GH-2021-01 Aanvulling Gemerts Woordenboek
W i m Vo s
In 2020 kreeg ik van Martien van den Boom, Martien van Dooren, Marij van Pelt-Vos, Rieki Roijackers-Verbakel, Harry Slits en mijn broer Piet Vos nog wat aanvullingen. Zoals gebruikelijk in Gemerts Heem zijn de nieuwe of aangevulde lemmata in dezelfde vorm gegoten als de lemmata in het Gemerts Woordenboek 2017 t.b.v. een gemakkelijke digitalisering later. Tenslotte nog een woord van dank aan Harry Slits voor zijn nauwkeurige correctie van de kopij van dit artikel.
Gímmers – Nederlands
bóks
v ev/mv -e verkl bukske: broek. D’n dieje is vort aojt de kòrte bóks: hij daar is de kinderschoenen ontwassen, hij is geen kind meer. Dor zákt m’n bóks van af: dat is uitermate teleurstellend.
eraf
voornaamw bw: eraf. Haj begeent ’r de léésten tejd steeds wejter af te raoke: hij begint de laatste tijd steeds meer te dementeren.
ervùr
voornaamw bw: ervoor. Ge wít noojt nie hoe ge ’rvùr kaomt te ston: je weet nooit hoe je ervoor komt te staan.
krintemik
m ev/mv -ke verkl -ske: krentenbrood. We zallen ’r mí de krintemik hén moete: (want) een kind van hen is geboren en gedoopt.
naacht
1 m ev/mv -e verkl náchje: nacht. Haj góng/ging ’r de naacht mí in: de vervelende situatie veranderde niet, ook niet toen hij naar bed ging.
óvverskòt
m ev/mv -te verkl -skötje: 1. overschot. D’n óvverskòt van ’t físt worde gewoon ewéggegojd, ’t waor nòg zeund. [Opm: in het Nederlands is het woord o, in het Gímmers m].
Sintreklos (Sintereklos, S’ntreklos)
m ev/geen mv: Sinterklaas. [Opm: S’ntreklos is een alternatieve uitspraak met een schwa i.p.v een i in de eerste lettergreep]. (gez, zie keengs).
Sintreklosse-weefke, Sintereklosse-weefke, (S’ntreklosse-weefke)
o ev/geen mv verkl: 1. (lett.: het vrouwtje van Sinterklaas) . [Opm: S’ntreklosseweefke is een alternatieve uitspraak met een schwa i.p.v een i in de eerste lettergreep].
skottel
v ev/mv skottele/ mod. -s verkl skùttelke: 2. gerecht. ’n Kaaw skottel: koude schotel, horsd’oeuvre, voorgerecht bij een maaltijd; in Gemert meestal gemaakt met het soepvlees, hardgekookte eieren en groente.
Veerzehèèj, de –
v toponiem: de Verreheide (tussen Boekelseweg en Pelgrimsweg bij Handel). [Opm: ook in Lierop bestaat een toponiem met een soortgelijke naam, nl Verste Heide].
verhapstukke
ww overg (-t, -te, h. verhapstukt): verhapstukken, doen, regelen. Ik héb vandaog nòg veul te verhapstukke. [Opm: het Ned. woord, al gesignaleerd in 1885, is een vervorming van verhakstukken: nieuwe hielstukken opzetten].
verkeengze
ww onoverg (-st, -de, is verkeengsd): dementeren. Haj ’s vort goewd án ’t verkeengze.
wég 1
m ev/mv weeg verkl weegske: weg. Ik kan goewd mí heur aojt de weeg: ik kan goed met haar opschieten/ overweg.
ziemel
v ev/mv -s verkl -ke: zeurderige vrouw. As ge no die ziemel moet laojstere, kaomde tejd te kòrt.
Nederlands – Gímmers
dementeren: (zie eraf), verkeengze
doen: aojtzétte 1, doen, kòmme, klaormaoke, skaffe, verhapstukke, vèrregmaoke
ervoor: ervùr
hors-d’oeuvre: (zie skottel)
Maria (Onbevlekte) Ontvangenis (feest van-; 8 dec.): Sintreklosse-weefke, Sintereklosse-weefke, S’ntreklosse-weefke
opschieten (met elkaar -): (zie bloem 2 ,1), (zie bùttere 2), (zie óvverínkòmme), (zie wég 1)
overweg (-kun:nen met) zie wég 1)
regelen: riddere, verhapstukke
Sinterklaas: Sintreklos, Sintereklos, S’ntreklos
Sinterklaasfeest (verlaat): Sintreklosse-weefke, Sintereklosse-weefke, S’ntreklosse-weefke
verhapstukken: verhapstukke
vrouw (zeurderig): blaaj, blaoj 1, ziemel