GH-2001-01 De Molenstraat als Broadway

Simon van Wetten

De wondere wereld der bewegende beelden

Natúúrlijk hield Gemert de vaart der volkeren bij. Je kon in de jaren ’30 alle klassiekers gaan bekijken in het mondaine Luxortheater in de Molenstraat. Neergezeten op stalles keek de Gemertse jeugd ademloos naar King Kong, Ben Hur en Tarzan. Met opgerekte nekspieren spoedden vooral de jongens zich onmiddellijk na de voorstelling naar de Handelse bossen, om aldaar in en rond de Mariaboom aan bij wijze van lianen opgehangen touwen van tak naar tak te slingeren. De Johnny Weismüllers van Gemert schreeuwden de oerkreet van hun grote voorbeeld tot ver over de Handelse bèrg.
Ze trommelden zich óók gorilla-achtig op de borst, zij het dat de resonantie wel wat minder was dan bij de echte Tarzan, om over King Kong maar niet te spreken. Enkele avontuurlijke filmfans lieten zich zelfs in een oude vrachtwagenband de hoogste berg afrollen. De centrifugale werking van die activiteit gaf het gevoel alsof de hersenen via de neus en de oren naar buiten wilden, en toen een kind door een botsing tussen band en boomstronk zodanig werd gelanceerd, dat het ruim een half jaar thuis verpleegd moest worden, is deze Gemertse aanvulling op het Tarzan-filmscript toch maar geschrapt.

Het eerste bericht in de “Gemertsche Courant” dat duidt op de mogelijkheid tot bioscoopbezoek in Gemert dateert van 29 november 1930:
CINEMA “MODERNE” GEMERT
Bij den heer L. van Lieshout werd Zondagavond eene Bioscoopvoorstelling gegeven. Door bijzondere omstandigheden kon de aangekondigde voorstelling: “De straat der Verlorenen” geen doorgang vinden. Maar door den ondernemer werden kosten nog moeite gespaard om Zondag Gemerts publiek niet teleur te stellen en hun een andere film te vertoonen. Nu werd voor een propvolle zaal op het witte doek gebracht “Mac Donavan”, een detectieve film.

Bijgaand stond een advertentie voor de eerstvolgende voorstelling: “De Poort van het Geluk”. Je mocht die poort door als je 60 cent (1e rang), 40 cent (2e rang) of een kwartje neertelde (3e rang). Voor dezelfde prijzen kon je een paar weken later smullen van “Sircus Schandalen” en vervolgens van “De Huwelijks Marsch.” Onovertrefbare Corstumeering, onverbeterlijk van spel, was de reclameslogan bij deze kasmagneet voor “MODERNE”. In één woord: het wordt deze week weer iets aparts. En al zijn dat eigenlijk zeven woorden, wij voelen zeventig jaar later nog iets van de opwinding en het cinefiele enthousiasme dat zich destijds van Gemert meester maakte.
Aardig is ook de vermelding van de aanwezigheid van een ‘explicateur’. Er stond dus iemand gedurende de film uit te leggen waar het allemaal over ging.
Maar wat was dat? Concurrentie! Op 6 april 1931 werd in CONCERTZAAL HOTEL “DE KEIZER” een bioscoopvoorstelling gegeven. “De Arke van Noach” dreef daar in het rond, “Grootsch, Indrukwekkend, Machtig”. Dat gold ook voor de prijzen der plaatsen, die een kwartje hoger lagen dan in “MODERNE”. En dan moest je voor het plaatsbespreken nog 10 cent per plaats bijbetalen. Maar ja, het was dan ook een Sprekende film – dat spreekt.
Op 2 mei 1931 vinden we de voorlopig laatste vermelding van “MODERNE” in de krant. Nee, er was geen sprake van neergang en cinematografische recessie, integendeel. De zaken werden nog groter aangepakt. Exploitant Leo van Lieshout vroeg en kreeg in juli 1931 een bouwvergunning voor het bouwen van een bioscoopzaal aan de Molenstraat. Aannemer Janus van Eupen zou dit filmpaleis voor ƒ 9.200 bouwen. Wie de bouwtekening goed bestudeert, ziet dat er ook toen al aan nooduitgangen werd gedacht. Maar de “noodtrap” werd later vaak oneigenlijk en in tegengestelde richting gebruikt door diegenen die wel culturele belangstelling, maar geen geld hadden. Een geldnoodtrap.
Op zaterdag 10 oktober 1931 vond de opening plaats. De prijzen waren een stuiver opgeschroefd, het dubbeltje voor het plaatsbespreken was van “De Keizer” afgekeken – maar daar werd toch geen film meer gedraaid, en de “upperclass” van Gemert kon heel toepasselijk op het Balcon plaatsnemen. Het kostte 85 cent om afwisselend naar de film en het plebs beneden je te kunnen kijken.
In de “Gemertsche Courant” stond een juichend verslag van de opening: In dezen tijd van economische malaise mag het een verheugend verschijnsel genoemd worden, wanneer er in ons blad melding kan gemaakt worden van moderniseering van een bedrijf. Er behoort moed toe, maar bovendien energie, doortastendheid en zakenkennis van den ondernemer. Tot deze categorie kunnen we gerust rangschikken de heer L. van Lieshout die het heeft aangedurfd Gemert in het bezit te stellen van een prachtig en practisch ingericht bioscooptheater.
De bekende bouwkundige, de heer A. van Eupen, kreeg voor eenige maanden terug de opdracht van het betrekkelijk primitieve bioscoopgebouw, waarin de heer L. van Lieshout op bescheiden schaal zijn bedrijf begonnen is, een modern ingericht theater te maken, vol licht en kleur.
En laten wij er direct aan toevoegen, hierin is de heer van Eupen in recordtijd geslaagd. Het oude gebouw is verdwenen en de heer van Eupen verstond de kunst, met vermijding zelfs van alle overdadige decoratieve tooi, de heer van Lieshout een inrichting te bezorgen, zoals men in grootere plaatsen nog sporadisch aantreft.
De Molenstraat is een pand rijker geworden, dat het aspect der omgeving niet weinig verhoogt. Als men de hal binnentreedt vraagt men zich onwillekeurig af of men wel in een bioscoop, of een rijk patricirshuis is binnengeloopen. De hal is groot en hoog. Ter rechterzijde leidt een breede trap den bezoeker naar het balcon, terwijl een andere deur toegang geeft tot den breeden gang. Door twee deuren kan men hier toegang krijgen tot de groote bioscoopzaal, voorzien van zeer gemakkelijke zitstoelen in prachtige modellen en uitvoering.

Ondanks al deze voorzieningen heeft “MODERN” in 1932 een tijdje stilgelegen. Wellicht dat de practisch aangebrachte ventilatie of de centrale warming niet goed functioneerde, misschien dat explicateur Schellekens een tijdje zijn stem is kwijtgeraakt, het was hoe dan ook nodig om op zondag 4 september 1932 te heropenen. Vanwege de tijdsomstandigheden waren de prijzen verlaagd. En zo kon men in Gemert al in de vooravond genieten van “Na Middernacht”, met de gevierde filmster Eddie Polo in de hoofdrol.
Een week later zal het wel dringen zijn geweest voor de ingang van “MODERN”: Wij maken belangstellenden nog attent op de filmvoorstelling a.s. Maandagavond van de Amstelbrouwerij. De bezoekers zullen worden vergast op een glaasje frisch amstelbier.
Leo van Lieshout was een gewiekst zakenman. Al in 1932 vierde hij het vijfjarig bestaan van zijn bioscoop, en kon dus met een jubileumaanbieding de kijkers naar de Molenstraat lokken. De getoonde film heette “Koning der Koningen” en ging over het leven van Jezus van Nazareth. Adembeklemmend de hoogtepunten van den lijdensweg, fel ontroerend het Laatste Avondmaal. De laatste scenes zijn meestal het hevigste maar niemand zal na het zien van dit drama, ooit de bioscoop verlaten hebben met een zóó opgekropt gemoed. Behalve gewiekst kon Van Lieshout ook heel sociaal voelend zijn. In november 1932 gaf hij een gratis voorstelling voor de werkelozen. De getoonde film, “Tusschen twee vuren” schijnt geheel in het niet te zijn gevallen bij de indrukwekkende manier waarop de nieuwe, maar niettemin zeer ervaren explicateur Bob Sabo een en ander van commentaar voorzag. Sabo had blijkbaar al voor hetere vuren gestaan.
En ook van gevoel voor humor was Leo van Lieshout niet ontbloot. Op 1 april 1933 kondigde hij de vertoning van de eerste vloeibare film aan, dat was beter voor den ogen. Wel kon het zijn dat de film verboden zou worden. Een week later stond er een kort berichtje in de “Gemertsche Courant”: De vertooning van de Vloeibare film in Cinema “Modern” is uitgesteld tot 1 april 1934. De titel van de film? “Wo Zweie sich zanken erfreut sich der Dritte”. Die derde was ongetwijfeld Leo zelf.
Hotel “De Keizer” meldde zich weer eens aan het filmfront: “Watt en Half Watt als Ridders in Lompen”. De directie van “MODERN” sloeg terug met de aanschaf van een der modernste apparaten voor de sprekende films, op één lijn gesteld met haar stadsconcurrenten. Dat was op 13 oktober 1934. Zo kon het verzamelde Gemertse volk in de voorstelling van 20 oktober Marlene Dietrich niet alleen zien, maar ook horen. De “Schanghai Express” zal nog wel lang nagedenderd hebben in Gemert…
Was de investering voor deze nieuwe apparatuur te hoog gegrepen? Hadden ze de film “Onteerd” (zaterdag 27 oktober 1934) beter niet kunnen draaien? In ieder geval werd de bioscoop “met ruim 300 zitplaatsen” en tevens “een der meest beklante café’s” van Gemert, alles gelegen op “den besten stand” van Gemert, hoek Molenstraat-Haageik, op 27 december 1934 verkocht. Goed, je kon intussen in “De Keizer” naar “Bleeke Bet”, maar dat was toch ook niet je dát. Pas een jaar later gingen de hekken van het portiek van “voorheen MODERN” weer open. De Eindhovense Bioscoopmaatschappij huurde de bioscoopzaal van P. Ermers en draaide er “Leise Flehen meine Lieder” naar de Onvoltooide Symfonie van Franz Schubert. Benieuwd hoe die film afliep?
Weer een klein jaar later nam het Luxortijdperk een aanvang. Was het aanvankelijk nog directeur Desmet van de Eindhovense Bioscoopmaatschappij die zich op het affiche plaatste, vanaf 25 september 1937 nam P.J. Ermers zelf het heft in handen, zij het dat hij de film even de film liet en aan kwam zetten met een Telepaath-Fascinateur en ook nog een Vermaarde Goochelkunstenaar en illusionist: De voorstelling gaf een uiterste verbazing, vrolijkheid en stemming. Voor Prof. Murray was door enkele daartoe aangezochte personen uit Gemert een geheime opdracht gemaakt, welke door den telepaath geblinddoekt in het openbaar keurig is uitgevoerd. Staande op de treeplank van een auto reed Prof. Murray vanuit de Molenstraat naar Boekhandel Ermers, moest daar een girohouder wegnemen en deze brengen naar Hotel “De Keyzer”, moest hier een flesch Ranja Soda medenemen en deze bezorgen bij Sigarenhandel P. v.d. Wijst, moest daar een doosje sigaretten nemen en dit deponeeren bij den heer J.H. Ypenburg. Moest hier de hoed pakken van de heer des huizes en deze brengen naar de zaal Ermers. Dit programma is zonder eenige storing in enkele minuten afgewerkt. Ook de Illusionist speelde zijn rol uitstekend, zoodat het geheel een ongekend amusement is geworden.
Vervolgens was toch echt de beurt aan Tarzan en Ben Hur en King Kong. Helaas, daarna brak de oorlog uit en de Amerikaanse films kwamen vanzelfsprekend niet door de Duitse censuur. Zelfs Johnny Weismüller mocht, ondanks zijn hoog Ariërgehalte en zijn Duitse achternaam, geen kunsten meer vertonen in de Gemertse bioscoop. Er werden nu Duitse films vertoond, zoals “Die Goldene Stadt”, volgestouwd met Duitse propaganda. Veel kaartjes werden er voor zulke films niet verkocht, en ach, naarmate de oorlogsjaren vorderden, hadden de mensen in Gemert natuurlijk ook wel wat anders aan hun hoofd.

Na de bevrijding ging het Luxortheater weer open. Terwijl de Tweede Wereldoorlog nog woedde, waren er speciale filmvoorstellingen voor evacués in december 1944, en  toneelvoorstellingen in februari en april 1945. Daarna leek even alles als vanouds, hoewel: Wij ontvingen nog een relaas betreffende de paniek, die zich op tweede Kerstdag in de avondvoorstelling in Bioscoop “Luxor Theater” heeft voorgedaan. De inzender v. B. (waarschijnlijk operateur Jan van Berlo) noemt het hele geval ’n storm in een glas water. Enkele dingen kan hij niet goed begrijpen. Wie schreeuwt er brand, als er geen vuur te zien is en de film rustig doordraait? Wie springt er – vrouw en kind achterlatend!! – van het 3? M. hoge balcon, waar twee nooddeuren uitgang bieden… in de zaal, waar 200 mensen in paniekstemming ’n goed heenkomen zochten? Het personeel trachtte vergeefs de lichtschakelaar te bereiken. Het werd gewoonweg door het hals-over-kop door één uitgang naar buiten vluchtende publiek onder de voet gelopen, terwijl drie nooduitgangen gelegenheid boden de zaal normaal te verlaten… Al met al een les voor de toekomst!

Dezelfde Jan van Berlo (als v. B. inderdaad onze Rooie Jan was) haalde twee maanden later weer de krant. Hij had een onder de operateurs van de Bioscoopondernemingen in Nederland uitgeschreven prijsvraag gewonnen met het volgende reclamevers:
’n Operateur in Meerhoven
vertoonde reclame ondersteboven.
Het publiek was er mee aan,
moest op zijn hoofd gaan staan,
Het is haast niet om te geloven!

Even leek dus alles als vanouds, maar ziet, daar was zomaar opeens een wondermachine in Gemert te aanschouwen. Niet in de bioscoop, niet in de Molenstraat, maar in de winkel van Van Lieshout in de Virmundtstraat. Met de neuzen plat tegen de etalageruit gedrukt, vergaapte de Gemertse jeugd zich anno 1948 aan de nieuwste vinding. Een wirwar van buizen, draden, lampen, toeters en bellen, tot een toverachtige symbiose samengebracht om de onvoorbereide passant met stomheid te slaan en vervolgens vol verrukking aan de winkelruit te doen kleven. De beelden in dat kastje bewogen! Dat was je wat. “Ze han d’r gîn èrg in dè ‘k ‘r ôk waor, zô stonde ze te kiejke”, zei ons opa.
Het Gemertse volk liep te hoop in de Virmundtstraat. In het Luxortheater was niks te beleven. Cor Smits, die later in lampen ging doen, was de bouwer van het tv-toestel. Het  eeldscherm
waar men voor te hoop liep, mat tien bij acht centimeter… De televisie stond in de startblokken om Gemert te veroveren.

Het Luxortheater ging niet meteen failliet. Ik ben er als menneke van een jaar of acht, zo in het begin van de jaren ’60, voor het eerst binnen geweest. Gewend als ik was aan de dikke tapijten van de Tuschinkski in Amsterdam, de ultramoderne aankleding van Cinema Damrak en de doorlopende voorstellingen in het Calypsotheater, was dat eerste bezoek aan het Luxor al een belevenis op zich! Ze draaiden er de oude zwart-wit versie van “King Kong” en de diepe indruk die de film op mij maakte, was voor een fors deel toe te schrijven aan de entourage van de Gemertse bioscoop. Het was net alsof het oerwoud waarin King Kong vertoefde, tot in de zaal dóórliep. Een ontmoeting met de reuzenaap behoorde daarom in mijn optiek tot de reëele mogelijkheden en hoewel ik op het eind van de film een diep medelijden voelde met de geheel doorzeefde en ook nog van het Empire State-building gestorte Kong en de tranen zelfs in mijn ogen sprongen (een week eerder was mijn parkiet óók al dramatisch om het leven gekomen), had ik toch niet graag gehad dat de gigantische gorilla zich daadwerkelijk vanuit het projectiescherm op de tweede rang had neergezet.

Nee, het Luxortheater ging niet meteen failliet. Het duurde immers nog een hele poos eer de experimentele uitzendingen vanuit de gloeilampenfabriek in Eindhoven werden opgevolgd door regelmatige uitzendingen vanuit Hilversum. En het duurde nog langer voordat de televisie betaalbaar en gemeengoed werd en de antennes bij honderden de sky-line van Gemert bepaalden. Antennes die, o ironie, vooral op het oosten gericht stonden om naar d’n Duitser te kunnen kijken. Daar hadden ze blijkbaar skoner programma’s: “Na Fury, wie wär es mit ein kleine Spazierfahrt?” Of d’n dikke Hoss tegen hullie pa in Bonanza: “Jawohl, sir!”

Denkt u nog wel eens aan dit alles, als u een plaatsje zoekt voor uw auto op de parkeerplaats in de hoek van de Haageik en de Molenstraat? Niet? Toch zou u dat moeten doen, als u op de plek waar eens de stallesstoelen in het Luxor stonden uit uw voertuig stapt. Dat houdt de geest rijk en levendig! Dat u door deze overpeinzingen wellicht vergeet de deur op slot te doen en bij terugkomst uw autoradio ontbeert, is weer een heel ander verhaal. Ik aanvaard geen enkele aansprakelijkheid. Ohne Gewähr.

GROTE DANK ben ik verschuldigd aan Peter van de Wijngaard, medewerker van het Gemerts gemeentearchief, die voor mij hele jaargangen van de Gemertsche Courant heeft afgestruind op “Modern” of “Luxor”-berichten.

Foto’s: Heemkundekring De Kommanderij Gemert en Gemeentearchief Gemert.

Bekijk PDF