Wat mannenzuster Nepo niet durfde biechten
Ad Otten
Ze werd geboren in Deurne als Petronella Eevers op 20 januari 1919. Ze trad in 1938 in het Franciscanessenklooster te Oirschot en kwam in mei 1942 als 23-jarige zuster met de naam Maria Nepomucena, “zeg maar Nepo”, naar het door de Franciscanessen geleide Sint-Elisabeth-Gasthuis in de Gemertse Nieuwstraat. Ze bleef daar tot 1948 en kwam er terug in 1968. Tot en met mei 1980 zou ze in de Gemertse bejaardenzorg werkzaam blijven.
Het dan nog uit vijf zusters bestaande conventje in Ruijschenbergh, van wie nog drie actief, is bij hun verhuizing naar klooster Nazareth op zaterdag 31 mei van dat jaar uitgewuifd in een open rijtuig met een zwarte Friese draver ervoor. Een paar dagen later zal zuster Nepo dan trouwens verder verhuizen naar haar broer Willem in een Limburgse pastorie om daar het huishouden over te nemen.
Voor het boekje ‘100 Jaar bejaardenzorg’, in 1977 de eerste uitgave in de reeks Bijdragen tot de Geschiedenis van Gemert, heeft de schrijver van dit artikel zuster Nepo met bijzonder genoegen mogen interviewen. Ze verhaalde over haar beginperiode in 1942. Over de bejaarden in Gemert die vaak minstens zo religieus waren als de zusters zelf. Dat elke zuster in de zorg zo haar eigen taak had. Er was een broodzuster, een vleeszuster, een waszuster enzovoort tot en met een mannenzuster toe. En die laatste was zuster Nepo. Zij kreeg in 1942 als 23-jarige zuster de zorg voor de mannen van de mannenzaal in het Gasthuis. “Eén ontvlucht, en negenentwintig gekregen”, lachte ze met de nodige zelfspot. En…. er is veel, zelfs heel veel veranderd sinds zij in 1942 voor het eerst in Gemert kwam, vooral ook in het leven van de zusters. De echt grote veranderingen begonnen na het Vaticaans Concilie. In 1966 lieten de Franciscanessen zich nieuwe kleding aanmeten. Badinerend wordt wel eens gezegd dat de zusters toen voor het eerst uit de kleren gingen. Voordien zag men van de zuster bij wijze van spreken niet meer dan twee wangen en een neus.
De nieuwe kleding maakte een einde aan het regelmatig kaalknippen der zusterhoofden. Hun hoofden waren niet langer in de witte doek gewikkeld, waarmee tot dan toe ook de nacht werd ingegaan. Zuster Nepo volgde toen meteen een spoedcursus dameskapster en de zusters konden voortaan naar hun eigen kapster. Ook kwam daarmee een einde aan het feit dat de zuster zich als het ware moest spiegelen in een scherf van een bij de bejaarden gesneuveld schoteltje.
‘Me Too’ ?
Zuster Nepo was één van de eersten die ook werkelijk een diploma haalde op de eigen opleiding van de Franciscanessen voor bejaardenverzorgster (1958-1961). Op haar puntenlijst prijkt voor medische kennis een 9,5 en voor verpleegkunde een 9. Ook voor opleidingen buitenshuis voelde Nepo zich toen al sterk aangetrokken. In 1964, ze werkte toen in Vught, haalde ze een diploma voor Voet- en schoenpedicure. En in 1966 voor Chiropody en Sportmassage. Voor die laatste cursus kreeg ze speciale toestemming van haar toenmalige Soeur Mère (moeder overste) in Haaren, omdat de zusters in hun nieuwe kledij bij ingevoerde gymnastische oefeningen ook wel eens blessures op konden lopen. De cursus werd gegeven in Utrecht. “Wat me toen is overkomen heb ik nooit durven biechten!” vertelde Nepo. Wat dat was wilde ik natuurlijk weten, maar dan moest ik haar eerst beloven dat dat niet in het boekje terecht zou komen. “Ik ging dus naar Utrecht nog in mijn oude nonnenkleren en kwam daar in een groot gebouw met allemaal jonge jongens en meiden die zich voor de opleiding hadden ingeschreven. Ik werd door iedereen verbaasd aangekeken dat ook ik die opleiding kwam volgen. Maar goed. De instructeur nodigde me uit, me dan maar meteen helemaal uit te pakken en ‘dáár’ op die massagetafel te gaan liggen…”. Toen Nepo zag dat ik alles opschreef reageerde ze subiet met “Neenee niks opschrijven, dat hebben we niet afgesproken, ik wil niet dat dat in het boekje komt!”
Haar wens heb ik gerespecteerd. Maar na inmiddels 41 jaar kan dat intussen wel in Gemerts Heem. Zuster Nepomucena (Petronella Eevers) was erbij toen klooster Nazareth in 2001 werd verlaten en over haar wens van toen hebben we het samen ook nog gehad. “Andere Tijden, andere biechtvaders”, lachte ze. De zuster was een open boek. In mijn fantasie heb ik Nepo in Utrecht op die massagetafel altijd zien liggen terwijl de instructeur en zijn leerlingen zich tot lering én vermaak aan haar ‘vergrepen’. Zo zal ze het zelf in elk geval hebben ervaren.
Uit de nalatenschap van haar op 1 januari 2018 overleden zus Josine kregen we via haar oude buurjongen Piet Munsters alle diploma’s van zuster Nepo overhandigd waaronder ook het op 20 juni 1966 uitgereikte diploma voor chiropody en sportmassage. Voor deze cursus scoorde ze in afwijking van alle andere opleidingen niet hoger dan een 6,5. Wellicht zal ze zich in Utrecht bij die cursus ook niet erg op haar gemak hebben gevoeld. Maar in 1968 kwam Nepo wel met onder meer dit diploma op zak in het Gemertse gasthuis. In november 1970 verhuisde zij onder directeur Ad Marinus mee naar Ruijschenbergh. In juni van dat jaar haalde ze ook nog een bediendendiploma voor een dameskapsalon, vestigde die ook meteen in het Gasthuis, om die een klein half jaar later mee te laten verhuizen naar Huize Ruijschenbergh.
Ad Marinus over zuster Nepo
Onder de diploma’s bevindt zich ook een ‘getuigschrift’ getekend door Ad Marinus, directeur Ruijschenbergh, per 31 mei 1980. Zuster Nepomucena was vanaf 1 januari 1968 tot en met 1 december 1970 werkzaam in het St. Elisabeth Gasthuis te Gemert en vanaf 1 december 1970 tot en met 31 mei 1980 in Bejaardenhuis Ruijschenbergh. In deze laatste periode was zij werkzaam als afdelingshoofd en had zij tevens de zorg over de kapsalon van Ruijschenbergh (waar ook de zusters van Nazareth werden gekapt). Ad herinnert zich dat hij Nepo eens heeft gevraagd of de Nazarethzusters wel betaalden, omdat die meestal buiten werktijd in de avond kwamen…. Echt antwoord kreeg Ad niet, en voegde hij er aan toe: “Bij zuster Nepo ging het werk altijd voor. Zelfs voor het bidden.”
Zuster Nepo was, zo vertelt Ad Marinus, een beetje een zuster van de Franse slag. Zij was bijvoorbeeld ook ‘heel wit’ met bewoner Jan van de Ven. Het personeel heeft haar wel eens kussend met Jan in de lift aangetroffen. Gezien door het raam in de liftdeur. Het personeel en het kussende stel in de lift maakten er meteen een heel theater van waarbij het personeel de lift liet lopen van boven naar beneden en weer terug en nog eens en nog eens en Jan en de zuster lieten zich daarbij niet onbetuigd en zoenden er flink op los met veel personeel voor de raampjes….. Ad Marinus heeft dat verhaal zo gehoord en toen tegen het personeel gezegd: “Zo is het mooi geweest. Jullie hebben allemaal kunnen zien dat zusters ook gewoon mensen zijn.” Zuster Nepo ging in de zomer met Jan ook wel fietsen en ze werden ook wel eens samen gezien in de graskant langs de weg… “Hoe menselijk kan het zijn!”
Op 31 mei 1980 verhuisden de laatste zusters inclusief Nepo met het rijtuig naar Nazareth. Cor Donkers uit Handel maakte toen een prent van de 103-jarige zorg van de Zusters Franciscanessen in de Gemertse Bejaardenzorg. “’t Wás ’n goei zuster már ’n bietje hostig”, zeiden de bewoners van zuster Nepo. “Jaja, ze kon heel goed lopen,” voegde Ad er lachend aan toe. Hierna volgt het lovende getuigschrift van Ad over Nepo bij haar afscheid. Nepo heeft het altijd zorgvuldig bewaard, dankzij haar zus Josine en oud-buurjongen Piet Munsters is het nu opgeslagen in een persoonlijk dossiertje over Nepo in de Heemkamer.
Met dank aan Ad Marinus, Piet Munsters en wijlen Josine Evers
GH-2018-03-Wat-mannenzuster-Nepo-niet-durfde-biechten.pdf