Esdonks Kapelleke
Het Esdonks Kapelleke zou in de 16e eeuw gebouwd zijn.
Van 1555 tot 1598 was de Spaanse koning Phillips II heerser van de zuidelijke Nederlanden. Spaanse soldaten trekken door het land, en hoewel de Duitse Orde, de bezitters van zowel Gemert als Esdonk geerbiedigd wordt zullen ook zeker weleens soldaten erdoorheen zijn getrokken. Een Spaanse majoor zou een onbenoemde zonde hebben begaan in Esdonk, cultuurhistorisch gehucht en als straf ziek zijn geworden, bedekt met zweren en puisten. Hij bad echter met zoveel spijt en berouw tot Maria Magdalena, waarbij hij beloofde een kapel te bouwen, dat hij in drie dagen genas. In 1562 vind men de eerste vermelding van het Kapelleke. Het is gebouwd op de toentijdse grens van de ontgonnen landerijen van Esdonk en de omringende woeste gronden (heide en moeras). In de loop van de tijd vond een verschuiving plaats van de verering van het beeld van Maria Magdalena naar de verering van het houten Christusbeeld. Dit beeld toont een liggende Christus na zijn dood op het kruis. Bij dit beeld werden en worden spijkers geofferd, bij voorkeur roestige, om van zweren te kunnen worden genezen. Hiervoor staat de korst roest op de spijker symbool. Nog steeds is de kapel echter ook een bedevaartsoord, het enige in Nederland, voor Maria Magdalena.
Maria Magdalena maakte deel uit van het gevolg van Jezus Christus. Vermoedelijk was zij een prostituee geweest die berouw kreeg. Zij was een van de meest trouwe volgelingen van Jezus en de eerste die Jezus bij zijn graf bezoekt. Als het idee van de boetvaardige zondares was zij zeer polpulair in de tijd van Barok waar zij zonder uitzondering als zeer mooie vrouw met een weelderige haardos (waarmee zij de voeten van Christus mee zou hebben gedroogd)wordt afgebeeld. Er bestaan enkele kerken en kapellen die aan Maria Magdalena gewijd zijn maar het Esdonks Kapelleke is Nederlands enige bedevaartsoord voor haar. Elk jaar met Goede vrijdag wordt dan ook een grote openluchtmis gehouden voor de kapel. Zij is ook de patrones van de zigeuners en deze hebben in het verleden, tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw, dan ook vaak een bezoek aan de kapel gebracht.
Eerder is gesproken van het offeren van spijkers. Dit is van oorsprong een heidens en zeer wijdverbreid fenomeen, zoals de kerk wel meer heidense gebruiken aan haar eigen theologie heeft aangepast. Mogelijkerwijs stond er voor de komst van het Christendom een zogenaamde spijkerboom, of een heidens tempeltje. De spijkers werden in de boom geslagen voor genezing tegen een of andere ziekte. In Esdonk was die ziekte verbonden met zweren. De spijkers werden in het Christelijke gebruik neergelegd bij een beeld van een gekruisigde Christus. Omdat Maria Magdalena sterk wordt geassocieerd met de lijdende Christus is eind 16e, begin 17e eeuw een Christusbeeld toegevoegd. In de foto hiernaast kan men de ligplaats van het beeld zien achter het halfronde raam aan de zijkant van de kapel.
Net als de eveneens middeleeuwse Sint Antoniuskapel had het Esdonks Kapelleke oorspronkelijk een strooien dak. In 1695 zijn de muren in steen gebouwd. Het geheel doet gotisch aan. De kapel is sindsdien weinig veranderd. Doordat de kapel zich in de buurt van de Peelrandbreuk bevond, sijpelde gestaag wijstwater omhoog onder de kapel. Door deze vochtige omstandigheden heeft men vaak moeten restaureren. Hiermee houdt zich tegenwoordig de Stichting Esdonks Kapelleke bezig.