Straatnamen L
Lagen-Aarleseweg; (De Mortel); Genoemd naar de gronden in de nabijheid van deze weg. Zie ook bij Hoogen-Aarleseweg. (GR 27-7-1967)
Landmeerseweg (Handel); Weg genoemd naar de nabijgelegen Landmeerseloop. Deze loop, tevens de grens met Boekel, heette tot in de zeventiende eeuw overigens niet Landmeer maar Landweer, terwijl de oorspronkelijke naam wellicht toch ‘landmeer’ is geweest in de betekenis van ‘grensbeek van een grondgebied’. In de loop van de veertiende (misschien begin vijftiende eeuw) is van deze grensbeek een landweer gemaakt. [Jacques van der Velden, Landmeer verklaard, in: Gemerts Heem 2009 nr.2] (GR 1-3-1956; 27-7-1967)
Langs de Palen (De Mortel) (Elsendorp); Een op historische gronden gegeven nieuwe benaming voor een deel van de in vroeger eeuwen met palen bebakende “grensweg” tussen de gemeenten Gemert en Bakel. Zie ook: Grensweg. [bronnen: Jan Timmers, Langs de Palen – oude grens is historisch monument, in: Gemerts Heem 1997 nr.1 blz.20-32; Jan Timmers e.a., Langs de Palen, Gemert 2002] (GR 11-7-1985)
Leemrand; De uitbreiding van de bebouwde kom ten zuiden van ‘Heijtsveld’ kreeg de naam ‘Plan-Breukrand’. Naast Breukrand werd gekozen voor namen die allemaal wijzen op, of verschijnselen geven van de Peelrandbreuk die dit gebied (in de ondergrond) doorsnijdt. Breukrand, Leemrand, Steilrand, Waterrand, en binnen een jaar gevolgd door ‘Esrand’. (GR 29-2-1996; 28.11.1996)
Leemskuilenweg (De Mortel) (Gemert); In vroeger tijden is in dit gebied volop naar leem gegraven waarbij de daar later gestichte buurtschap in de volksmond de naam Leemskuilen bleef toebedeeld. (GR 27-7-1967)
Leeuwerikweg (De Mortel); Straatnaam in Mortelse vogelbuurt. Zie: Nachtegaallaan. De leeuwerik is een vogel die met name in gebieden met veel bouwland veelvuldig wordt (intussen: ‘werd’) aangetroffen. (GR 27-7-1967)
Leije (Wolfsveld); Straatnaam op Bedrijventerrein Wolfsveld. In 1988 viel het besluit om de uitbreiding van het Bedrijventerrein Scheiweg (later geheten Bedrijventerrein Wolfsveld) straatnamen te geven die zijn ontleend aan Brabantse waterwegen. ‘Leije’ werd in 1995 één van die namen. Verlengd in 2008. (GR 28-9-1995; BW 25-8-2008])
Lieverman; In het “Plan Doonheide” werd gekozen voor het geven van Gemertse en/of Brabantse namen van bloemen en kruiden. Lieverman is er één van. Ook bekend als ‘duizendschoon’ (Dianthus Barbatus L.), tweejarige tuinplant; stengelbladen, althans de onderste, vrij breed, met duidelijke zijnerven, talrijke bloemen, dicht opeen, van allerlei kleuren; bloei: juli-augustus. (GR 1998/1999) [bron: Doonheide, gezien door beeldmeester Pieter van Nes van de gemeente Gemert-Bakel, in: De Doonheide tussen keske en kapelleke, Gemert 2004.] (GR 1997/1998)
Lieve-Vrouwesteeg (Handel); Naam gegeven aan de in de volksmond voorkomende benaming. (GR 27-7-1967; 13-11-1986)
Lijsterlaan (De Mortel); Naam in de in het buitengebied gelegen Mortelse vogelbuurt. Zie:Nachtegaallaan. (GR 27-7-1967)
Limbraweg (Elsendorp); Genoemd naar het indertijd aan deze weg gelegen Recreatiecentrum Limbra-Zonneweide. De naam Limbra refereerde daarbij aan de provincies Limburg en (Noord-)Brabant, waaruit de exploitant veel klanten trok. (GR 27-7-1967)
Lochterweg (De Mortel); Deze bij raadsbesluit in 1956 officieel vastgestelde straatnaam heeft als zovele nieuwe namen een bestaansrecht dat van eeuwen her dateert. Het toponiem “aan de Locht in de Mortel” komt men al tegen in zestiende eeuwse archiefstukken. ‘Locht’ en ‘Logt’ hebben de betekenis van een omheind danwel duidelijk afgebakend perceel. Het Middelnederlands woordenboek van Verdam geeft ‘Locht, Lochten, Lochtinc’ de betekenis van ‘open plaats’ of ‘tuin bij een huis’, en ‘lochtenaer’ die van ‘tuinier’. De weg begint aan de samenkomst met de St.Antonisstraat en het zou wel eens zo kunnen zijn dat met de middeleeuwse ‘Locht aan de Mortel’ de toen nog onbebouwde driehoek werd bedoeld waarop nu kerk, pastorie, kerkhof en dorpshuis De Wilg staan, de kern van De Mortel. (GR 1-3-1956; 27-7-1967)
Lodderdijk; Deze naam is van oudsher gebezigd voor een deel van de weg Gemert-Handel. In 1529 woonde hier zekere Joost de Lodder en een halve eeuw later duikt in de archieven ook de naam op van “Lodderstraet”. In oud-Nederlands heeft ‘lodder’ weliswaar de betekenis van losbol, schavuit of kunstenmaker, maar deze betekenissen lijken niet toepasselijk op de Gemertse familie Lodder. Zo was een zestiende eeuwse “Lodder” namelijk een tijdlang borgemeester (=gemeenteontvanger) van Gemert, terwijl alle familieleden behoorden tot de meest gegoede boeren van de heerlijkheid. [bron: Ad Otten, Vraagtekens bij verklaring van Lodder en Lodderdijk, in: Gemerts Heem 1983 nr.4] (GR 28-10-1931; 1-3-1956).
Lopense; Een straatnaam in de “oude-maten-buurt”. Begin 1989 koos de gemeenteraad voor het thema ‘oude maten’ bij het vaststellen van nieuwe straatnamen voor het Plan Paashoef-Zuid. De lopense is een oppervlaktemaat van ruim 16 are bij de boerenbevolking nog tot in de twintigste eeuw in gebruik. Er gaan ongeveer zes lopense in een hectare! De oorspronkelijke naam is “lopenzaad” die in het taalgebruik is verkort tot ‘lopense’. Zie ook bij: Bunder, Domein, Kopse, Lopense, Morgen, Mudde, Sester, Sille, Vadem. [bron: Ad Otten, Oude Landmaten in Gemert, in: Gemerts Heem 1989 nr.2 blz. 33-45; (GR 29-6-1989; 7-6-1990)].
Louis Couperusstraat; Straatnaam in de schrijversbuurt van de wijk Molenbroek. Louis Couperus (’s-Gravenhage 1863 – De Steeg 1923) was een letterkundige. Zes jaar van zijn jeugd bracht hij door in Nederlands-Indië. Hij maakte veel buitenlandse reizen en verbleef heel lang in Frankrijk en Italië. Zijn prozadebuut ‘Eline Vere’, dat hij schreef op 20-jarige leeftijd, is de eerste psychologische roman van groot formaat in Nederland. Een ander bekend werk is ‘De Stille Kracht’ (1900) waarin hij de tegenstelling beschrijft tussen het occulte oosten en het materialistisch-nuchtere westen in de figuren van de regent en resident op Java. (GR 10-2-1972; 24-1-1974)