GH- 2018-01 Een toevallige ontmoeting in Harrochov
Hein van Dooren
Boven de grote rivieren vergt het meestal enige uitleg voordat men weet waar Gemert precies op de landkaart te vinden is. ‘Gemert, in de buurt van Helmond’, wil wel eens helpen, als je gesprekspartner tenminste ooit van Helmond heeft gehoord.
Des te opmerkelijker is het dat onze dorpsnaam in een klein dorp in Tsjechië 22 jaar geleden wel meteen tot een enthousiaste reactie leidde. Ad Marinus, voormalig directeur van het Gemertse bejaardenhuis, overkwam het toen hij in 1995 met zijn vrouw Truus op vakantie was in Harrachov. In de lift van het hotel raakte hij aan de praat met een Engelsman. Toen Marinus liet weten dat hij uit Gemert kwam, noemde de man – Roy Gillespie luidde zijn naam – spontaan een rijtje plaatsnamen op: Lieshout, Aarle-Rixtel, Beek en Donk, Gemert, Handel. Het bleken dorpen te zijn waar hij in 1944/1945 als militair op doortocht naar de Deense grens, herinneringen aan bewaarde. Zo overnachtte hij twee keer in Beek en Donk en verbleef hij drie of vier nachten in de lagere school in Handel.
Dat laatste wapenfeit leek Ad Marinus wel een vermelding waard in Gemerts Heem, nadat hij in het vorige nummer het verhaal had gelezen over Arie van Dommelen (Ze noemden me Zoeloe; zoon van een zwarte Amerikaanse bevrijder) wiens vader ook korte tijd in Handel verbleef. De ontmoeting in Harrachov leidde tot een briefwisseling met Gillespie die in het Engelse Chigwell bleek te wonen. Op oorlogspad met de 11th Armoured Division door Nederland en Duitsland doorstond hij vele ontberingen. In een van de twee brieven die hij aan Ad Marinus schreef, verhaalt hij over dode Duitsers, vuurgevechten met de vijand en de kou in de winter van 1944/1945. Na aan de Maas twee uur in een loopgraaf gevechtsontwikkelingen te hebben afgewacht bleek zijn geweer aan de bodem vastgevroren.
Dat hij zich Handel nog levendig wist te herinneren komt door de ansichtkaarten die hij daar kocht en een voorval in de lagere school. De militairen sliepen op de vloer van de school toen er per ongeluk een pistool afging. Niet zomaar een pistool maar een Luger, een Duits pistool, schrijft Gillespie. De kogel vloog rakelings langs zijn been en drong een stukje verderop in de vloer van de school, zo’n vijf centimeter van een kameraad die vanuit de slaaphouding omhoog sprong alsof hij over de spierkracht van een olympisch atleet beschikte. Vervolgens beschrijft de Engelsman gedetailleerd waar de 9-millimeter kogel volgens hem in de vloer moet zitten. ‘It may still be there. A metal-detector might locate it’.
Dat laatste zal trouwens niet meevallen, omdat het oude schoolgebouw inmiddels is gesloopt.
GH-2018-01-Een-toevallige-ontmoeting-in-Harrochov.pdf