GH-2012-03 Ghere Beke

Jacques van der Velden

In de Paelbrief van 1326 worden de grenzen tussen het rechtsgebied van Dirick van Gemert en de Duitse Orde beschreven. Hierin wordt verwezen naar een grenspaal ‘die steit tusschen ghere Beke ende den Kyeboem van dien pael over dor dat Gorswinkel tot . . ‘. Die paal staat dus ’tusschen ghere Beke ende den Kieboem’. Wat is nu de betekenis van ghere? Is het een onderdeel van de naam Beke of zegt het iets over deze Beke? Omdat in het oorkondenboek van Gemert, Ghere met een hoofdletter wordt geschreven, wordt de suggestie gewekt dat het een onderdeel van de naam is!

Voorbeelden met zinsnede Taalgebied Periode Bron
xx morgen in gheerre lire Holland 1280-1287 Verzameling M.Gysseling
ic sie van gere borge gaen Brabant 1291-1300 Verzameling M.Gysseling
ende hi dranc van ghere beke Vlaanderen 1285 VMNW lemma gene (II)
was die mur van ghenre sale Vlaanderen 1285 VMNW lemma gene (II)
Vormen van gene, jener en gen Bron
ghere, gere, ghenre VMNW lemma gene (II)
gherre, ghere, gheenre Verzameling J.Opgenort jener
gher, ger, goer Verzameling J.Opgenort gen

Bovenstaande tabel is een selectie uit de gegevens, die J.Opgenort en M.Gysseling verzameld hebben. Aangevuld met voorbeelden uit het Vroegmiddelnederlands Woordenboek [VMNW]. Het is opvallend dat de zinsnede tusschen ghere Beke geen lidwoord heeft net als de voorbeelden in de tabel. Dit in tegenstelling tot de zinsnede den kieboom die wel een lidwoord heeft. Het woord ghere neemt blijkbaar dezelfde positie in als het lidwoord den. Ghere en de vele varianten daarvan, zoals die in de tabel zijn opgenomen, zijn voorbeelden van het vrouwelijk enkelvoud datief (3e naamval) van het aanwijzend voornaamwoord gene.

Voorzetsel Ghene variant Zelfstandig nw.
In Gheerre lire
Van Gere borge
Van Ghere beke
Van Ghenre sale
Tussen Ghere beke

Een samenvatting van de verschillende zinsneden heb ik in de bovenstaande tabel opgenomen. De woordvolgorde is steeds, voorzetsel met 3e naamval, aanwijzend voornaamwoord met 3e naamval uitgang, vrouwelijk zelfstandig naamwoord enkelvoud. Uit deze vergelijking blijkt volgens mij dat ghere een vorm van gene is. Versteende uitdrukkingen waarin deze datief nog voorkomt zijn: van ganser harte, te goeder trouw, ter zee. Voor wat betreft het lidwoord wordt hiervoor der en ener gebruikt. In alle andere gevallen behalve het vrouwelijk enkelvoud wordt in versteende uitdrukkingen bij de datief den en enen gebruikt. In de zinsnede den Kieboom is het lidwoord de, datief [tussen] mannelijk [boom] enkelvoud en daarom den. In het Duits wordt na het voorzetsel zwischen, net als in het Nederlands na tussen, niet altijd de datief gebruikt. Wel als de zin antwoord geeft op de vraag ‘waar?’. In ons geval is dat zo, want de zin in de Paelbrief geeft antwoord op de vraag waar de paal stond. Bij toponiemen is dat meestal het geval omdat die een plaats aanduiden. Het woord toponiem komt van het Griekse topos ‘plaats’ en onoma ‘naam’ en is het synoniem van plaats-, veld- of streeknaam.

gheen ghene ghenre ghere ghere | varianten van gene
een ene eenre I enere II ere III | varianten van een

Bovenstaande tabelletje laat zien dat de verbuigingen van gene die van het lidwoord een volgden. Beginnende bij colom drie, voorbeelden van zinsneden met het lidwoord een: I ter eenre zijde, II bi enere mile ghehende en III bi ere mile ghehende ‘binnen de afstand van één mijl’ (Vlaanderen 1299). Dit zijn allemaal voorbeelden van datief vrouwelijk enkelvoud met het lidwoord een waarvoor dus een gene variant bestaat met eenzelfde uitgang. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat het werkwoord geren ‘het telkens of aanhoudend rennen’ of het zelfstandig naamwoord gere ‘schuin toelopend stuk’ hier van toepassing is. Gere heeft alleen betrekking op oppervlakte aanduidende namen, zoals akkers, velden, etc. en een verklaring afgeleid van het werkwoord geren ben ik in verband met toponiemen nooit tegen gekomen. Bovendien verwacht ik dan een lidwoord te vinden voor het zelfstandig naamwoord. Aan de andere kant, het aanwijzend voornaamwoord gene in al zijn vormen werd zéér veel gebruikt in combinatie met toponiemen. Een van die vormen, de datief in ons geval, is al heel lang opgehouden een stelselmatig onderdeel van het Nederlands te zijn, daarvan zijn dus alleen nog versteende vormen bekend. In het Nederlands kennen wij gene alleen nog maar in de sterk verouderde uitdrukking aan gene zijde ‘aan de overkant’. Het woord ghere maakt dus géén onderdeel uit van de naam van de beek, maar is slechts een aanwijzend voornaamwoord. Dit verklaart meteen waarom de combinatie ghere beke na 1326 niet meer is voorgekomen. Deze beek werd naderhand gewoon de Beek genoemd! Ghere Beke is in het Nederlands van toen op te vatten als gene Beke of die Beke. Ghere fungeert hier uitsluitend als aanwijzend voornaamwoord en is géén onderdeel van de naam.

Geraadpleegde literatuur:
GH 1980, 4, 109-118 De Rips en de Beek. A.Otten
GH 1981, 1, 27-28 De ghere Beke, de Rips en de Knollenbijters. Drs. H. Thiadens
Van d’n Aabeemd tot de Zwijnsput, pagina 94. H. Beijers en G. v. Bussel, Lemma geen/gene, geer
Mededelingen, Onomastica Neerlandica, 1967, 3-4, 137-140 Het aanwijzend voornaamwoord gene bij toponiemen. M.Gysseling
Oorkondenboek van Gemert, 1242-1614, Heemkundekring Gemert, 1977
http://www.opgenort.nl/opgenort.html De lidwoordelijke oorsprong van gen. J. Opgenort
http://nl.wikipedia.org/wiki/Datief Datiefvormen
http://www.wnt.inl.nl/ Een (I) 2.1.2.2 Een enkele. Vroegmiddelnederlands Woordenboek.

Bekijk PDF