Vliegvelden in Gemert-Bakel
Maandag 25 september was het zo ver. Gemert was vrij. Vrij van de bezetter die in de ochtend van diezelfde dag vertrok. Drie dagen later trok een Britse genie-eenheid het dorp binnen. Deze reed naar het gehucht Groeskuilen, verwijderde de omheining rond stukken weiland en egaliseerde het terrein. Binnen enkele uren was men gereed en was een landingsbaan ontstaan voor Auster-vliegtuigjes. Deze dienden luitenant-generaal Dempsey, commandant van het Tweede Britse Leger. Hij had intrek genomen in het kasteel. Met de vliegtuigjes werd verbinding gehouden met de ondercommandanten en verkenningen uit gevoerd. Na twee dagen vertrok de generaal naar Helmond. Met hem vertrokken ook de vliegtuigjes. Daarmee kwam een einde aan het tweede vliegveld in Gemert.
Het eerste werd aangelegd door de Duitse bezetter. Op Volkel hadden de Duitsers nachtjagers gestationeerd, die het Britse bommenwerpers lastig maakten. Maar ook de Duitsers daar hadden last van luchtaanvallen. Daarop besloten zij vliegveldjes aan te leggen rond Volkel. Overdag konden ze daar hun nachtjagers parkeren zonder last te hebben van geallieerde vliegtuigen. Een van deze vliegveldjes kwam op De Sijp. Ook de Duitsers gooiden alleen enkele sloten dicht. Voor de werkzaamheden werden werkkrachten gevorderd, wat leidde tot tegenwerking van burgemeesters. Burgemeester Wijtvliet van Bakel en Milheeze werd daarom gevangengezet in concentratiekamp Vught. Uiteindelijk belandde hij in Buchenwald waar hij in februari 1945 overleed. Door de oprukkende geallieerden vertrokken de Duitsers en lieten het veld aan de bevrijders.
Daags na Gemerts bevrijding verkenden geallieerden het veld en besloten het in gebruik te nemen. Zij verstevigden de grasmat met gaas. Op 3 oktober 1944 kwamen de Spitfires van de Canadese 126 Wing. Door hen werd het aangeduid als B.84 De Rips. De 126 Wing bestond uit tachtig Spitfires. Daags daarop begonnen de operaties die deze vliegtuigen naar het bezette deel van ons land voerden en naar het westen van Duitsland. Die dagen regende het bijna dagelijks waardoor het vliegveld in een modderpoel veranderde. Starten werd bijna onmogelijk. Op 14 oktober werd het opgegeven en vertrokken de Spitfires.
Dezelfde 3 oktober verkenden Bitse genisten een terrein bij Rijpelberg voor de aanleg van een permanent vliegveld. Besloten werd dit in bakstenen uit te voeren. Op 9 januari 1945 was het vliegveld, dat de aanduiding B.86 Helmond kreeg, gereed en landden ongeveer tachtig Typhoon jachtbommenwerpers van de 124 Wing. Tot hun vertrek op 11 april voerden deze aanvallen met raketten uit op spoorwegen, konvooien en andere doelen in bezet Nederland en West-Duitsland. Kort voor de capitulatie is B.86 nog gebruikt voor aanvallen op schepen tussen Duitsland en Denemarken.
Na de oprichting van de NAVO begon in maart 1954 de aanleg van het vierde vliegveld. Dit kwam op de grens van Limburg en Noord-Brabant, 410 ha in Venray en 120 in Bakel en Milheeze. Vliegbasis De Peel, zoals het werd genoemd, werd opgenomen in de organisatie van de vliegbasis Volkel en werd geregeld gebruikt door de daar vliegende eenheden. Op 1 juli 1994 was de vliegfunctie voorbij en werd het overgedragen aan de Groep Geleide Wapens. Maart 2012 vormde deze groep met de luchtdoelartillerie van de Landmacht het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando. De Peel werd Luitenant-generaal Best-kazerne.