Iwan van Cortenbach
Landcommandeur Biesen en vorst van Gemert 1410-1434; bouwheer kasteel
In 1391 zijn de plannen rond voor de bouw van het kasteel in het centrum van Gemert en de verhuizing van de commanderij vanuit Handel. Onder landcommandeur Cortenbach is het zover. Ivo, die zich Iwan noemt, is de zoon van Goswijn van Cortenbach, stadhouder van Valkenburg, en Isabella Huyn van Amstenrade. Bekende familienamen onder de ridders van de Duitse Ordebalije Biesen. In 1409 is de dan nog jeugdige Iwan al plaatsvervanger van landcommandeur Reinier van Husen die een jaar later overlijdt. Iwan is dan vermoedelijk in Pruisen als deelnemer aan de veldslag bij Tannenberg. De strijd van de Orde tegen een alliantie van het koninkrijk Polen en het groothertogdom Litouwen wordt verloren. Maar in 1411 is Iwan terug. Als landcommandeur van Biesen maakt hij deel uit van het generaal-kapittel van de Duitse Orde te Frankfurt en laat zich daar naast strijdbaar krijgsheer meteen ook kennen als een sterk en overtuigend bestuurder. Nog zevenmaal trekt hij naar de Ordezetel te Mariënburg (Malbork) in Pruisen. Tijdelijk vervangt hij er zelfs de grootmeester, en vertegenwoordigt die in 1417 ook op het Concilie van Konstanz. Voor bewezen diensten wordt Iwan beloond met de commanderij Dieren die hij ten behoeve van Gemert doorverkoopt aan Utrecht. Hij geniet zoveel vertrouwen dat hij vacante parochies en beneficies van de zusterbalije Utrecht naar eigen goeddunken mag bestemmen. Hij wordt ook raadsheer van de naar Brussel verhuisde Bourgondische hertog Filips de Goede. En in zijn vorstendom Gemert blijft hij ‘timmeren’ aan het kasteel. Binnen de wallen van ’s-Hertogenbosch koopt hij een monumentaal pand, het ‘refugiehuis van Gemert’. Cortenbach zet de lijnen uit voor een zelfstandige parochie Gemert en verwerft patronaatsrechten en tienden van een aantal parochies in de directe omgeving waarmee hij de basis legt voor de uitbouw van de commanderij tot een convent van Teutoonse Ordebroeders. In juni 1434, opnieuw in Pruisen, overlijdt hij er aan de in de strijd opgelopen verwondingen.
Een jaar voor zijn dood koppelt Iwan zijn jongere broer Johan van Cortenbach aan de erfdochter van de heer van Helmond. Tweehonderdvijftig jaar blijven de elkaar opvolgende kasteelheren van Helmond ‘familie’ van de vorsten van Gemert en uit hun familie komen ook weer Duitse ridders voort. In 1630 sneuvelt in Pommeren generaal Adriaan van Cortenbach, een Helmondse Duitse ridder in wie al een nieuwe landcommandeur van Biesen en tegelijk vorst van Gemert is gezien. Uit voorzorg heeft hij bij Onze Lieve Vrouw van Handel dan al enige Heilige Missen nagelaten.
Meer informatie: