Edmund Godfried van Bocholtz
Landcommandeur Biesen en vorst van Gemert 1657-1690. Geheim keizerlijk raadsheer 1662-1690. Lid Directorium Grootmeester Duitse Orde 1662-1664.
Edmund wordt op 13 mei 1615 geboren te Luik als zoon van Godfried baron van Bocholtz en Margaretha van Groesbeek. Hij maakt een opmerkelijke carrière in de Duitse Orde. Als 20-jarige wordt hij te Alden Biesen opgenomen in de ridderorde, waar hij begint als rentmeester. In 1643 commandeur van Ramersdorf (bij Bonn) en in december 1647 te Gemert aangesteld als waarnemend commandeur in plaats van de geschorste Van Hoensbroek die op 2 februari 1648 met 500 Staatse ruiters en soldaten terugkomt. De Staatse bezetting begint. Van Bocholtz kan inpakken. Een half jaar later moet ook de roomse geestelijkheid Gemert verlaten. De Latijnse School wordt gesloten en de kerken komen ten dienste van de reformatie. Bocholtz wordt in 1649 commandeur van Junge Biesen te Keulen en in 1658 wordt hij gekozen tot landcommandeur van Biesen in welke kwaliteit hem tegelijk het soevereine vrijheerschap van Gemert toevalt. Maar op de erkenning van dat laatste moet hij nog tot juni 1662 wachten wanneer in Den Haag het Soevereiniteits-Akkoord wordt getekend van de Duitse Orde en Gemert met de Republiek der Zeven Provinciën. Nog in dezelfde week benoemt de Duitse keizer de vorst en vrijheer van Gemert tot zijn geheim raadsheer, omdat hij Gemert heeft teruggebracht ‘in het goede spoor van de rooms-katholieke kerk’. Een der voorwaarden van het Akkoord is dat in Gemert ook de gereformeerde godsdienst wordt toegestaan, dat is een toestand die in de Nederlanden geldt als uitzonderlijk. Uniek is het gegeven dat de katholieke commandeur van Gemert het recht krijgt zowel de dominee als de protestantse schoolmeester te benoemen. In het jaar van het Akkoord wordt Van Bocholtz ook lid van een uit drie personen gevormd directorium dat optreedt namens de dan aangestelde 13-jarige (!) grootmeester van de Duitse Orde.
Edmund Godfried van Bocholtz hoort nu tot de topdiplomaten van West-Europa. Opmerkelijk is zijn initiatief dat de Duitse Orde triconfessioneel maakt (katholiek, luthers, calvinistisch) waarmee hij de weg openhoudt naar een reünie met de afgescheiden Ordebalije te Utrecht. Tot zijn dood in 1690 is Bocholtz de rechterhand van de grootmeester.
Meer informatie: