GH-2020-03 Berta Hendriks, toen catering nog onbekend was

M a r i j  v a n  Pe l t  –  Vo s 

Een gevierd kookster op bruiloften en partijen Begin 2019 schonk Bert Mickers een aantal foto’s aan de heemkundekring. Hij kreeg ze na het overlijden van zijn oudtante Berta van de Kerkhof-Hendriks. Iedereen in Gemert kende Berta, altijd een glimlach, altijd vriendelijk, altijd goei zin. In een tijd waarin catering nog onbekend was, verzorgde zij diners bij mensen aan huis. Berta werd op 19 september 1904 in Gemert geboren als zesde van de zeven kinderen van Jan Hendriks en Dina van Woensel.

Bij de foto’s zat ook een ingelijst schilderstukje van een oud huis, gemaakt door een onbekende schilder naar een foto van omstreeks 1928. Dit huis, Pandelaar A 136, stond net voorbij de tegenwoordige St.-Michaëlstraat (die er toen nog niet was), richting Erp. Het was eigendom van Jan en Dina en nadat hun andere kinderen getrouwd waren woonden zij hier met zoon Piet en dochter Berta. Het huis was oud en brandbaar en op 23 augustus 1934 ontstond er brand. De gealarmeerde brandweer kwam met de motorspuit, maar die werd niet ingezet. Er was geen redden meer aan. Het huis met de hele inboedel brandde tot de grond toe af.

Gelukkig werd een tijdelijk onderdak gevonden. Buren uit de Pandelaar brachten spullen, een tafeltje, een paar stoelen, wat keukengerei en serviesgoed. Mensen gaven wat ze konden missen en het gezin Hendriks kon even vooruit. Al snel werd besloten om een nieuw huis te bouwen op de plek waar het oude gestaan had en er werd een plan gemaakt. Al op 29 oktober kreeg Jan Hendriks vergunning voor het bouwen van het huis dat er nu nog steeds staat, Pandelaar 51. Daarnaast werd in 1939 de Pandelaarschool gebouwd en tussen de school en het huis van Hendriks kwam later de St.-Michaëlstraat. Berta vertelde mij vijftig jaar later: ”Èn toen de Paandelerskool gebaowd zò worre, hèbbe we dor nòg grónd vùr verkaocht”.

Vader Jan overleed in 1941 en moeder Dina in 1943. Berta, die bij verschillende gezinnen in het huishouden werkte, en Piet, die in die tijd kuiper van beroep was, bleven in het ouderlijk huis wonen. Piet bleef vrijgezel en Berta kreeg verkering. Op 24 juni 1946 trouwde zij met Janus van de Kerkhof, een stoere grondwerker en vriend van Piet. Met zijn drieën woonden ze nog twintig jaar op nr. 51 in de Pandelaar. In de jaren ’50 werkte Piet als tuinman bij Ypenburg in de Ruijschenberghstraat. Als wij met een stel kinderen vanuit school naar huis gingen, kwamen we daarlangs en dan bleven we altijd een tijdje met hem staan buurten en dat was leuk.

Tot ver voorbij het midden van de vorige eeuw werden trouwerijen, gouden bruiloften, priesterfeesten en andere heuglijke feiten thuis gevierd. Bij elk feest hoort natuurlijk lekker eten. Om zelf ook iets aan de feestdag te hebben en niet heel lang in de keuken te moeten staan, werd dan iemand gevraagd om te komen koken. Er waren in Gemert een paar vrouwen die konden koken voor een groot gezelschap en een van hen was Berta Hendriks. Als Berta zou komen werd met haar het diner besproken en de familie bestelde de nodige boodschappen. Daags voor het feest werd begonnen met de voorbereidingen. Door zussen, nichtjes of buurmeisjes werden grote hoeveelheden aardappels geschild en groenten schoon gemaakt. Als het nodig was kwam Berta dan ook al vast en ze bracht heel grote pannen mee. Er werd bouillon getrokken, in de appeltijd werd appelmoes gemaakt, anders kwam die uit weckflessen en er werd pudding gekookt. Deze kooksters kwamen in veel verschillende huizen. Zij moesten kunnen improviseren en zich als het nodig was behelpen. Water kwam in Gemert tot rond 1950 nog uit een pomp en bij sommige gezinnen nog uit een put. Bouillon werd dikwijls getrokken op een petroleumstel en gekookt werd op een kolenfornuis, waarop ook elke liter heet water die nodig was werd verwarmd. Later kwamen de gasstellen met een butagasfles. Pas in 1955 werd begonnen met de aanleg van het gasnet. Vanaf toen werden fornuizen met vier pitten aangeschaft die werkten op propaangas en kwamen er geisers voor het hete water. Als de feestdag was aangebroken kwam Berta, in een gesteven en gestreken witte schort. In die tijd werd er nog ’s middags warm gegeten en terwijl de familie naar de kerk was werd er thuis gewerkt aan het feestdiner. Nichtjes of buurmeisjes die gevraagd waren om mee te helpen assisteerden Berta. Van het soepvlees werd kaawskottel gemaakt, met hardgekookte eieren en mooi opgemaakt. Op het menu stond dan als voorgerecht hors-d’oeuvre. Er werd gebakken en gebraden en het begon heel lekker te ruiken. De tafels werden mooi gedekt en versierd en alles werd keurig opgediend. Berta kreeg het altijd weer voor elkaar om met haar helpsters een lekkere feestmaaltijd klaar te maken waar iedereen van genoot. Als dan alles was afgewassen en opgeruimd zat Berta’s taak erop. Terwijl de familie het feest voortzette, ging Berta met de grote pannen weer op weg naar huis. En de volgende dag genoot de familie nog eens volop van d’n óvverskòt. In 1966 verhuisden Berta en haar mannen naar Ruijschenberghstraat 36. Het huis aan de Pandelaar 51 werd verkocht aan de familie Rovers. Berta, Janus en Piet hadden het met zijn drieën goed naar hun zin op de nieuwe stek. Toen Janus ziek werd verzorgde Berta hem liefdevol en Piet hield hem gezelschap. Janus overleed op 17 augustus 1973. Broer Piet overleed op 14 april 1980 en Berta bleef alleen achter. In 1997 is ze overleden, bijna 93 jaar oud.

Met dank aan Bert Mickers en Mien Delisse-van den Bergh

2020-03-Berta-Hendriks-toen-catering-nog.pdf