GH-2011-01 Kunstenaars en het echtpaar Roelofs

KUNSTENAARS EN HET ECHTPAAR ROELOFS

Anny van de Kimmenade-Beekmans

In eerdere publicaties besteedde ik reeds aandacht aan enkele bijzondere activiteiten van het echtpaar Roelofs. Er is nog een aspect dat extra aandacht verdiend en wel het feit dat er bij hen in de Oudestraat in de loop der jaren verschillende kunstenaars over de vloer kwamen. Dat gegeven hing in eerste instantie samen met toeval maar het had wel tot gevolg dat er van deze kunstenaars heden ten dage nog duidelijk artistieke sporen zijn terug te vinden in Gemert.

In 1925 begon Toon Roelofs met zijn verloofde Cisca Kalkhoven de schortenfabriek. Medewerkster van het eerste uur was Nelly Janssen, een werkloze onderwijzeres van het Hopveld.1 In 1930 vond Nelly uiteindelijk toch emplooi binnen het onderwijs. Door bemiddeling van de Veghelse kweekschool kreeg ze een aanstelling aan de meisjesschool in Zeilberg en Nelly vertrok uit Gemert.

In de jaren daarna leerde ze daar haar echtgenoot Herman Wildschut kennen. Hij was als onderwijzer verbonden aan de jongensschool in diezelfde plaats. In 1937 trouwde Nelly met Herman Wildschut. Hij was de broer van de kunstenaar Daan Wildschut.2

Door Nelly Janssen leerden Toon en Cisca Roelofs deze kunstenaar kennen. Dat contact groeide in de loop der jaren uit tot een hechte vriendschap. Via Daan Wildschut kwam het echtpaar Roelofs in contact met diens vriendenkring die vele kunstenaars telde onder wie Charles Eyck, Ries Mulder en Jacques van Rhijn.

Daan Wildschut

Daan Wildschut, in 1913 geboren in Grave, is voornamelijk bekend van zijn glas-in-loodramen en mozaïeken. Maar daarnaast was hij ook schilder, beeldhouwer en schrijver. Wildschut studeerde van 1931 tot 1933 aan de Koninklijke School voor Kunst, Techniek en Ambacht in ‘s-Hertogenbosch en later aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen. Voor het Nederlandse Paviljoen op de wereldtentoonstelling van 1935 in Brussel ontwierp hij een groot raam. Vanaf 1937 won Daan drie jaar op rij de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst.3

Opdrachten van het echtpaar Roelofs

In de tijd dat Cisca en Toon Roelofs Daan Wildschut leerden kennen, begon deze kunstenaar naam te maken. Voor het verwerven van opdrachten waren de tijden echter ongunstig. Door de algehele economische malaise van de dertiger jaren, gevolgd door de oorlogsjaren was er weinig vraag naar kunstobjecten.

2011-1 kunstenaars1

Voor de familie Roelofs, die in 1937 aan de Oudestraat hun nieuwe woonhuis met atelier in gebruik namen, voerde Daan enkele opdrachten uit. In het begin van de veertiger jaren decoreerde hij de muren van het atelier. Van deze schilderingen is helaas niets bewaard gebleven. Ze gingen tijdens de verbouwing van 1954 verloren. Wat wel bewaard bleef zijn de glas-in-loodramen die Daan in 1941 vervaardigde. Een drieluik geplaatst boven de voordeur van het woonhuis. Uit de bovenste en onderste ramen valt de herkomst van het echtpaar Roelofs af te leiden. In de bovenste ramen van rechts naar links staan de wapens van Culemborg (geboorteplaats Cisca), Gemert en Gennep (geboorteplaats Toon). In de onderste drie ramen staan van links naar rechts de provinciewapens van Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Op het grote raam in het midden staat Sint Homobonus afgebeeld. Volgens overlevering leefde deze heilige in de twaalfde eeuw. Hij was koopman van beroep en leidde een voorbeeldig gezinsleven. Daarnaast beoefende Sint Homobonus vele werken van barmhartigheid. Hij stierf in 1197 in Cremona, waar zijn relikwieën in de dom rusten. Sint Homobonus is de patroonheilige van de textielhandelaren. In zijn linkerhand heeft hij een ‘lakenmes’ en een zogeheten ‘ellenstok’, attributen die behoren bij de textielbewerking.

In het raam links van Sint Homobonus staat een afbeelding uit de Bijbel. Het betreft het verhaal van de opwekking van de jongeling van Naïn (Lucas hoofdstuk 7, vers 11 – 17). Wat het raam rechts van de patroonheilige precies verbeeldt, is niet duidelijk; een Franciscaner monnik met een monstrans in de hand. Zoveel is zeker, het is geen bijbelverhaal. Immers de Franciscanen en de verering van de hostie stammen uit de na-bijbelse tijd.4

Deze glas-in-loodramen bevinden zich nog steeds in het pand aan de Oudestraat. Onlangs is het voormalige woonhuis van de familie Roelofs opnieuw van eigenaar veranderd. Het is nu eigendom van ‘Goed Wonen’. Voorafgaand aan de verkoop werden de glas-in-loodramen voor Gemert veilig gesteld. In de voorlopige verkoopovereenkomst was namelijk bedongen dat dit drieluik van Daan Wildschut aan de gemeente of aan de heemkundekring moet worden overgedragen ingeval het pand wordt afgebroken dan wel ingrijpend wordt verbouwd.

Gastvrij onderdak voor kunstenaars

Zoals eerder vermeld, kwamen Cisca en Toon Roelofs door hun vriendschap met Daan Wildschut in contact met andere kunstenaars. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog bood het echtpaar een gastvrij onderdak aan2011-1 kunstenaars2 verschillende kunstenaars. Dat verblijf in Gemert hing samen met de beschildering van de neo-romaanse kerk Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming in Helmond. De bouw van deze koepelkerk, gelegen aan de westzijde van de Zuid-Willemsvaart, kwam tussen 1914 en 1925 tot stand.

Aanvankelijk werd slechts een deel van deze kerk gebouwd, te weten het priesterkoor, het dwarsschip en de koepel. Piet de Wit, een rijke Helmondse textielbaron was opdrachtgever. De ontwerper was de Rotterdamse architect Jos Margry, en aannemer werd – na openbare aanbesteding – Janus van Eupen uit Gemert. De aanneemsom voor het eerste gedeelte van deze kerk met pastorie bedroeg in totaal f. 84.468,–.

Op 1 april 1914 begon Van Eupen met de voorbereidende werkzaamheden. Korte tijd later, op 19 mei werd de eerste steen gelegd. Het begin van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914 vormde aanvankelijk een ernstige belemmering in de voortgang van de werkzaamheden. Gebrek aan werkkrachten vanwege de algehele mobilisatie, tekort aan materialen door transportproblemen, maar ook

2011-1 kunstenaars3

geldproblemen 2011-1 kunstenaars5vanwege de ontstane geldcrisis. Niettemin was het in juli 1915 zover dat de kerk haar voltooiing naderde. Het duurde echter tot 1925 voordat tot de bouw van het middenschip en de toren kon worden overgegaan. Dit tweede gedeelte werd gebouwd door de Gebroeders De Vries uit Helmond voor een bedrag van f. 96.000,–.5

 

Charles Eyck

Eind jaren dertig kreeg de Limburgse kunstenaar Charles Eyck opdracht om muren en gewelven van deze kerk van schilderingen te voorzien. De uitvoering ervan werd ernstig vertraagd door de oorlogsomstandigheden. Het duurde dan ook tot 1949 voordat alle muur- en gewelfschilderingen in de kerk klaar waren.

In die naoorlogse jaren liet Charles Eyck zich bij vele schilderingen in de Helmondse koepelkerk assisteren door Daan Wildschut. Na afronding van zijn opleiding was Wildschut namelijk geattendeerd op het werk van Charles Eyck. Een jarenlange vriendschap en samenwerking was het gevolg. Na de Tweede Wereldoorlog hadden zij hun ateliers in het Bonnefantenklooster in Maastricht.

Behalve Daan Wildschut liet Charles Eyck zich ook bijstaan door de IJsselsteinse kunstenaar Ries Mulder. Deze drie kunstenaars logeerden soms maanden achtereen bij de familie Roelofs aan de Oudestraat om vandaar uit naar Helmond te pendelen.

Charles Eyck was doof en communiceerde door middel van liplezen en gebaren. Op elfjarige leeftijd was hij na een zware ziekte doof geworden en was ook zijn spraak belemmerd. Voor Toon Roelofs vormde de beperking van Van Eyck geen probleem. Hij kon uitstekend met hem van gedachten wisselen.2011-1 kunstenaars6

Het Gemertse vredesmonument

Tijdens de oorlogsjaren was Toon Roelofs op velerlei terreinen actief binnen het verzet. Na de oorlog kreeg hij hiervoor erkenning en als zodanig stond hij aan het hoofd van de plaatselijke afdeling van de Gemeenschap Oud Illegale Werkers (GOIW).

Medio mei 1945, direct na de bevrijding ontstond er bij Gemertse oud-verzetsstrijders de wens een monument op te richten uit dankbaarheid voor de afloop van de Tweede Wereldoorlog. Om die wens vorm te geven, richtten ze het ‘Comité Stichting Oorlogsmonument Gemert’ op. Voornamelijk oud-verzetsstrijders schonken hiervoor geld. Jan Rooijakkers, de toenmalige gemeenteontvanger trad binnen het comité op als penningmeester.6

Toon Roelofs hield zich binnen het comité bezig met de meer praktische zaken. Als hoofd van de plaatselijke GOIW voerde hij overleg met gemeente en provincie over de plaats van het monument.7 Behalve dat was Toon Roelofs belangrijk als geldschieter door het verstrekken van de benodigde voorschotten. De geschonken geldbedragen die vanaf mei 1945 in zijn geheel belegd waren bij de Gemertse Boerenleenbank, waren in het kader van de naoorlogse geldzuivering deels geblokkeerd. Tegoeden opnemen konden alleen als de aanvrager beschikte over een gemotiveerde en 2011-1 kunstenaars7schriftelijk goedgekeurde deblokkeringaanvraag van de Nederlandsche Bank N.V. in Den Bosch. Een tijdrovende procedure.8

In de keuze om Charles Eijck het Gemertse vredesmonument vorm te laten geven, heeft het echtpaar Roelofs zeker een rol gespeeld. In die jaren was Eyck er immers vaak te gast. Ook de toenmalige burgemeester De Bekker, die grote waardering had voor deze kunstenaar, kwam regelmatig bij de familie Roelofs op bezoek.

 

Jacques van Rhijn

Bij de vervaardiging van het monument werd Charles Eyck geassisteerd door de beeldhouwer Jacques van Rhijn. Laatstgenoemde maakt ook de bronzen letters. Voordat het monument in de tuin van het kasteel een definitieve plaats kreeg, was het korte tijd opgesteld in het atelier van Roelofs. Daar werd de laatste hand gelegd en werden er de bronzen letters aangebracht. Na de onthulling van het monument op 8 juni 1947, droeg de afdeling Gemert der GOIW het om niet over aan de gemeente.

Ook met Jacques van Rhijn onderhielden Toon en Cisca vriendschappelijke betrekkingen. In het begin van de vijftiger jaren kwam er van de hand van deze kunstenaar een beeldje in hun tuin aan de Oudestraat. Het verbeeldde een vrouw met kinderen, een voorstudie voor een beeld bedoelt voor een plein in Utrecht.92011-1 kunstenaars8

Jan van Gemert

Toos de Groot, sedert 1936 de inwonende dienstbode bij de familie Roelofs, kreeg in 1946 van haar verloofde Leo Vilé een schilderij cadeau. Het was van de hand van Jan van Gemert. Leo, van beroep timmerman maakte indertijd lijsten voor deze Gemertse kunstenaar in spe. Jan beschikte niet over geld, wel over schilderijen. Vandaar dat hij de inspanning van Leo met een van zijn werken beloonde. Totdat het een definitieve bestemming kreeg, bewaarde Toos het schilderij in de kast van haar slaapkamer bij de familie Roelofs.

Tijdens een van de vele bezoeken van Charles Eyck en Daan Wildschut spoorde Toon Roelofs Toos aan het schilderij van boven te halen om het aan deze kunstkenners te laten zien. Al bij de eerste aanblik waren ze er beiden van overtuigd dat de maker van dit schilderij over talent beschikte. Door middel van gebaren maakte2011-1 kunstrenaars9 Van Eyck aan Toos duidelijk dat het schilderij veel geld waard was als er zijn naam onder zou staan.

Daan Wildschut, die indertijd lesgaf aan de Eindhovense kunstacademie, zorgde ervoor dat Jan van Gemert tot voornoemd instituut werd toegelaten om er zijn kunstzinnige aanleg verder te ontplooien. Jaren later, toen Jan van Gemert als kunstenaar erkenning genoot en hij tussentijds zijn werken tentoonstelde, vroeg hij steevast dit schilderij van Leo en Toos in bruikleen.10

Cadeau’s voor Toos en Leo

2011-1 kunstenaars10Door de jaren heen was er een bijzondere band gegroeid tussen de inwonende dienstbode Toos de Groot en de familie Roelofs. Dat hing ten nauwste samen met de verzetsactiviteiten en de vele angstige momenten tijdens de oorlog. Cisca werd opgepakt nadat Toon was ondergedoken en Toos stond alleen voor de huishouding. Ook zij werd aan de tand gevoeld over de verblijfplaats van Toon, maar ze liet niets los.11

Toos de Groot en Leo Vilé trouwden 29 juli 1948. Van Cisca en Toon Roelofs kregen ze als huwelijksgeschenk een Madonna met Kind in glas-in-lood, gemaakt door Daan Wildschut. Ter gelegenheid van de geboorte van zoon Jos, het eerste kind van Toos en Leo maakte Jacques van Rhijn in 1950 een wandbord. Dit aandenken kregen ze cadeau van Kea Roelofs, dochter van Cisca en Toon. Kea was peettante van de boreling.

Nog meer sporen van ‘de kunstenaars van Roelofs’

De kunstenaars ‘van Roelofs’ hebben Gemert nog meer nagelaten. Zo maakte Charles Eyck in 1947 voor het Openluchtaltaar in het Processiepark te Handel twee kostelijke reliëfs van respectievelijk een mannengroep en een vrouwengroep die Maria vereren. De beide kunstwerken zijn aangebracht in de muren die het altaar flankeren.12

In 1948 maakte Charles Eyck voor de gemeente ook een beeldje van een vrouw met een waterkan op het hoofd die boven op de nieuwe ‘Wilhelminapomp’ kwam te staan. De pomp is geen lang leven beschoren geweest. De schade na een ‘ongeluk’ bij het opbouwen van de kermis was zo groot dat de brokstukken verhuisden naar de vuilnisbelt in De Mortel.

Pronkstukken van Charles Eyck en Daan Wildschut zijn wel bewaard in de kerk St.Jan’s Onthoofding. In 1952 onderging de parochiekerk onder pastoor J. van den Heuvel enige verandering. De doopkapel verhuisde naar de zuidkant van de kerk en Charles Eyck maakte hiervoor een glas-in-loodraam met de Verrijzenis van Christus en de engel Sint Michael met de draak (de duivel). Voor de devotiekapel, die datzelfde jaar naar de noordzijde van de kerk was verplaatst, maakte Daan Wildschut een glas-in-loodraam dat de boom van Jesse (Isaï) uitbeeldt. Uit Isaï, de vader van David groeit een boom, symbool voor de stamboom van Christus.13

NOTEN:

1) Anny van de Kimmenade-Beekmans, De schortenfabriek van Roelofs, in: GH 2010/1

2) Nellie Wildschut-Janssen

3) Wikipedia

4) Pastor Jan Vogels

5) Parochie Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming 1915-1990, Helmond, 1990

6) GA: 068

7) GA: 004/1395

8) GA: 068). Pas in maart 1951 waren alle voorschotten met Toon Roelofs vereffend.

9) Kea Hermans-Roelofs

10) Toos Vilé-de Groot

11) J.M. van de Kimmenade-Beekmans, Gemert bezet – Gemert bevrijd, Gemert, 1994, blz. 143-146.

12) Peter Lathouwers, In eeren ende oirbaer onser vrouwe te Haenle – kerk en bedevaart in Handel, Gemert 2005, blz. 101-102.

13) Ton Thelen, In volle glorie, Gemert 2003, blz.76-82

Met dank aan: medewerkers en vrijwilligers Gemeentearchief Gemert-Bakel, Kea Hermans-Roelofs, Lau Huijbers, Ad Otten, pastor Jan Vogels, Toos Vilé-de Groot en Nelly Wildschut-Janssen.

Bekijk PDF