Klooster Nazareth
Het klooster is flink uitgebreid, achter de hier afgebeelde straatgevel steekt het gebouw aan een kant nog eens zo lang naar achter. Ook het grijs gepleisterde huis is deel van het klooster, het is het rectoraat Gemert. De kapel is een zogenaamde Waterstaatskapel, op de bouw werd verplicht toezicht gehouden door de nationale overheid
Het complex van het voormalige klooster Nazareth is in de tijd ingrijpend uitgebreid. Begonnen de Zusters Franciscanessen Penitenten-Recollectinen, met een herenhuis dat ze in 1847 kochten als klooster en school voor arme kinderen(de ouders hoefden dan geen lesgeld te betalen), al in 1851-52 werd een schoolgebouw aangebouwd. De zusters kwamen oorspronkelijk uit Oirschot en hadden ook in Bakel een vestiging. Oorspronkelijk werden alleen meisjes les gegeven, want in de bestaande dorpsschool zaten zij samen met de jongens en dat was naar Katholieke maatstaven ook voor lagere school kinderen niet gewenst. In 1857 werd een zogenaamde Waterstaatskapel toegevoegd, tegenwoordig een Rijksmonument.In 1882 werd opnieuw uitgebreid, haaks op het vorige schoolgebouw. Dit gedeelte werd als school in gebruik gehouden tot 1986 en stond bekend als de Nazarethschool. De leerlingaantallen waren dan ook niet mis. Allerlei andere toevoegingen als een rectoraat, een muur rondom het terrein en een was en bakhuis werden in de loop van de jaren toegevoegd. Ondanks of juist vanwege al deze nieuwbouw stonden de financien van de zusters er zeker in de 19e eeuw niet al te gunstig voor. Zij kregen tot 1890 geen steun van kerk of gemeente en verdienden naast het schoolgeld voor de meer vermogende kinderen die ook naar de Nazarethschool kwamen, vooral de kost met allerlei naai-en verstelwerk. De burger en de armenkinderen werden strikt gescheiden gehouden. Het doel van de zusters was om zich zo veel als mogelijk af te zonderen van de buitenwereld, vandaar ook de muur rondom het terrein. Zij waren ook zoveel mogelijk zelfvoorzienend, met eigen akkers en een kloosterboerderij naast het klooster zelf.
Het klooster is compleet met kloostertuinen, oorsrponkelijk aangelegd in een kruisvorm, begraafplaats voor de zusters (inclusief het ontlangs gerestaureerde lijkenhuisje waar de doden werden opgebaard) en een Mariagrotje in de tuinen. Dit Mariagrotje is gebaseerd op een Mariagrot in het Franse bedevaartsoord in Lourdes. Het wijkt echter op een aantal punten af. Zo is het bedoeld om van alle kanten bekeken te worden, in plaats van alleen aan de voorkant, en het is ook gemaakt van ruwe brokken van of ijzeroer of slakken (afval van metaalsmelterijen) in plaats van gladde steen. Dit kan eventueel uitgelegd worden aan de hand van de locatie, in de tuin, omringd door begroeiing. Het grotje past zo ook een beetje in de folly traditie. Een folly was ooit zeer populair in grote tuinen, het was een klein bouwwerkje dat pittoresk, oud of zondermeer gek moest aandoen. Het was bijvoorbeeld een vervallen Grieks tempeltje of een Japans prieeltje, maar ook een kunstmatig grotje in de tuin kwam voor. Het vreemdste aan dit grotje is echter de binnenkant, je kunt het grotje binnengaan, waar een leeg podiumpje is en lege nissen, die mogelijkerwijs ooit bedoeld voor wijwaterbakjes. Dit is uniek in de geschiedenis van Lourdesgrotjes, normaal heeft zo’n grotje alleen een voorkant. Tot de jaren zestig stond er een hoge muur aan de straatzijde van het complex, na een ingrijpende verbouwing van de voorgevel is deze verwijderd.