GH-2016-01 De omwenteling en vernieuwing (1977 – 1980)
Peter van den Elsen
Vanaf het begin van de jaren zeventig begint het ledenaantal te groeien. Al vanaf de oprichting heeft de heemkundekring een aantrekkingskracht op jongeren, zo ook in het begin van de jaren zeventig. Jongerenorganisatie MIC is lid en heeft het tijdschrift op de leestafel liggen.
De belangstelling neemt verder toe als Ad Otten in het in 1973 opgerichte weekblad De Streek start met een reeks artikeltjes ‘Terug naar toen’. Het ledenaantal verdubbelt van 85 in 1968 naar 170 in 1975, onder wie een aantal jongeren die meer activiteiten willen. In de loop van 1975 organiseren enkele van hen zich in een werkgroep die zich inzet voor vernieuwing en bepleit binnen de heemkundekring het vormen van specifieke werkgroepen. Het bestuur neemt een afwerende houding aan en gaat zelfs zover dat zonder een bestuursverkiezing te houden Noud Rooderkerken tot secretaris wordt benoemd als opvolger van rector Pennings. De werkgroepleden ‘eisen’ een bestuursverkiezing, maar omdat er geen statuten zijn blijft het bij een moreel appèl.
Omdat het bestuur weinig toeschietelijk blijft doet Wim Vos, op dat moment bestuurslid van Brabants Heem, een bemiddelingspoging. Helaas, zonder het gewenste effect met als gevolg dat in de jaarvergadering van 1977 vier leden van de werkgroep zich kandidaat stellen voor het bestuur, te weten Ad Otten, Peter Lathouwers, Henk Giebels en Peter van den Elsen.
De jaarvergadering op 15 april 1977 is in alle opzichten enerverend te noemen. Hoofdschotel van de avond is de bestuursverkiezing. Aftredend zijn voorzitter Christ van Schijndel, conservator Jacques van den Broek en André van Houtert. Het bestuur stelt voor om genoemde drie personen te vervangen door Peter van den Elsen, Henk Giebels en Antoon van den Elsen. De vergadering gaat hiermee niet akkoord en stelt voor om een open bestuursverkiezing te houden voor alle zeven bestuurszetels. Jan Swinkels vraagt het bestuur open te staan voor de initiatieven van de jeugd. Ook Willem Vos sr. neemt het op voor de jonge garde en ziet liever een open bestuursverkiezing voor alle zeven bestuurszetels en het bestuur uit te breiden tot negen bestuursleden. Het bestuur wijst dit voorstel af. De gemoederen lopen hoog op. De bovenzaal van Dientje zit bomvol als ook verscheidene raadsleden direct na de raadsvergadering naar de jaarvergadering zijn gekomen. Het bestuur schorst de vergadering verscheidene keren om gedane voorstellen te bespreken. Drie stemrondes volgen met als resultaat dat van het oude bestuur Jan van Rooij en Noud Rooderkerken eveneens aftreden, en Martien van den Boom zijn verkiezing in beraad houdt. Alleen Marinus de Wit accepteert zijn verkiezing met de mededeling dat hij alle vertrouwen heeft in de goede bedoelingen van de jeugd. Nieuw gekozen in het bestuur zijn Antoon van den Elsen, Peter van den Elsen, Henk Giebels, Peter Lathouwers en Ad Otten.
Belangrijkste reden van al het tumult is dat het oude bestuur niet wil dat de als ‘progressief’ bekend staande Ad Otten in het bestuur komt. Men vreest dat als hij in het bestuur komt dit de kans verkleint op een oudheidkamer in de Latijnse School omdat het gemeentebestuur dit dan zal blokkeren, terwijl hierover al vanaf 1972 gesprekken gaande zijn en men bijna tot een overeenkomst is gekomen. Het duurt tot 1980 alvorens de heemkundekring de bovenetage van de Latijnse School mag huren. Met allerlei trainerende tactieken weet het gemeentebestuur dit lange tijd te voorkomen. Hierin komt pas verandering na de komst van een nieuwe burgemeester en gemeentesecretaris.
Nadat op de benedenetage in 1977 het gemeentearchief is gekomen, komt de heemkundekring (pas) in 1980 met een heemkamer op de bovenetage van de Latijnse School. De rectoraatswoning herbergt met regelmaat afdelingen van de gemeente en krijgt verscheidene huurders: een logopedist, een psycholoog, de homogroep en uiteindelijk ook de heemkundekring.
In de jaarvergadering van april 1977 presenteren Peter van den Elsen, Ad Otten en Piet Vos hun ideeën over de vorming van nieuwe werkgroepen voor respectievelijk Genealogie, Geschiedenis en Dialect. Behalve een bestuur telt de vereniging nu dus ook werkgroepen. Op een oproep in weekblad de Streek om lid te worden van de werkgroep Genealogie komen veel reacties, zoals van Dien Scheepers-van Kessel, die meteen lid wordt van de werkgroep en van de heemkundekring. Het dagelijks bestuur krijgt een volledig nieuwe bezetting: Martien van den Boom, voorzitter, Henk Giebels, secretaris en Peter Lathouwers, penningmeester. Rector Pennings blijft nog even aan als redactielid, maar vanaf 1978 krijgt Gemerts Heem een nieuwe redactie met Ad Otten als hoofdredacteur. De advertenties verdwijnen uit Gemerts Heem evenals het verenigingsnieuws dat in een mededelingenblad komt: Heemberichten. tot 1976 drukt Huize Padua Gemerts Heem, maar vanaf 1976 is Drukkerij Vos de huisdrukkerij.
Het aantal lezingen neemt toe, voor een deel in een interactieve vorm: Praatavonden met als doel dat leden meepraten over een bepaald thema of informatie verstrekken bij een diapresentatie. Op 12 mei 1977 vindt in de rotanzaal van het kasteel de eerste praatavond plaats over het ontstaan van de Boerenbond met als inleider Jan Swinkels. Op 14 juni verzorgt Bertha van Goch-Jonkers de tweede praatavond met als thema Kleding, poffers e.d. uit Gemert van rond 1900. In de eerste jaren wordt bijna iedere maand een praatavond gehouden die qua opzet vergelijkbaar is met het Heemkaffee anno 2016. Een praatavond in maart 1979 van archivaris Rouppe van der Voort over archeologie en bodemvondsten leidt tot de oprichting van de werkgroep Archeologie met Jan Timmers en Ton van Riet als eerste twee aanspreekpunten. Een jaar later vindt de oprichting van weer twee nieuwe werkgroepen plaats: Gemert 1940-1945, contactpersoon Ad Marinus en Kleding, contactpersoon Rian van Eenbergen-de Bok.
Midden jaren tachtig zijn de praatavonden bijna verdwenen, maar in de jaren negentig staat weliswaar in een lagere frequentie de praatavond weer op het programma, nu in de heemkamer. Het aantal lezingen, veelal door personen van buiten Gemert verzorgd, blijft wel op niveau.
Vanwege het gebrek aan een eigen ruimte heeft de heemkundekring een ‘thuis’ in het kasteel. Behalve dat hier de praatavonden worden gehouden, heeft de kring de beschikking over de Ridderzaal.
Het nieuwe bestuur gaat voortvarend te werk. In de jaarvergadering van 1978 presenteert het statuten en een huishoudelijk reglement. Tal van nieuwe initiatieven zien het levenslicht. De grootste verandering is wel de introductie van een publicatiereeks: Bijdragen tot de Geschiedenis van Gemert. In september 1977 verschijnt van de hand van Ad Otten het eerste nummer ‘100 jaar bejaardenzorg’. Het boekje is mede een initiatief van Ad Marinus, directeur van bejaardenhuis Ruijschenbergh. Een vruchtbare samenwerking vloeit hieruit voort en is een voorbeeld voor latere uitgaven. De formule: samen met een andere partij een boekje uitgegeven en dit gepaard laten gaan met een tentoonstelling en/of activiteit. De heemkundekring verzorgt nog verscheidene tentoonstellingen in Ruijschenbergh, maar de eerste blijft met 3300 bezoekers het best bezocht.
Een tweede publicatiereeks wordt opgestart om de mogelijkheid te hebben ook eenvoudigere (maar vooral ook goedkopere) boekjes uit te geven: Busselkes. Het eerste boekje is samen met de parochie Sint-Antonius Abt in De Mortel in 1979 uitgegeven en gaat over de bouw van de Mortelse kerk in 1902-1904, geschreven door Ad Otten en Peter van den Elsen. Kort daarop verschijnt nummer twee al, een dichtbundel: ‘Gedaachte èn Gedeechte’ van Martien van der Wijst.
Door het opschonen van de ledenlijst (een aantal nieuw aangemelde leden blijkt in voorgaande jaren niet ingeschreven te zijn), de toegenomen activiteiten en vooral door de drukbezochte tentoonstellingen, neemt het aantal leden toe van 170 in 1975 tot 300 in 1980. In het eerste jaar (1977) van het nieuwe bestuur vindt de grootste stijging plaats: 52 nieuwe leden.
In de in 1978 goedgekeurde statuten staat dat de vereniging onder meer als doel heeft het veiligstellen van heemkundig belangrijke terreinen, onroerende en roerende goederen. Een poging om de ‘Vlucht naar Egypte’, door eerdere besturen al eigenhandig gerestaureerd, in bezit te krijgen mislukt. Deze poging leidt wel tot restauratie van de beeldengroep en het plaatsen van een replica op de Heuvel, maar het origineel komt op verzoek van het bestuur van buurtschap De Heuvel in de Sint-Janskerk. Het bestuur van de heemkundekring dient eind jaren zeventig een verzoek in om te komen tot een gemeentelijke Monumentencommissie. Na jarenlang soebatten stelt het gemeentebestuur deze commissie in, waar onder andere Ton Thelen, Theo Leenders en Peter Lathouwers zitting in hebben gehad en waarvan Martien van den Boom een aantal jaren voorzitter is geweest. In 1980 voert men intensief actie voor het behoud van het aanzicht van het Ridderplein. Directe aanleiding is de uitbreiding van het gemeentehuis. De panden Ridderplein 49 en 51 dienen volgens de architect te worden gesloopt om plaats te maken voor hoge nieuwbouw. Om de actie kracht bij te zetten geeft de kring zelfs een brochure uit: Historische stadskern… maak het waar! Het lukt niet om de eerder genoemde panden te redden van de slopershamer, maar wel om de nieuwbouw verder naar achteren te krijgen en de twee gesloopte panden qua volume en stijl te laten herbouwen.
Bekijk PDF