GH-2019-01 4e aanvulling op het Gemerts Woordenboek

4e aanvulling op Het Gemerts Woordenboek

Wim Vos

Op 5 september 2018 ontving ik van Martien van den Boom wederom een aanvulling op het in 2017 verschenen Gemerts Woordenboek.1 Hij was bij het opschonen van mappen en ordners weer enkele briefjes met dialectwoorden tegengekomen. Deze geef ik hier alsnog. Ik heb ze in dezelfde vorm gegoten als de lemmata in het Gemerts Woordenboek. In de gevallen waarbij het niet om een volkomen nieuw woord gaat, maar slechts om een nieuwe betekenis of uitdrukking heb ik slechts een gedeelte van het lemma gegeven.

I. Gímmers – Nederlands
braojéffer
m ev/mv –s: smid die onderdelen slordig aan elkaar last. [Opm: Vgl De Bont, Voc., p.115, s.v. bro.je (n) : 1. braden; 2. slecht werk maken, prutsen (van smeden gezegd); bro.jer: smid die zijn ambacht niet (grondig) verstaat, knoeier; het tweede deel van het Gemerts woord, –éffer is onverklaard].
kaars (kaar)
v ev/mv –ze verkl kaarske: kar. (gez, zie aftrékke, as, beweege, kòmme, ópstooëte, pèrd, rad, stonde).
krèllekeshawt
o ev/geen mv: verzamelwoord voor bessenstruiken met kleine besjes in diverse kleuren (zwart, rood, blauw, groen, bv lijsterbes, vlierbes, enz.).
Ik hoewf nie mí d’n Bejaordenbónd mí de bus mee no de Veluwe; ik héb hiejr in de Sírres zat krèllekeshawt gezien; dor hoewf ik nie vùr no de Veluwe!
niks 2
onbep vnw: niks, niets. A: Hoe vuult ’t naw dè ge wíwer béént geworre? B: ’t Is allemol saome niks!
óvverskiejte
ww onoverg (vormen, zie skiejte, is óvvergeskoote): ongehuwd blijven, niet aan de man/ vrouw kunnen komen. Haj is d’n ínnege baj hullie die’r óvvergeskooten is: die vrijgezel is gebleven.
rad
o ev/mv raoj/ raaj/ raojer (1886) verkl raajke/ raojke: wiel. ’t Vaajfde rad án de waoge/ kaars zén: (m.n. van personen) overtollig, hinderlijk zijn.
saome (saame)
bw: samen. (gez, zie niks).
Sírres, de –
toponiem: de Seris, buurtschap in het noordwesten van Gemert, met in het westen de Aa en in het noorden de Landmeerse Loop.
waoge 2
m ev/mv –s verkl wággentje: 1. wagen. (gez, zie kòmme, rad).

II. Nederlands – Gímmers
bessenstruiken: krèllekeshawt
hinderlijk: (zie rad)
ongehuwd blijven: óvverskiejte
overtollig: (zie rad)
Seris, de: Sírres, de
smid (slordig lassende -): braojéffer

Noten
1. Vgl Gemerts Heem, 2018, nr.3, p.37-39; Gemerts Heem, 2018, nr.4, p.8-9; Gemerts Heem, 2018, nr.4, p.34-35.

4e-aanvulling-op-het-Gemerts-Woordenboek.pdf