GH-2007-01 Frans Arts
Ton Thelen
Koperwerk, klokken, schilderijen, lino’s, beeldhouwwerken, computer art, ambachtelijke instrumenten en machines, een veelheid en verscheidenheid van vaardigheden en producten waarmee Frans Arts zich onderscheiden heeft. Niet op de voorgrond tredend, maar bescheiden werkt hij hieraan door en laat hij anderen genieten van zijn opmerkelijke vaardigheden en creativiteit.
Hij is in 1942 in Gemert geboren op het adres Kruiseind 20. Daar dreef zijn moeder nog een kapperszaak, die voorheen gevestigd was op nr. 33, daarvoor in de Haagijk tegenover de voormalige VIVO. Zijn vader Cor Arts was aannemer. Hij bouwde ondermeer de Sint-Michaëlschool in De Pandelaar, het woonhuis Bloemerd nr. 9 en het pand
Molenstraat 30, café De Sport. Ter plaatse dreef voorheen Hanneke Kantelberg haar café.
De omstandigheden in het gezin waarin Frans Arts opgroeide, een vroeg gestorven vader en een zieke moeder, gaven niet de mogelijkheid om het talent dat zich openbaarde en de drang om te creëren in een levensvervulling te realiseren. Zogezegd had hij deze creativiteit niet van een vreemde; zijn vader was aannemer en moeder was naast het kappersvak actief in de Damestoneelclub ‘Roomsch Kunstgenot” (opgericht eind 1917), die onder leiding stond van regisseur Jos Kalhoven. Toen Frans nog op de Levensschool zat, merkte de leraar handvaardigheid zijn talent op en stimuleerde hem om een kunstopleiding te volgen. Vanwege de gezinssituatie zat dat er niet in en een poging om met gemeentesteun aan de Jan van Eyck Academie van Maastricht te gaan studeren bleef zonder resultaat. Hij begon zijn loopbaan als aandraaier en wever en
werd nadien metselaar, omdat daarmee een betere boterham was te verdienen. In 1963 slaagde hij voor de vakopleiding in Uden met het examenwerkstuk van een korfboog. De drang om te creëren liet zich door de beperkende omstandigheden echter niet bedwingen; op eigen kracht ontplooide hij zijn talenten op het vlak van het ambachtelijke en
het kunstzinnige. Zo heeft hij zich het vak van koperslager eigengemaakt. In de pauzes tijdens een bouwproject in Son was hij te vinden bij koperslager Wijdeven in de buurt. Op zijn eenentwintigste had hij het ambacht geheel onder de knie. Tientallen jaren repareerde hij koperwerk voor de kolenboer Frans Slits, die ook in antiek handelde. Aan het werken in wege een slechter wordende gezondheid vroegtijdig een einde. Door zijn creatieve talenten slaagde hij er ook nu in om zich van de neerdrukkende dwang der
omstandigheden te bevrijden: “Kunst tilt je boven de sores uit.” Deze waarheid heeft hij sedertdien door opmerkelijke blijken bevestigd. Ingenieuze en prachtige klokken kwamen uit zijn hand, bijzondere schilderijen rijgden zich aan zijn oeuvre. Zoals de illustratie bovenaan laat zien: Frans is een man van vele markten thuis.
Frans Arts maakt bijzondere klokken. Bijzonder vanwege het materiaalgebruik, de werkwijze en vormgeving, bijzonder vanwege zijn achtergrond: ook hier heeft hij zich ontplooid als autodidact. Eenvoudiger uurwerken, maar ook uitermate ingewikkelde klokken, technisch perfect, oorspronkelijk qua idee, ingenieus van constructie en prachtig
van uitvoering zijn onder zijn handen vandaan gekomen. Vele uren van studie naar de aspecten van tijdmeting en het mechaniek van uurwerken, vele uren van geduldig werken hebben geresulteerd in een weliswaar bescheiden aantal, maar uitermate originele klokken. Zijn eerste uurwerk dat in de jaren 1976-1977 tot stand kwam, heeft verscheidene functies, zoals maanstand, jaartal, datum, wekker. Daarop volgde een astronomisch uurwerk, dat ook de stand van de zon en de maan en de sterren in de dierenriem aangeeft. Zijn meesterwerk is het astrolabium-kalendarium uit 1987, waarbij aan het astronomisch uurwerk ook een kalendarium is toegevoegd. Gemaakt uit ‘sloopmateriaal’ en evenals de twee eerdere uurwerken zijn alle onderdelen met de figuurzaag uitgezaagd. Bij de uurwerken daarna maakte hij gebruik van even fraai als precies, zelfgemaakt gereedschap, zoals freesmachines. Koperslager, klokkenmaker, gereedschapsmaker: schoonheid, technisch vernuft en functionaliteit gaan hand in hand. Zo maakte hij een spoelmachine en een aandraaimachine voor het Boerenbondsmuseum in Gemert, dit terzijde.
Latere klokken blijven dat eigen beeldmerk dragen: eenvoudiger astronomische uurwerken, met bijvoorbeeld een wekkerfunctie, en een klok uit bromfietsonderdelen in 1992, zoals de bel gemaakt van het koppelingshuis en de slinger van remschijven. Tegen zijn zoon Frans, die eens zonder toestemming op een brommer scheurde, kon hij toen de waarschuwing geven: pas op anders hang ik die brommer aan de muur. In 2006 gebruikte hij een foliot als aandrijfmechanisme van het uurwerk.
Als klokkenmaker staat hij in een traditie die in Gemert enkele eeuwen teruggaat en als eerste met naam genoemde klokkenmaker Jacob de Jongh, Magister Horologiarus oplevert. Evenals de uit de zeventiende eeuw stammende Gemertenaar Jacob de Jongh mag hij zich ‘Magister Horologiarius’ noemen, meester- en tevens meesterlijk klokkenmaker. Een kwalificatie die ook een andere Gemertenaar treft, Gerard van Lankveld. Wat beiden gemeen hebben, hoewel ieder uniek in zijn verbeelding en uitvoering, is van vakmanschap en bewonderenswaardige kunstzinnigheid. Zoals eertijds toen er nog gilden waren, legde Frans Arts het bewijs van zijn bekwaamheid af met een meesterproef: het Astrolabium Kalendarium, een toppunt van techniek en vormgeving. Hieraan heeft hij gewerkt van 1984 tot in 1987, zo’n duizend uren zijn erin gestoken. Liefst 28 functies heeft dit uurwerk, van tijdsaanduiding in minuten en uren tot de registratie van de omloop van zon en maan, van maans- en zonsverduisteringen, van de loop van de sterren van de dierenriem, en van de opvolging van de jaargetijden, om maar enkele functies te noemen. Bijzonder is de tijdvereffening; een correctie op de wisselende snelheid waarmee de zon zich door de dierenriem verplaatst, waardoor de stand van de zon in het zuiden niet altijd precies om twaalf uur valt. Het kalendarium geeft ondermeer aan de paasdatum, de dag van carnaval en dag waarop 1 januari valt.
Een astrolabium is een vernuftig uurwerk, waarmee niet alleen de tijd kan worden gemeten, maar ook de plaatsbepaling op aarde kan worden berekend. Zo hangt de stand van de zon en de maan af van de positie op de lengteassen die over de aardbol kunnen worden getrokken en geven daarmee dus een verschillende tijdsbepaling. Het astrolabium is de voorloper van de sextant, die op het schip makkelijker te hanteren was.
Het Astrolabium Kalendarium was het pronkstuk tijdens de tentoonstellingen van de Klokkengroep ‘s-Hertogenbosch in 1984 en 1989 in het Noordbrabants Museum. “De Klokkengroep was ontstaan in 1979 uit de behoefte om mensen die plotseling uit het arbeidsproces waren genomen, toch een zinvolle tijdsbesteding met nieuwe sociale contacten te geven”, aldus het jubileumboek. Hobbyisten waren het na enkele jaren al lang niet meer. In 1980 sloot Frans Arts zich bij de groep aan en bleef 24 jaar trouw lid. Als men de leermeester Hennie Striemer mag geloven, had de groep wat technisch vernuft betreft veel te danken aan Frans; hij maakte voor velen de berekeningen. Zonder de andere leden te kort te willen doen, die bewonderenswaardige prestaties leverden, onderscheidde Frans zich door zijn geheel eigen inbreng en vormgeving, waar zij veelal naar bestaande modellen werkten. Hennie Schriemer aanhalend: “Als Frans ooit de gelegenheid had gehad om op een akademie zijn talent verder te ontwikkelen … Frans is een duizendpoot, een kei in het berekenen van functies en verhoudingen, maar ook iemand met veel gevoel voor vormgeving. Maakten ook andere leden zeer gecompliceerde uurwerken, de technische basis was vaak van Frans. Een plaat koper is als was in zijn handen; hij werkt niet naar een voorbeeld, maar kiest zelf de vorm, eigenzinnig, met iets moois als uitkomst. Techniek, ambacht, kunst, het is alledrie tezamen. Zonder de prestaties van anderen te willen miskennen, in een woord samengevat: de klokken van Frans zijn exceptioneel. Zij waren de grote trekpleister op de exposities in het Noordbrabants Museum.”
Andere exposities, waarbij ook zijn andere werken zoals lino’s, schilderijen en koperwerk getoond werden, waren ondermeer de Kunstmarkt te Esdonk in 1981, de Kunstmarkt in Udenhout in 1986, het Macropediuscollege (thans Commanderij College) in 1985, 2002 en 2007, Activiteitencentrum De Eendracht in 1992 en de Openbare Bibliotheek van Gemert in 2006. Oogste in 1975 zijn koperwerk op de Huisvlijttentoonstelling in het Gemerts kasteel aller bewondering, zo luidde het, als typering is de term huisvlijt al lang niet meer van toepassing op zijn werk, dat daar ver bovenuit rijst.
Wat de schilderkunst betreft groeide zijn werk van natuurgetrouwe, realistische weergave naar meer abstracte en sterk symbolisch geladen expressievormen. In 1998 zette hij zijn schreden in een nieuwe richting, die van de digitale kunst
ofwel computerkunst, waarin hij tot een verrassend grote diversiteit aan uitdrukkingsvormen is gekomen. Ondanks het gebruik van deze eigentijdse techniek, zijn het allerminst technische constructies die eenvoudigweg met het tekenprogramma vervaardigd zijn. Zo dienen ook gescande foto’s als basis voor de computerbewerking. Digital art wordt thans meer en meer serieus genomen als een geheel eigen kunstvorm naast beeldhouwwerk en schilderkunst. De idee dat de computor het doet en dat het gecreëerde beeld oneindig herhaalbaar is, berust op misverstand en vooringenomen onbegrip.
Deze kunstvorm brak door in de jaren zestig van de vorige eeuw en heeft sedertdien opgang gemaakt en op vele wijzen gestalte gekregen: van louter grafische werken, in combinatie met andere kunstvormen als film-, video- en internetkunst, tot interactieve ‘virtual reality art’.
Als ongebonden kunstuiting, die zich niet door ordening, normering, uniformiteit en stijlen laat bepalen, ook wel onder de noemer gebracht van een even veel omvattende als weinig onderscheidende term als postmodernisme, in alle opzichten kenmerkend voor het pluralisme van onze tijd. Expressie en intuïtie vertalen zich in een levendig kleurgebruik en rijke evenals elementaire vormentaal, door symboliek gedragen. In tegenstelling tot de conventionele schilder beschikt de digitale schilder over een virtueel palet van miljoenen kleuren en dito variabele vormen. Het belangrijkste verschil tussen digitaal en traditioneel schilderen is de ongebondenheid door lineaire processen.
Enkele bekende Nederlandse namen onder de computer-kunstenaars zijn Peter Struyken (1939), hij is bij het brede publiek bekend als de ontwerper van de postzegel met daarop het portret van Koningin Beatrix (1980-1981), en Micha Klein (1964), die al tijdens zijn opleiding aan de Rietveld Academie zich toelegde op computerkunst. Klein beschouwt computergraphics als de wraak van de schilder op de fotografie. Nu is de fotografie, die de werkelijkheid voorheen beter weergaf, weer ondergeschikt geworden aan het schilderen, al gebeurt dat dan met de computer.
Kijkend naar de computerschilderijen van Frans Arts wordt de toeschouwer getrokken door het kleurgebruik en de vormentaal, vol van betekenis en expressieve kracht, gedragen door emotie en intuïtie. Al spreekt dit ook uit zijn acrylschilderijen, waarin Frans Arts zich geïnspireerd voelt door het expressionisme van met name de Cobra-groep, het meest expliciet komt dit naar voren in zijn computerkunst. Elk schilderij vertelt zijn eigen verhaal van ervaringen en indrukken, opgedaan in het persoonlijk en het maatschappelijk leven; voor de toeschouwer invoelbaar en herkenbaar, al openbaart zich dit niet aan de oppervlakte, maar eerst als men het op zich laat inwerken. Wat verrast is de grote variatie, de intensiteit en een zekere opgewektheid die uit zijn werken spreekt.
Kunst, wat er ook over te zeggen valt, van zogenoemde amateurkunst tot zogeheten professionele kunst, elke typering, verklaring of onderscheid gaat voorbij aan de creativiteit van de maker en de intentionaliteit van het werk. “Voor kunst heb je geen diploma nodig”, zo sprak Frans Arts zich eens bescheiden uit; inderdaad het is de kwaliteit die telt en in dat opzicht verdient zijn werk waardering. Het is bijzonder in zichzelf en dwingt bewondering af.
Bekijk PDF