Godfried Huyn van Geleen
Landcommandeur van Biesen en vorst van Gemert 1634-1657. In de Dreißigjährige Europäische Krieg (1618-1648) dient hij de keizer als veldmaarschalk en opperbevelhebber van de Westfaalse troepen.
Godfried Huyn van Geleen is pas twee jaar lid van de Duitse Orde als hij landcommandeur wordt van Biesen. Zijn aanzien in de Dertigjarige Oorlog in dienst van de Katholieke Liga is niet vreemd aan deze uitverkiezing. In 1637 leidt hij als opperbevelhebber een keizerlijke strafexpeditie naar Hessen. Zeventien steden, zevenenveertig kastelen en driehonderd dorpen gaan in vlammen op. Het bezorgt de vorst van Gemert in Den Haag geen beste naam. De Republiek heeft met de calvinistische geloofsgenoten in Hessen een alliantie. Gemert kan dan wel neutraal zijn in alle oorlogsconfl icten maar op 23 augustus 1643 staat opeens een Hessische legerbende in Gemert op de markt. Ze zijn deel van het Staats-Hessisch garnizoen te Kalkar aan de Rijn. De Gräfi n von Hessen eiste al jaren achtereen een jaarlijkse oorlogsschatting voor de in haar land bedreven wandaden. Van de inwoners wordt nu per direct het inmiddels fl ink opgelopen ‘tegoed’ gevorderd. Omdat daaraan niet kan worden voldaan, drijven de overvallers alle paarden en alle vee bijeen om af te voeren. Drieëndertig Gemertse mannen moeten mee als herders en gijzelaars. Een eind over de grens worden ze in de broeklanden van Sint-Anthonis geëxecuteerd. Vorst Godfried is weer op een of andere militair-katholieke missie en zijn stadhouder, commandeur van Hoensbroek, verblijft op kosten van Gemert met een maitresse (de schoonzus van zijn broer) in Brussel. Nee, met déze Duitse Ridders heeft Gemert het bepaald niet getroffen.
De Vrede van Münster is op komst. De Tachtigjarige Oorlog in de Nederlanden en de Dertigjarige Oorlog in het Duitse Rijk lopen op een eind. Jarenlang is er al vergaderd. In 1647 trekt Godfried Huyn zich terug als militaire bobo. In Gemert heeft commandeur Hoensbroek het intussen met iedereen aan de stok en de landcommandeur komt orde op zaken stellen. De eerste voelt wat hem boven het hoofd hangt. In december 1647 neemt hij de benen naar Brussel waar hij zich over zijn vorst beklaagt bij de grootmeester van de Duitse Orde, tevens landvoogd van de Spaanse Nederlanden en broer van de Duitse keizer. Hij krijgt nul op rekest en spoedt zich dan naar de Staten-Generaal in Den Haag waar hij wél een gewillig oor vindt. Graaf Godfried ontneemt hem onderwijl de commanderij Gemert, stelt twee waarnemende commandeurs en een nieuwe schout aan, vervangt de schepenen en laat de rentmeester arresteren. Zeven weken later komt Hoensbroek terug met 500 Staatse ruiters en soldaten. Het nieuwe bestuur wordt weer afgezet, het oude aangenomen enz. enz. Er volgt een bezetting en een veertien jaar durend proces over de soevereiniteit van Gemert. Hoensbroek overlijdt in die tijd in Den Haag, Godfried Huyn van Geleen in Alden Biesen.
Meer informatie: