven dankkaart voor de gouden bruiloft. Hierop staan zij geportretteerd als kersvers huwelijkspaar in 1853 en als gouden paar in 1903. De kaart is in handschrift ondertekend met hun roepnamen ‘Willem’ en ‘Francina’. Een half jaar later sterft Francina op 74-jarige leeftijd.

Na de dood van Willem op 83-jarige leeftijd in 1908 wordt hun woning gesloopt. Het maakt plaats voor het huidige monumentale huizenblok aan het Binderseind 2-4-6-8, waar ook het huidige Café D’n Engelenburcht deel van uitmaakt.

Noten:

1. petersenatuursteen.nl

2. Voor een verhaal over Willems ouders zie Gemerts Heem 2020 nr. 04 p 30-32.

Bronnen:

– Stichting Dodenakkers Funerair Erfgoed. Begrippenlijst Funeraire Symboliek (palmtak, lelie): www.dodenakkers.nl/naslag/symboliek.

– Uitleg IHS-monogram: www.jezuieten.org, Wikipedia.

– Gemeentearchief Gemert-Bakel: erfgoed.gemert-bakel.nl.

– Regionaal Historisch Centrum Eindhoven: www.rhc-eindhoven.nl.

– Drs. van Hooff, G. (1981). Busselke nr. 7: Johan Theodor Prinzen (1784-1864) en de Gemertse Textielnijverheid. Gemert: Heemkundekring De Kommanderij Gemert.

– Grafschrift W.W. Prinzen en M.F. van Glabbeek.

Online bidprentjesverzameling Heemkundekring Gemert.

Lijst van Raadsleden van de Gemeente Gemert. GH 1996-4.

– Otten, A. (1999). Elke seconde telt: 400 jaar Gemertse Brandweer 1600-2000. Gemert: Heemkundekring De Kommanderij Gemert & Personeelsvereniging Brandweer Gemert. ISBN 90-73 621-17-8.

– Otten, A. (Verteller), Van de Laak, W. & Van Weperen, K. (Camera en Montage), Geerts, M. (Regie). Mysterie 18: Mysterie van de Engelenburght. Omroep Centraal (2011).