Straatnamen H

H.-Geestlaan; Genoemd naar de Congregatie van de Heilige Geest, die in 1914 vanuit Leuven naar Gemert kwamen. Hier een groot-seminarie vestigden en les kregen van de Jezuïeten op het kasteel. In 1916 werd de congregatie ook kasteelbewoner en in 1928 eigenaar. In mei 2010 verlieten de laatste leden van de congregatie het kasteel en vestigden zich in Gennep. De laan waaraan de naam bij raadsbesluit in 1953 is toegekend heette voordien ‘Wijnboomlaan’. In 1967 is de spelling veranderd van H.Geestlaan in H.-Geestlaan. (GR 2.3.1953; 27.7.1967)

Haageijk; De naam Haageijk is van middeleeuwse oorsprong en is terug te voeren tot een in de veertiende eeuw bestaande gerechts-plaats van de dingbank in ‘de prieeleik’.In de loop van de vijftiende eeuw toen de dingbank verhuisde naar de merkt tegenover het kasteel veranderde de naam ‘prieeleik’ in die van ‘haageik’. Haageijk is voorts van oudsher een onderdeel van de doorgaande préhistorische route Bakel-Erp. In 1452 was aan deze straat nabij de “hoge stenen brugge over de Roisp”, en tegenover de landerijen van de Hoeve Ter Watermolen, al een Gasthuis betrokken. [bron: Ad Otten, Gerecht in Prieeleik, in: Gemerts Heem 2001 nr.2] (GR 28-10-1931)

Haardseweg (De Mortel)(Elsendorp); De Haard is de oud-Nederlandse naam voor de heide. De Haardseweg leidt dus naar de inmiddels ontgonnen heide van de Gemertse Peel. Na de definitieve verwerving van dit Peelgebied ten behoeve van de inwoners van Gemert is de bevolking tot in de negentiende eeuw toe het gehele Peelgebied blijven aanduiden als “de nieuwe Haard” ter onderscheiding van “de oude Haard” ten zuiden van de buurtschap Milschot. (GR 27-7-1967; 13-11-1986)

Hagenhof; De naam is niet alleen gekozen vanwege de naburige buurtschap ‘De Haag’, maar ook omdat de daar bestaande hagen, die al vele tientallen jaren als erfscheidingen dienst deden, bij de verwezenlijking van het nieuwbouwwijkje zoveel mogelijk gespaard zouden blijven. (GR 22-12-1978)

Handelse Bergen (Handel); Genoemd naar de buurtschap ter plaatse die gelegen is tegen de voormalige stuifzandbergen van Handel. Curieus is het hier te vermelden dat in juli 1849 Jonkheer van Riemsdijk, de eigenaar van het kasteel te Gemert, voor Fl. 44,98 ‘de Handelse Bergen’ kocht van de gemeente. Het gemeentebestuur hoopte daarmee van het geklaag van de omwonende boeren af te komen dat bij aanhoudende stevige wind hun landerijen steeds onderstoven met het schrale bergzand. De gemeente had daarom bij de verkoop bedongen dat de nieuwe eigenaar de bergen met dennen moest beplanten. Door de dennenaanplant van Van Riemsdijk zijn de Handelse Bergen in de volksmond geleidelijkaan geworden tot ‘de Handelse Bossen’… (GR 27-7-1967; 13-11-1986) 

Handelsesteeg (Handel); Een van oudsher aldus benaamde steeg. (GR 27-7-1967)

Handelseweg (Handel); Weg naar Handel. In de volksmond, met de in haar verlengde gelegen Lodderdijk, ook wel bekend als “de Keskesdijk“. Zo genoemd vanwege de langs de weg staande keskes van ´Maria der Zeven Smarten´. Vóór 1956 begon de Handelseweg pas bij de afslag naar Elsendorp (Peeldijk). Thans gaat de Lodderdijk al over in Handelseweg op het kruispunt met Doonheide en Scheiweg. Overigens zien we wat we nu kennen als ‘Handelseweg’ op een kaart uit 1664 al aangeduid als ‘Onse Lieve Vrouwestraat’. Wat de verharding van de Handelseweg, of eigenlijk de weg van de vroegere herberg Pelgrimsrust (halverwege Gemert-Handel) tot aan Huize Padua betreft, weten we dat tot in 1867 deze weg nog een zandweg was. Nadat het kapelrectoraat Handel in samenwerking met de Handelse boeren alle goederen van de kapel veel beter toegankelijk had gemaakt door alle open plaatsen en toegangen vol te ‘schieten’ met leem, werden zij vervolgens door de ‘penitenten-directie’ van Huize Padua gevraagd om mee te werken aan een volledige wegverharding met grind vanaf de afslag bij Pelgrimsrust (naar Elsendorp) tot aan Huize Padua toe. Al in 1868-1869 kwam onder toezicht van het gemeentebestuur van Gemert, maar verder zonder enige financiële bijdrage, deze belangrijke wegverbetering tot stand. Dat was dankzij vooral en opnieuw de boeren van Handel die behalve paarden en wagens ook mankracht ter beschikking stelden om alle benodigdheden voor het aanleggen van de grindweg per as aan te voeren. Nog tientallen jaren bleef het onderhoud van de weg ten laste van het Rectoraat Handel en het Instituut Huize Padua, alvorens de gemeente deze zorg overnam. Kort na de oorlog, in de periode van de wederopbouw, kreeg de Handelseweg een asfaltverharding volgens het procédé van MacAdam, een zogeheten ´macadamweg´. (GR 28-10-1931; 1-3-1956; 27-7-1967)

Hanekamseweg (De Mortel); Genoemd naar de buurtschap Hanekam. Volgens sommigen zou deze buurt niet Hanekam maar Hanekamp hebben geheten. (GR 27-7-1967; 13-11-1986)

Haveltweg (Handel); Naamgeving die werd voorgesteld (en aangenomen) omdat hij zou herinneren aan de oorspronkelijke naam voor Handel. Inmiddels is echter gebleken dat een en ander berust op een leesfout van de ‘zeergeleerde’ onderzoeker (Dr. Th.C. Enklaar), die met de plaatselijke situatie niet vertrouwd was. In de oorkonde uit 1434 waarin sprake is van ‘een (grens)paal boven der capelle boven Hanelt’ moet inderdaad Hanelt worden gelezen en niet Havelt. Een ‘v’ en een ‘n’ zijn in het oud-Nederlands moeilijk te onderscheiden en een antwoord op de vraag wat het nu moet zijn kan veelal pas gegeven worden na raadpleging en vergelijking van andere vaak minder oude bronnen. [bron: Ad Otten, De plaatsnaam Handel in het verleden, in: Gemerts Heem nr.68 (1977)] (GR 27-7-1967)

Hazeldonklaan; Genoemd naar de hoeve Hazeldonk uit deze buurtschap. In een Gemertse oorkonde van 1326 is er sprake van eigendommen van een zekere “Heer Enghebrecht Halselsdonck”. Mogelijk dat hiermede de oude hoeve Hazeldonk al is bedoeld. Eind 14de eeuw wordt de omgrachte hoeve van die naam aangekocht door de commandeur van de Duitse Orde in Gemert, waarna de hoeve gedurende meer dan twee eeuwen in erfpacht wordt gegeven aan veelal adellijke families uit de regio. Na de stichting van de Latijnse School wordt de hoeve eigendom van de nieuwe schoolstichting en blijft dat tot in 1920. De oude hoeve lag in de bocht van de steeg die van de Hazeldonk naar de Drie-Ossensteeg loopt. In 1908 werd de nieuwe hoeve Hazeldonk gebouwd op de samenkomst van deze steeg met de Hazeldonklaan. [Ad Otten, Hazeldonk – Eigenaars van 1326 tot heden, in: Gemerts Heem 1979 nr.1; Marinus de Wit, Wat ik nog weet van de oude hoeve Hazeldonk, in Gemerts Heem 1979 nr.2.] (GR 27-7-1967)

 Heereveldseweg (Handel); Genoemd naar de buurtschap Heereveld ter plaatse. Vóór de Franse tijd was dit gebied eigendom van de Duitse Orde. Aan de “Heren” van de Duitse Orde ontleend de buurtschap haar naam. Eind achttiende eeuw vonden hier, in opdracht van de Duitse Orde, de eerste Peelontginningen plaats door bosaanplant. Het gebied werd toen dan ook nog aangeduid als “Heerenbosch”. Na rooiing van het bos ontstond de naamgeving “Heerevelden”. (GR 27-7-1967; BW 3-3-2009)

Heideweg; Zijweg van Scheiweg. De naam herinnert aan de uitgestrektheid van de vroegere (Peel-)heidevelden ter plaatse. (GR 27-7-1967) 

 Heijtsveld; Deze eeuwenoude naam vindt vermoedelijk zijn oorsprong in de nabijgelegen Dribbelei, later geschreven als “Dribbelheit” en vervolgens foutievelijk uitgelegd als Dribbelhei(de). De “-heit” in Dribbelheit had niets van doen met heide maar moet gezien worden als de “-heid” in kwaadheid en slechtheid (N.B. de Dribbelheit was slechte grond!). Ook het oude Heitsveld, gelegen tussen “de Pei“, de Dribbelheidseweg en de Borretstraat was in ieder geval voor de boeren geen beste grond. Doordat zowel in westelijke als oostelijke richting nieuwe wegen werden aangelegd in het verlengde van het reeds officieel benaamde Heijtsveld, is deze straatnaam tot ver buiten de grenzen van het gebied getreden dat oorspronkelijk de naam Heijtsveld droeg. (GR 12-2-1981; 10-1-1985;13-11-1986; 29-2-1996)

Heikampseweg (De Mortel); De gronden ter plaatse werden in de volksmond aangeduid als Heikamp. De straatnaam werd voorgesteld door het Comité Mortels Belang. (GR 27-7-1967; 13-11-1986).

Hein de Witpark; Park in Paashoef. Bij het afscheid van burgemeester Hein M.A.C. de Wit in 1979 beloofde wethouder Piet Stoop uit naam van de gemeenteraad, een straat of laan in Gemert naar hem te zullen vernoemen. Tien jaar later is die belofte nagekomen door de naamgeving van het centraal in de nieuwe wijk Paashoef gelegen park. Hein de Wit is geboren in de gemeente ‘Made en Drimmelen’ op 21 oktober 1914 en hij overleed te Eindhoven op 20 februari 1988. Hij was burgemeester van Gemert van 1966 tot en met 1979. [bron: Nol van Roessel, Witboek Gemert 1967-1980, Gemert 1979] (GR 29-6-1989) 

Heipad; Naam van een verharde ‘binnendoor’ die Doonheide met Waterlelie verbindt en daarvoor Pinksterlelie kruist. De pad bestond al voor het Uitbreidingsplan Doonhei. De Heipad verbond toen Doonhei met Molenbroek middels een eensporig zandpad en een brugske over de Molenbroekse Loop. (BW 22-10-2008) 

Hemelsbleekweg (De Mortel); Genoemd naar de gronden gelegen aan het middengedeelte van deze weg, in de volksmond bekend onder de naam ‘Hemelsbleek’. (GR 27-7-1967)

Hemelstraat (De Mortel); Een van oudsher in de volksmond bekende naam waarvoor geen eenduidige verklaring te geven is. De Mortelse ‘hemel’ kan wel niet erg groot zijn geweest. Althans, in een akte uit 1704 is er sprake van ‘den Hongeracker met den hemel, gelegen in den Mortel’, die tesamen slechts ’twee lopensaet ende twelff roeyen’ oppervlakte bezat (dat is circa 35 are). De pad die er komende vanuit Gemert achterlangs de kerk heenleidde was in het begin van de twintigste eeuw nog bekend als ’t Hímmelpèdje. (GR 27-7-1967)

Hendrik Jan IJpenberglaan (Vossenberg) (Elsendorp); Hendrik Jan IJpenberg, bij iedereen bekend als “Ypenburg” werd geboren te Enschede op 21 september 1905 en hij overleed te Nijmegen op 30 september 1972. Als nieuwe directeur van de firma Raymakers vestigde hij zich in 1937 met zijn gezin in Gemert. Het was op dat moment het enige Hervormde gezin in Gemert-dorp. In 1940 werd Ypenburg kerkvoogd van de in de Vossenberg gevestigde protestantse gemeenschap van de Noordelijke Peel. Bij gelegenheid van zijn zilveren feest als kerkvoogd in 1965 kreeg de laan naar het kerkje op de Vossenberg de naam Hendrik Jan IJpenberglaan. In 1967 is de naam verlengd (zie ook: Marten Kuiperstraat). Ypenburg is ook onderscheiden als ‘ereburger van Gemert’. (GR 16-3-1965; 27-7-1967)

Herman van der Asdonkhof (Elsendorp); Herman van der Asdonk was als vertegenwoordiger van Elsendorp gemeenteraadslid van Gemert van 1945-1963. Hij was betrokken bij onder meer de oprichting van een plaatselijke afdeling van het Wit-Gele Kruis in 1938, de NCB in 1939 en de Boerenleenbank Elsendorp in 1954. Verder is opmerkenswaard zijn bijzondere inzet voor de aansluiting van Elsendorp op respectievelijk het electriciteitsnet in 1952 en de waterleiding in 1955. (BW 22-10-2008)

Hertenbosscheweg (De Mortel); Genoemd naar de buurtschap waar deze weg doorheen voert. Na een door ruilverkavelingswerkzaamheden ontstane verandering in het stratenplan aldaar is een deel van de vroegere Hertenbosscheweg omgedoopt in Reebos. (GR 27-7-1967; 13-11-1986)

Het Frans Brugske; Naam die is ontleend aan de brug over het riviertje de Rips. De naam “Franse Brugge” komt al voor in 1697. Het ‘verhaal’ wil dat een Franse legereenheid in het zogenaamde rampjaar 1672 hier een brug bouwde, in augustus-september van dat jaar passeerde tweemaal een Franse troepenmacht (komende van Aarle-Rixtel) Gemert. Uit 1702 weten we dat toen een Franse troepenmacht met gidsen (‘gides’) om het dorp werd heengeleid als een soort compromis omdat Gemert ‘vrij’ en ‘neutraal’ gebied was in alle oorlogen. [bron: Ad Otten en Maria van de Vossenberg-Lorteije, Gemertse gidsen (gides) in 1702, in: Gemerts Heem 2005 nr.2, blz.25-30] (GR 2-3-1953)

Het Slotje; Het adellijk Huis Lankveld werd gebouwd in de periode 1430-1435 door Jonker Goyart van Lankveld en diens echtgenote Jonkvrouw Jenneke van Gemert. Het ‘huis’ was dubbel omgracht en tot in de tweede helft van de zeventiende eeuw bleef het eigendom van een adellijke Van Lankveld. De laatste was jonkvrouw Maria van Lankveld getrouwd met Jonker Robert de Bever, heer van Milheeze. Daarna kwam het Huis van Lankveld in burgerhanden en verviel het tot ‘een slotje’. In 1855 werd dit slotje verbouwd tot twee boerderijen. Tenslotte werden medio jaren zestig van de twintigste eeuw beide boerderijen gesloopt ten behoeve van de uitbreiding van Plan Molenbroek. Het ‘Huis Lankveld’ stond iets ten oosten van de plaats waar nu de straatnaam ‘Het Slotje’ aan is gehecht, in het plantsoen tussen Het Slotje en de Louis Couperusstraat. [bron: Jan Timmers, Het Slotje – adellijk huis Lankveld, in: Gemerts Heem 2007 nr.3 p.1-13.] (GR 24-1-1974)

Heuvel; Het is één van de oudste toponiemen van Gemert. In de middeleeuwen veelal geschreven als Hovel of Hoevel. In deze oude buurtschap moet in 1487 de van Gemert afkomstige humanist Macropedius zijn geboren. Het huidige Stereind, omstreeks 1500 bekend als ‘Schilt’, en later als Lindereind, is in oude archivalia een enkele keer ook wel aangeduid als “Hoveleind”. Tot 1953 behoorde in ieder geval de toen pas afgesplitste Dr. Kuijperstraat tot “d’n Heuvel”, zoals de straat in de volksmond heet. [bron: Ad Otten, Het geboortehuis van Macropedius (op de Heuvel), in: Gemerts Heem 1977 nr.2.] (GR 28-10-1931; 2-3-1953; 29-3-1990)

Heuvelsepad; Al uit vijftiende eeuwse schepenprotokollen is de naam Goorswinkelse Pad bekend. Deze pad liep vanaf de Heuvel over de tracé’s van de tegenwoordige Heuvelsepad en het Hopveld naar de kasteelpoort. In later eeuwen worden de namen Hovelse- of Heuvelsepad en Goors- of Schoorswinkelsepad door elkaar gebruikt. Vele percelen aan de westkant van het Binderseind liepen door tot aan deze pad. Zo ook het perceel van een uit de zeventiende eeuw bekende herberg en brouwerij De Roskam. Achter deze brouwerij lag een hopveld, dat als toponiem tot in onze tijd bekend zou blijven en dat samen met ‘het Hoppenveld’ tegenover het kasteel, vervolgens de naamgever werd van dit deel van de vroegere Heuvelsepad. (GR 27-7-1967)

Hezelaar; Voor het eerste deelplan van ‘bestemmingsplan Paashoef’ werden in 1983 straatnamen voorgesteld die de herinnering in zich droegen van wat het landschap hier voorheen te bieden had. Hezelaar is een oude benaming voor broekland met ruige begroeiing. (GR 19-12-1988). Deze straat maakte aanvankelijk, zij het heel kort, deel uit van “Wijst“.

Hof; Voor het eerste deelplan van ‘bestemmingsplan Paashoef’ werden in 1983 straatnamen voorgesteld die de herinnering in zich droegen van wat het landschap hier voorheen te bieden had. ‘Hof’ is daar een voorbeeld van. We citeren uit ‘Gemerts Woordenboek’ (1996): “Onze vádder waor aalt in z’nen hòv án ’t heuve (:tuinieren)”. (GR 14-5-1987) 

Hofgoed; Officiële naam voor het parkeerterrein tussen Kerkepad en Komweg. In de middeleeuwen behoorde dit terrein tot de hoeve Hofgoed dat deel uitmaakte van het domein van de adellijke Heren van Gemert. Het Hofgoed wordt wel gezien als de voorburcht van het op een motte gebouwde Hooghuis. De naam Hofgoed is bekend gebleven van de 14de eeuw tot op heden. Het pand Ruijschenberghstraat 12 waar vanaf de jaren dertig van de twintigste eeuw de notaris van Gemert woont (en ook kantoor houdt), is van oudsher die naam toebedeeld. Het pand, althans het woonhuisdeel, dateert uit 1725. Het werd gebouwd in opdracht van meester-orgelbouwer Mathijs Verhofstadt. (GR 20-6-1991)

Hoogen-Aarleseweg (De Mortel); De naam “Hogen Aerle” komt al voor in een oorkonde uit 1326. Daar ter plekke lag een hoeve die toebehoorde aan Heer Diederik van Gemert. De van oudsher omgrachte hoeve “Hogen Aarle” kwam door vererving in de vijftiende eeuw in handen van de adellijke familie Van Lanckveld, die op het Slotje in de buurtschap Deel woonde. De naam van de hoeve “Hoge Aarle” is overgegaan op de hele buurtschap en die heeft op haar beurt de straatnaamgeving bepaald. Van lieverlede kwam er ook een ‘Lage Aarle’ en een Lagen-Aarleseweg. (GR 27-7-1967)

Hopveld; De naam is ontstaan uit de herinnering aan eertijds aan de Heuvelsepad gelegen hopvelden. Zowel het kasteel als een aan het Binderseind gelegen brouwerij (zie bij Heuvelsepad) hadden hier hun eigen ‘hopveld’. Ook de verbinding van het oude Hopveld met het Binderseind, kreeg de naam Hopveld. Deze verbinding had in de volksmond de naam “Fekkegang”, genoemd naar een prefect van de Heilige Familie, zekere Bakker Van Asseldonk, die rond 1900 op de hoek van de gang en het Binderseind woonde. [bron: Cor Otten, De Fekkegang en de Heilige Familie, in: Gemerts Heem 1981 nr.2] (GR 28-10-1931; 27-7-1967)

 Horst; Voor het eerste deelplan van ‘bestemmingsplan Paashoef’ werden in 1983 straatnamen voorgesteld die de herinnering in zich droegen van wat het landschap hier voorheen te bieden had. Een horst is een streek van hogere zandgrond, al of niet met laag hout begroeid of omgeven. (GR 13-11-1986; 14-5-1987; 10-3-1988)  

Houtert; Voor het Plan Groeskuilen werd in 2006 gekozen voor een toegang met de straatnaam ‘Houtwal’, een uitbreiding (doortrekking) van de straatnaam Kouter, voor het open middengedeelte de straatnaam Dries en voor de parallel aan Elzent en Wetering lopende straat de naam ‘Houtert’. De betekenis van ‘Houtert’ is plaats omgeven met houtgewas. De namen voor het Plan-Groeskuilen sluiten aan bij die van Paashoef, waarvoor in 1983 al werd gekozen voor namen die de herinnering opriepen aan wat het landschap hier voorheen te bieden had. (BW 22-10-2008)

Houtwal; De toegang vanaf Groeskuilen voor het Bouwplan Groeskuilen. Houtwal is samen met Gaarde overigens al aangelegd in 1995 als deel van de Uitbreiding Paashoef-Oost. De naam past uitstekend bij de nabijgelegen straatnamen Houtert en Elzent (= omgeven door wal van elzenhout) (GR 23-2-1995)

Hulst; De namen ‘Huls’ en/of ‘Hulst’ werden voor dit gebied ‘in de Kampen’ al gebruikt in de zestiende eeuw. Hulst staat nu voor een samenstel van stegen en paden. De hoofdsteeg die vanaf Pandelaarse Kampen loopt in NW-richting heeft in NO-richting twee aansluitingen op de Koksedijk. Vier stegen die vanaf de hoofdsteeg lopen in ZW-richting lopen dood. [bron: Ad Otten, Van aardsparadijs aan de Aa tot convent in Binderseind, in: Gemerts Heem 2005 nr.2]

Hurk; Straatnaam in de wijk Paashoef. In oud-Nederlands heeft ‘hurk’ of ‘hork’ de betekenis van ‘hoek’.

A – BCDEFGHIJKLMNOPRSTUVWZ