Dorpen

Vier generaties dorpen in Gemert-Bakel

De gemeente Gemert-Bakel heeft 7 kerkdorpen. Die woonkernen zijn niet tegelijkertijd ontstaan, maar in verschillende perioden tot stand gekomen. We spreken pas over een dorp als er niet alleen meerdere huizen bij elkaar staan, maar vooral als het dorp een kern met voorzieningen heeft, waarvan de omgeving gebruik maakt. Aanvankelijk beperken die voorzieningen zich tot een kerk, een molen, een herberg en de vestiging van ambachtslieden zoals een smid en handelaars in bijvoorbeeld textiel en leer.

De eerste generatie is het dorp Bakel. In het jaar 721 wordt melding gemaakt van de kerk van Bakel, die kort daarvoor gesticht is. De Bakelse kerk fungeerde als parochiekerk voor de wijde omgeving, waarin op dat moment alleen nog sprake was van verspreide bewoning, soms in gehuchten. Het gebied omvatte de huidige gemeenten Gemert-Bakel, Deurne en delen van Helmond. Bakel was ook het domeincentrum van de abdij van Echternach en dat zal beslist ook andere voorzieningen hebben aangetrokken.

Vanaf ongeveer 1200 wordt er op grote schaal ontgonnen in Brabant onder meer door adellijke grootgrondbezitters, die op hun domeingoed een kasteel bouwden en vaak ook een eigen kerk. Een voorbeeld is de adellijke familie Van Gemert, die een uitbatingscentrum bouwt in de vorm van een mottekasteel, een watermolen en een kerk. Aan de rand van dat domein in Haag en Haageik ontstaat een nieuwe woonkern. Als later ca 1400 de Duitse Orde het huidige kasteel bouwt, trekt dat vervolgens bewoners aan bij het huidige Ridderplein, waar een tweede kern ontstaat. De twee kernen groeien langzaam naar elkaar tot de oude woonkern van Gemert.
Gemert behoort tot de tweede generatie dorpen, ontstaan als centrum van grootgrondbezit. Tot deze generatie zouden we ook Scheepstal (thans Helmond) kunnen rekenen, waar in dezelfde periode een kasteel werd gebouwd bij een watermolen. De nederzetting heeft zich echter niet verder ontwikkeld.
Dat gebeurde wel in Milheeze waar de grondheer al lange tijd een hof exploiteerde en waar in 1421 een kapel werd gebouwd. In 1453 werd de laatbank die tot de hof behoorde officieel erkend.

De oudste kern van Gemert bij Haageik/Kruiseind groeide later vast aan een kern bij het kasteel en Ridderplein (kaart ca 1837).

Alhoewel Handel al in de 13de eeuw beschikte over een kapel, trok dit niet direct andere bewoners aan. De Duitse Orde als exclusieve eigenaar van de grond verhinderde dat. Later werd Handel een afzonderlijk rectoraat (1459) en kon daarna pas als pelgrimsoord uitgroeien tot een dorp met eigen voorzieningen. Naast Handel rekenen we ook De Mortel tot de derde generatie dorpen. Bij de groep boerderijen die vanaf de 15de eeuw aanwezig was in de huidige kern De Mortel, werd in de 17de eeuw een kapel gebouwd, waarna de kern verder groeide.

De vierde generatie kerkdorpen van Gemert-Bakel ontstond als gevolg van de grootschalige Peelontginning. Voor de bewoners van de nieuwe ontginningen lagen de voorzieningen te ver weg. In Elsendorp werd begonnen met een smederij, gevolgd door de school in 1925 en een kerk in 1926.
De Rips werd als dorp gesticht volgens een plan van de Heidemij in 1920. Er kwamen een school en arbeiderswoningen en in 1921 een kerk.
De Vossenberg hoort ook in het rijtje van vierde generatie dorpen. Het werd gesticht door de protestantse gemeenschap in De Peel. In 1918 kwam de eerste hervormde kerk tot stand, later gevolgd door een school. De Vossenberg heeft zich niet tot kerkdorp ontwikkeld, omdat de voorzieningen in Elsendorp en De Rips in voldoende mate aanwezig waren.

De Mortel ca. 1953. Het dorp ontwikkelde zich rondom een driehoekig pleintje met daarop de kerk.