Rutger van Ghemert
Grondlegger van de commanderij van de Duitse Orde te Gemert
In een oorkonde van Heer Herbert van Heeze staat Rutger van Gemert te boek als getuige en neef. Zijn oudere broer Willem is voorbestemd heer van Gemert te worden en edelman Rutger gaat op kruistocht en wordt lid van de in 1198 te Akko in Palestina gestichte Duitse Ridderorde. Bij de oprichting moet van de daarbij aanwezige Duitse vorsten, hertog Hendrik van Brabant worden gezien als één der belangrijkste initiatiefnemers. Hij is de hoofdman van de geallieerde kruislegers ter plaatse en na hun vertrek uit Palestina draagt de Duitse Orde bij aan de consolidatie daar van het militair gezag.
De gebroeders Willem en Rutger van Gemert zijn bekend uit een vermelding aan het eind van de 12de eeuw. Het betreft een valse oorkonde, gedateerd 1172, handelend over een gebeurtenis in 1197, maar pas in of na 1211 opgesteld. Ridders Willem en Rutger van Gemert moeten in die tijd hebben geleefd. Aangenomen mag worden dat zij in 1197 al meerderjarig waren.
In de periode 1210-1220 is ridder Rutger van Ghemert overleden. Zijn naam is met de eerste hand ingeschreven in het Alte Anniversarienboeck, het oudst bekende dodenboek van de ridderorde. Op 9 augustus, de heiligendag van de Romeinse martelaren, wordt hij als eerste genoteerd. “Obijt frater Rutgherus nobilis vir qui nobis contulit bona de Ghemert” oftewel “overleden is broeder Rutgherus, edelman, die ons geschonken heeft het Goed van Ghemert”.
Van de 540 ordebroeders die met de eerste hand zijn ingeschreven is Rutgher van Ghemert één van de slechts negentien met naam en toenaam genoemde edelen. Het duidt op een zekere kwaliteit binnen de nog vroege organisatie van de Duitse Orde. Vermeldenswaard is ook dat er van genoemde ordebroeders nóg zes personen meer met de naam Van Ghemert zijn ingeschreven waaronder ook een Duitse Ordezuster Gertrudis van Ghemert.
Na de dood van ridder Rutger komt zijn Gemerts erfdeel aan de Duitse Orde. De kern daarvan is Handel. Daar komt de eerste Gemertse commanderij met onlosmakelijk daaraan verbonden — want een commanderij is ook een klooster — een kapel toegewijd aan Maria de patrones van de Duitse Ridders, nu bekend als Onze Lieve Vrouw van Handel.