Johan van Goor
Landcommandeur van Biesen 1554-1572. Ingehuldigd als vorst van Gemert in 1554.
Op 30 augustus 1554 wordt de van oorsprong uit Midden-Limburg stammende ridder Johan van Goor te Gemert ingehuldigd als vorst. Elke nieuwe landcommandeur van Alden Biesen valt nae alde gewonte deze eer te beurt. In 1531 is heer Johan tot ridder geslagen en sinds 1551 is hij als coadjutor van Wijnand van Breijel al voorbestemd hem op te volgen. Aan de grens van de Vrije Heerlijkheid wordt hij met zijn gevolg opgewacht door de schuttersgilden, de plaatselijke commandeur, het corpus van Gemert, de geestelijkheid en iedereen die dit wil meemaken. Met tromgeroffel gaat het in optocht naar een op de markt tegenover het kasteel van Gemert gebouwd feestpaviljoen. Met klokgelui bevestigt de vorst en landheer de rechten van zijn ‘lieve onderzaten’ en belooft die te zullen eerbiedigen, waarna de leden van het corpus van Gemert hem trouw zweren. Onderdanen die een misstap hebben begaan krijgen de gelegenheid hun soevereine heer ‘te bidden’ om gratie. En natuurlijk hoort bij dit alles een met vele geestelijke heren zo plechtig mogelijk opgedragen hoogmis in de parochiekerk gevolgd door een processie naar de Handelse kapel van Onze Lieve Vrouw.
De almaar sterker wordende reformatie heeft tot in de verre omtrek van het Gemert omringende Brabantse land tot veel onrust geleid. Ter geruststelling van zijn onderdanen voert Zijne Illustere Johan van Goor nieuwe wetten en regels in. Ter beteugeling van een vluchtelingenstroom naar het neutrale Gemert stelt hij dat niemand van buiten Gemert nog nieuwe huizen zal mogen bouwen tenzij voor eigen kinderen en dat zonder consent van de commandeur evenmin aan mensen van buiten, woningen mogen worden verhuurd. Nieuw is ook de heffing van poortergeld van 12 gulden. Vier dagen later voert Helmond voor vestiging in hun stad een ‘incomste’ in van 16 gulden.
We staan aan de vooravond van de Tachtigjarige Oorlog. Eindhoven en ’s-Hertogenbosch krijgen een beeldenstorm over zich heen en in Helmond wordt die door kasteelheer Cortenbach maar ternauwernood afgewend. Op gezag van vorst Johan van Goor wordt het poorterschap van Gemert nu weer duurder dan dat van Helmond. De nieuwe regel luidt: ”dat niemant van buyten sal te Gemert mogen wonen die min onderhanden heeft dan sesch lopen lants (6 lopense = 1 hectare) off hij moet daer neder leggen 18 guldens, ses vur den heer, ses vur die heilige Geest, ende ses vur die naburen, off sullen uuttrecken.” Intrigerend is de regel ”Niemant en sal van Luteren noch van sijn secte of gelove vermanen int goet of int quaet.” Het is een stap naar godsdienstvrede waarmee de Lage Landen bepaald niet vooroplopen.
Meer informatie: