GH-2008-01 Klaida: de poort van Gemert

Een monument van Gerard van Lankveld

Ton Thelen

 

Beter kon het niet meezitten: de onthulling op 13 oktober 2007 van het monumentale kunstwerk dat Gerard in opdracht van de gemeente heeft gemaakt, vond plaats op een zonovergoten dag. Het gaf iets extra feestelijks aan de plechtigheid. Maar het was bovenal een blij gebeuren: een kleurrijke stoet, met harmonie Excelsior voorop, gevolgd door de beide Gemertse gilden en vele belangstellenden uit zo waar binnen- en buitenland, trok naar het woonhuis van Gerard, die vast al een tijd met spanning de stoet stond op te wachten. Daar aangekomen werd hij plechtig door de kapiteins van beide gilden uitgenodigd om, aan weerszijden geflankeerd door de koningsparen, zich aan het hoofd van de stoet op weg te begeven naar de plaats van de onthulling; met de lauwerkrans op het hoofd en vergezeld door burgemeester Jan van Maasakkers, het past de eer die een keizer toekomt. Bijna letterlijk drukte die waardigheid hem zwaar op de schouders. Hij moest namelijk het kruis dragen dat bovenin het kunstwerk geplaatst zou worden. Het tafereel had iets weg van een moderne kruisweg, zo kwam het op enkele genodigden van buiten over. Voor hen was het een verrassend en blij tafereel, zovelen op weg en zovelen langs de kant: het dorp liep uit.

Het kunstwerk waar het hier om gaat, stelt een poort voor, als symbool van de historische identiteit van Gemert. Zes eeuwen lang was Gemert een soevereine vrije heerlijkheid onder het bestuur van de internationaal hoog in aanzien staande Duitse Ridderorde. De poort moest openheid en gastvrijheid en onafhankelijkheid uitstralen, de grenzen van gebondenheid overschrijden en de link verbeelden tussen heden en verleden, aldus luidde de opdracht die het gemeentebestuur gaf aan een viertal kunstenaars, die na advies van de onafhankelijke gemeentelijke kunstcommissie waren uitgekozen om hiervoor een ontwerp te maken. Het kunstwerk zou een plaats krijgen aan de West-Om, bij de toegang tot het dorp. Behalve Gerard waren Martien Hendriks, Pjotr Müller en Elisabeth Stienstra voor een schetsontwerp benaderd. Het te realiseren kunstwerk moest wat de uitvoering betreft aan een aantal criteria voldoen: monumentaal qua vorm en afmeting; in harmonie met het omringende landschap; hedendaags qua vormgeving en uitstraling; duurzaam. Geen gemakkelijke opdracht, maar wel een hele uitdaging.

2008-1 kla1

Ter ondersteuning kregen de kunstenaars de notitie uitgereikt, “Een poort voor een historische stad”, opgesteld door Ad Otten, waarin in vogelvlucht de idee van de vrijheid die de poort moest verbeelden, historisch verantwoord was. Nadat de ontwerpen door de Kunstcommissie beoordeeld waren en van advies voorzien, lag de beslissing wie de opdracht mocht uitvoeren bij het College van B & W. Deze nam het advies van de commissie over en gunde Gerard van Lankveld de opdracht.

2008-1 kla2

Het was een spannend moment toen de laatste handeling moest worden verricht waarmee het kunstwerk officieel onthuld zou zijn. Zoals afgesproken zouden de burgemeester en Gerard in een bakje plaatsen: het plaatsen van het kruis bovenop de poort. Met een lift werden de burgemeester en Gerard, hun hoogtevrees trotserend, omhoog gehesen naar de top van de poort, waar zij het kruis met de lange pin voorzichtig in het gat van het dak moesten laten zakken. Het ging maar net; even hield iedereen de adem in. Veilig weer op de begane grond beland, hield de burgemeester een humorvolle toespraak, waarin hij verscheidene Latijnse termen verweefde, speels verwijzend naar het eigen taalgebruik van Gerard. “De poort is met gevoel ontworpen, vrolijk en kleurrijk, op een originele manier transparant”, aldus prees hij Gerard met zijn kunstwerk. Vervolgens nam Gerard het woord. Hij herinnerde aan de ‘loopgravenoorlog’ tussen zijn rijk en dat van de burgerlijke gemeente; een strijd die met de plaatsing van de poort voorgoed beslecht lijkt.

De poort, 10,5 meter hoog, 6 meter breed en ruim 12 ton zwaar, draagt de lichtvoetige naam ‘Klaïda’. Deze naam is ontleend aan het Griekse woord ‘klais’ of ‘kleis’. Via het Latijnse ‘clavis’ komt het terug in het Frans: la clef, dat zowel sleutel betekent als de klep van een muziekinstrument zoals klarinet, fluit of saxofoon. Zo letterlijk is echter het beeldende taalgebruik van Gerard niet te verstaan. Het is meer een associatieve verwijzing naar openheid en geslotenheid, en klankvolle uitdrukking van gratie. De poort is in alle opzichten een kunstwerk dat ‘Gerard’ is. Het is een folly van niveau, door een overheid gewild. Dat laatste is bijzonder; veelal hebben gemeenten moeite met bouwsels die niet gemaakt zijn volgens de voorschriften en maten van de gemeentelijke verordeningen.

Betekenisvol is de poort voorts door de merktekens die aan weerszijden zijn aangebracht op de lange pinnen. Aan de voorzijde prijkt de adelaar, verwijzend naar de Duitse Orde, welk embleem ook in het gemeentewapen en de gemeentevlag is aangebracht. Aan de achterzijde, de kant van het dorp, staat een tweekoppige adelaar, het embleem van het eigen rijk van Gerard, Monera Carkos Vlado. Twee ‘rijken’ ontmoeten elkaar: symbolisch voor de gesloten vrede.

Velen werkten mee aan de verwezenlijking van dit kunstwerk. Salet, Bouwtechniek en Constructie werkte de maquette die Gerard had gemaakt uit op schaal en rekende het technisch door; Lasbedrijf Van de Vossenberg werkte met veel genoegen aan de constructie; Udens Straalbedrijf Van Duynhoven B.V. zorgde voor de veelkleurige beschildering; Jos van den Elzen en Zn. B.V. bereidde het grondwerk voor, waarna Bouwbedrijf Hendriks Gemert B.V. de betonnen fundering kon storten. Dit bouwbedrijf zorgde ook voor de contacten met Haegens Kraanverhuur B.V., die het transport van en naar Uden voor zijn rekening nam en hulp bood bij de plaatsing en onthulling; Hendriks Installatie Techniek leverde de verlichting die binnenkort aangebracht zal worden; van Geerts Installaties kreeg Gerard het koper voor de ornamenten die op de poort zijn aangebracht en Stichting Monera verleende algehele ondersteuning aan Gerard en zijn project.

Bekijk PDF