GH-2011-01 Amigo – gevangenis in Gemert en Handel
AMIGO – GEVANGENIS IN GEMERT EN HANDEL
Ad Otten
Loodrecht op de door het oude centrum van Gemert slingerende hoofdstraat telden we tot voor kort een elftal officieel benaamde gangen. Nonnengang, St.Joris & St.Tunnisgang, Pelikaangang, Bonengang, Amstelgang, Soikerijgang, Gasthuisgang, Karregang, Bloemerdgang, Mickersgang en Kopperegang. Eind december 2010 zorgde stichting Gemert Vrijstaat1 met instemming van alle belanghebbenden voor een twaalfde gangnaambordje met de curieuze naam ‘D’n Amigogang’. Hij gaat tussen de panden Binderseind 21 en Binderseind 25 – respectievelijk bekend als ‘Hoofdzaak’ en als ‘Klokhoed’ – en loopt dan als gang min of meer dood op het als Binderseind 23 geadresseerde pand dat is voorzien van het huisnaambord ‘d’n Amigo’. In het verre verleden toen in Gemert nog een brigade gevestigd was van de marechaussee diende dit pand als hun ‘gevangenis’. En al klinkt het ongelooflijk het Spaanse woord ‘amigo’ dat vriend betekent, heeft zowel in Vlaanderen als in Brabant al sedert de Tachtigjarige Oorlog de betekenis van ‘gevangenis’.
De kazerne tegenover d’n amigo
De locatie van deze gevangenis hoeft niemand te verwonderen omdat van 1896 tot 1925 het recht tegenover de gang aan de andere kant van het Binderseind gelegen statige pand diende als Marechausseekazerne. Als geschiedkundige herinnering daaraan is een jaar of wat geleden boven het toegangsportaal van genoemd pand het koninklijk wapen van de Marechaussee met de lijfspreuk ‘je maintiendrai’ (‘ik zal handhaven’) in het straatbeeld teruggebracht. Koning Willem I was het die in 1814 het marechausseekorps stichtte en dat belastte met de handhaving van de orde, de uitvoering der wetten en het waken voor de veiligheid aan de grenzen en op de wegen in het Koninkrijk der Nederlanden. Aan dit korps hechtte de koning zijn eigen familiewapen dat pas daarna bij Koninklijk Besluit van 24.8.1815 werd vastgesteld als Nederlands rijkswapen. Het door twee gouden leeuwen gehouden wapen erfde de koning van zijn voorouders en stamt van oorsprong uit het Franse prinsdom Orange dat ‘stamvader’ Willem van Oranje in de loop van de zestiende eeuw erfde van zijn neef René van Chalons.
Na een weversoproer in het voorjaar van 1849 werd in Gemert om, zoals het in een ambtelijke verantwoording werd omschreven, ‘het ontluikende communismus’ te beteugelen, een marechausseebrigade gestationeerd.2 Aanvankelijk werd daartoe het oude gasthuis aan de Haageijk (nu: Rooijackers Meubelen) gehuurd, om in 1896 de veel riantere behuizing van het juist opgeleverde en in opdracht van kuiper Groeneweg gebouwde robuuste herenhuis aan het Binderseind te betrekken als kazerne. Bij zo’n kazerne hoorde uiteraard een gevangenis. En die werd gevonden in de gang tegenover de kazerne.
Amigo is echt gevangenis
In woordenboeken en ook middels google vinden we tal van bevestigingen dat zo’n 400 jaar geleden bij ons in Brabant de benaming ‘amigo’ voor ‘gevangenis’ vrij algemeen ingang vond. Eén der meest sprekende voorbeelden vinden we in de Rue de l’Amigo in Brussel (d.i. achter het aan de Grote Markt gelegen Brusselse stadhuis) waar de 5-sterren hotelaccommodatie Rocco Forte Hotel Amigo is gevestigd. Van een aantal zalen hebben de ramen de karakteristiek behouden van de oude staatsgevangenis die vroeger op deze plaats stond. Eén van de meest bekende gevangenen was in 1848 Karl Marx, maar de ouderdom van de staatsgevangenis gaat veel verder terug. Want werden daar bijna drie eeuwen eerder al niet de graven van Hoorne en Egmond opgesloten alvorens zij op de Grote Markt naar order van de zogeheten bloedraad van landvoogd Alva werden onthoofd?
De vraag blijft echter hoe het Spaanse woord ‘amigo’ dat internationaal bekendheid geniet als ‘vriend’, hier zo’n geheel andere betekenis kon krijgen. Taalkundigen gaan er doorgaans van uit dat het oud-nederlandse ‘vrunte’ of ‘vrint’ dat stond voor ‘gevangenis’ al of niet opzettelijk, of schertsend is verward met ‘vriend’, waardoor het Spaanse ‘amigo’ hier de betekenis kon krijgen van ‘gevangenis’. Het naambordje van de Rue de l’Amigo in Brussel kreeg deswege ook de Nederlandse vertaling van ‘Vruntstraat’ als onderschrift. In Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (23ste deel, Leiden 1987) lezen we onder vroont(e) – vroent(e), vrunte als tweede betekenis “Verouderd maar nog in gewestelijk in Vlaams-België: (stads)gevangenis”. Ter ondersteuning volgt onder meer een oud citaat: “Zij (eenige Kabeljauwsche edelen) dorsten ja Den Haeg verrassen, braken ’s graven vrunt open, en namen de verloste gevangenen mee naar Delft.” Als derde betekenis voor ‘vroont-vrunte’ lezen we hier verder van “omheinde ruimte voor het opsluiten van in beslag genomen dieren”.
In het tijdschrift ‘Onze Taal’ van de jaargang 1999 wordt ‘amigo’ door Hans Heestermans opgevoerd onder de ‘vergeten woorden’.3 Hij schrijft:
Vergeten woorden. Amigo
In het Vlaams betekent ‘amigo’ ‘gevangenis’; hoe kan een Spaans woord dat ‘vriend’ betekent, deze negatieve betekenis krijgen? Dit is te verklaren door te kijken naar de aloude Nederlandse woorden ‘vroon’ (grond van landheer) en ‘vroonte’ of ‘vrunt’ (gevangenis van de landheer). Een gangbare nevenvorm van dit laatste was ‘vriend’)”; zodoende kon het Spaanse equivalent ‘amigo’ ook op gevangenis toegepast worden. “En zo werd een vriend een vijand.”
Tenslotte komen we ‘amigo’ ook tegen in het Woordenboek van de Brabantse Dialecten [WBD].4 Onder het lemma ‘gevangenis’ zien we daar naast vele andere benamingen amigo als voorkomende in Lier, Tilburg, Bladel, Turnhout, Oelegem, Peizegem, Teralfene en Asse. Van een amigo in Gemert en Handel had men toen kennelijk nog geen weet.
D’n Amigo in Handel
Dat de benaming ‘amigo’ ook in Gemert bekend is gebleven lezen we in ‘De geschiedenis van het Lager Onderwijs in Handel’ (1981). De oude uit 1828/1829 daterende Lagere School van Handel werd in 1880 vervangen door een nieuw gebouwde Lagere School tegenover de Handelse kapel. De oude school kwam toen helemaal beschikbaar als onderwijzerswoning. In 1920 werd deze woning betrokken door het jonge onderwijzersgezin Kalkhoven-Waldram. Zestig jaar later interviewde Peter Lathouwers Mevr. Gesina Kalkhoven. Zij vertelde dat zij ooit had gehoord dat aan de achterzijde van de oude school een gevangenis was aangebouwd die in die tijd “d’n amigo” werd genoemd. In het verbouwingsbestek van 1881 staat daadwerkelijk een ´prison´ vermeld, waarin de oude plavuizen uit de onderwijzerswoning werden gelegd. De gevangenis werd voorzien van een zolder, evenals de rest van het gebouw. De ‘prison’ of ‘d’n amigo’ werd gebruikt om misdadigers en vooral dronkaards tijdelijk op te sluiten. De familie Kalkhoven had dit gebouwtje – zij woonde er van 1920 tot 1927 – in gebruik als kolenhok. De schooljeugd zo wist Gesina Kalkhoven nog te vertellen, noemde het kolenhok overigens ‘spienhok’. En… ook dat is een in het verleden veel gebruikte benaming voor ´gevangenis´.5
Met de naam ‘d’n amigo’ blijft een zowel taalkundig als geschiedkundig bijzondere herinnering bewaard.
NOTEN:
1. De naamgeving past bij de doelstelling van Stichting Gemert Vrijstaat, die beoogt ‘de plaatselijke geschiedenis beter zichtbaar te maken in het straatbeeld.’ Gemert Vrijstaat bestaat sedert november 2005 en heeft dankzij gemeentelijke en provinciale subsidies inmiddels een 150-tal projecten (grote en kleine) weten te verwezenlijken, waartoe o.m. behoren een 50-tal huisnamen en een 10-tal gangnamen.
2. Henk Giebels, Het Gemertse weversoproer van 1849, Gemert 1999.
3. ‘Onze Taal’, 1999, blz. 227.
4. Woordenboek van de Brabantse Dialecten III, 3.1 (Maatschappelijk gedrag, school en onderwijs), p. 372 en 373.
5. Peter Lathouwers, Lager Onderwijs in Handel 1722-1980, Gemert 1980, blz. 21.
Bekijk PDF