GH-2001-01 Nééj Gímmerse Spèlleng (NGS) – deel 2

Wim Vos

 Even ter opfrissing van het geheugen: Op 11 november 1999 werd in Antwerpen het handboek ‘Hoe schrijf ik mijn dialect? – Een referentiespelling voor alle Brabantse dialecten’  gepresenteerd. 1 Aan het voorwoord ontlenen we het navolgende:
“Voor de niet-professionele verzamelaar en beschrijver is de spelling van dialectklanken een groot en soms onoverkomelijk probleem. Om dat probleem een mogelijke oplossing te bieden, hebben leden van de Stichting Brabantse Dialecten (Leuven) enerzijds en van het Noordbrabants Genootschap (Den Bosch) anderzijds gedurende enige jaren gesleuteld aan een spellingsysteem voor het schrijven van alle Brabantse dialecten. Zij werden daarin bijgestaan door professionele taalkundigen en dialectologen van de Katholieke Universiteit Nijmegen, de Katholieke Universiteit Leuven en de Vrije Universiteit Brussel. Bij het maken van deze spelling is met opzet niet gestreefd naar een eenheidsspelling die iedere lokale auteur zou moeten overnemen, maar naar een referentiespelling. Iedere poging om tot spellingeenheid te komen door lokale dialectschrijvers te doen afzien van bepaalde ingesleten aspecten van hun eigen spellingsysteem, is immers bij voorbaat tot mislukken gedoemd.
Het is dan ook de bedoeling van deze referentiespelling dat lokale dialectschrijvers hun eigen systeem, dat ze vaak reeds jaren hanteren, er naast leggen, ervan bewaren wat hun goed lijkt en het aanpassen of aanvullen met elementen uit de referentiespelling. De enige discipline die van hen gevraagd wordt, bestaat erin dat ze het eigen spellingsysteem vervolgens beschrijven in functie van de referentiespelling, dat wil zeggen dat ze de punten waarop hun spelling afwijkt van de referentiespelling opsommen. Op die manier kunnen voortaan alle gangbare spellingen in het Brabantse gebied, ondanks hun onderlinge verschillen, toch voor iedereen interpreteerbaar zijn en met elkaar vergeleken worden. De ontworpen referentiespelling vormt daarvoor het neutrale ijkpunt.”

In Gemert wordt al ruim 25 jaar een spellingsysteem voor het Gemerts gehanteerd. Mijn broer Piet Vos, als taalkundige en dialectoloog verbonden aan de K.U. Nijmegen, mag genoemd worden als de vader van dat systeem. Piet leverde ook een substantiële bijdrage aan de nu kersverse uitgave ‘Hoe schrijf ik mijn dialect?’ en in het verlengde daarvan kwam hij in de eerste aflevering van Gemerts Heem van de jaargang 2000, met een uitgebreid en verantwoord voorstel tot aanpassing van de (Oude) Gemertse Spelling (OGS) tot een Nieuwe Gemertse Spelling (NGS). Het verwierf de instemming van alle dialectschrijvers in het Gemertse. Het hiernavolgende kan gezien worden als een aanvulling op het artikel van Piet Vos. Het biedt in tabelvorm een vergelijkend overzicht van alle medeklinkers en klinkers van de Oude Gemertse Spelling (OGS) met die van de Nieuwe Gemertse Spelling (NGS). Ook combinaties van zowel medeklinkers als klinkers (tweeklanken) komen hier aan bod. Ter vergelijking is voorts opgenomen een fragment van een verhaal van Ad Otten2 in zowel de oude (OGS) als de nieuwe Gemertse spelling (NGS).

Medeklinkers

(zie tabellen)
Opmerking 1
De c, x en y komen niet voor in de OGS en de NGS (woorden met een c worden ook in het Nederlands uitgesproken met een k of een s: cent en ijsco). In de NGS komt ook de q niet meer voor omdat het spellen van assimilaties is afgeschaft (de q-klank wordt gewoon weergegeven met een k zoals in het Nederlands. Ook de ij komt niet voor, in de OGS wél de îj, die in de NGS íj is geworden (vgl. mî z’n twîje – mí z’n twíje).
Opmerking 2
De medeklinkers worden in de NGS gespeld zoals in de Brabantse referentiespelling. Dus geen assimilaties meer. Zoveel mogelijk het Nederlandse woordbeeld volgen. Ogs pèrt > ngs pèrd. Pas op met ng en n-g: zinge en án-gon. Na korte klinkers verdubbeling van medeklinkers, behalve bij ie, uu en oe. Na tweeklanken (diftongen) geen verdubbeling.

Klinkers

(zie tabellen)

VERHAAL
(in de Oude Gemertse spelling (OGS) van het Gemerts Woordenboek) (Auteur: Ad Otten)
Leentje dîn de wingkel èn Jaonez dîn èlken dách mî ‘ne grôôte pák op s’n fiets d’m bowr op. Behalven op môndech wand dan ooberden ie d’n állengen dág baj De Kroon. Dôr wáz ’t dan Kôrrembeurz èn dan dîn Jaones meepesant án klantembindeng, zîn ie, vûr de Fonts èn vûr de wingkel. Èn Anna taojs ha èlken dách maer te nèèje. Ze mákten ’t chelejk, ’t liefst jepunnekez èn ondergowt mî kèntjes. Vûr ècht sjiekke pákke èn mantelpèkskes sprong Dienna van Skajq baj. Alaen án mánsjèèsterse (mesjèèsterse) bokse ha Anna ’n verèkte hîkkel. Op ’n gegîvve mômènt ha Jaonez iejt hael môdèrnz in de eetalaazje gehange. Vlîsklûrrege kawse! Van die hael deun, zîn iedderaen. Pestoor Poel hág ’t chehöörd èn dîn op hôch pôôte nô ’t Kraojzánt. Want Poel wákte tîggen ’t seedebedèèrv in z’n peròchie. Kòrt fan tevûrre hát ie nòch cheprîkt èn in ’t Kérk-klökske geskrîvve dèt ‘r in de eetalaazjes fan Gîmmert noojt chîn mènsevlîs te zien mönde zén.
***
Ter vergelijking hetzelfde verhaal (in de aan de Brabantse referentiespelling aangepaste, Nieuwe Gemertse Spelling (NGS))
Leentje dín de winkel èn Jaones dín èlken dág mí ‘ne grooëte pák óp z’n fiets d’n boewr óp. Behalven óp mondeg want dan ooberden ie d’n állengen dág baj De Kroon. Dor wás ’t** dan Korrenbeurs èn dan dín Jaones meepesant án klantenbindeng, zín ie, vùr de Fónds èn vùr de winkel. Èn Anna taojs ha èlken dág maër te nèèje. Ze mákten et** gelejk, et liefst jepunnekes èn óndergoewd mí kèntjes. Vùr ècht sjieke pákke èn mantelpèkskes spróng Diena van Skajk* baj. Alaën án mánsjèèsterse (mesjèèsterse) bókse ha Anna ’n verrèkte híkkel. Óp ’n gegívve momènt ha Jaones iejt haël modèrns in de eetalaazje gehange. Vlísklùrrege kawse! Van die haël deun, zín iederaën. Pestoor Poel* hág ’t gehèùrd èn dín óp hog pooëte no ’t Kraojsánd. Want Poel wákte tíggen et zeedebedèèrf in z’n peròchie. Kòrt van tevùrre hát ie nòg gepríkt èn in et Kérkklökske geskrívve dèt er in de eetalaazjes van Gímmert noojt gín mènsevlís te zien mönde zén.

* Spelling van achternamen vergemertst.
Let op de ‘moeilijke’ assimilatie in de oude spelling: .. Skajq baj .. Vgl. nieuwe spelling: .. Skajk baj ..
** Het Nederlandse het kan voluit gespeld worden als et in het Gemerts in de nieuwe spelling, of naar believen als ’t, zoals vanouds. Om verwarring te voorkomen verdient het echter de voorkeur om m’n, z’n, d’n, ‘n, ‘ne, enz. te blijven schrijven (i.p.v. men, zen, den, en, ene, enz., hoewel e staat voor de stomme e (‘schwa’).

NOTEN:

1. Hoe schrijf ik mijn dialect? Een referentiespelling voor alle Brabantse dialecten, Acco, Leuven/Amersfoort, 1999.
2. Ad Otten, Otten hèg ’t, Gemert, 1999.

 

Bekijk PDF