Paard brengt dode ruiter thuis

A d O t t e n

Eerste ontwerp Charles Eyck van oorlogsmonument voor Gemert

Gemert mag trots gaan op de subliem door Toon Grassens in graniet verduurzaamde vredesmaagd van Charles Eyck aan het Ridderplein. Maar officieel is nooit bekendheid gegeven aan een heel ander ontwerp van Eyck, dat hij bedoeld had voor deze locatie bij het kasteel.

Bijzondere vondst

Bij toeval treft de auteur van dit artikel op de zolder van de rectorswoning van de Latijnse School een door de bekende kunstenaar Charles Eyck (1897-1983) gesigneerde ontwerpschets in houtskool. De ingelijste schets is slechts voorzien van een label met als tekst ‘Zonder titel’ C. Eyck, 1946. Dat is alles. Maar wanneer je al een beetje op de hoogte bent van een eerder ontwerp van Eyck van een ruiter op een steigerend paard dan is er niet veel fantasie voor nodig om in de toren op de achtergrond de hoektoren van de voorburcht van Gemerts kasteel te zien en in de boom links de bij iedereen bekende sequoia die vanaf 1947 het oorlogsmonument flankeert. Kijken we beter naar de schets dan zien we dat de ruiter dodelijk verwond is. De lans of speer steekt hem nog in de rug en het is het paard dat hem bij wijze van spreken thuisbrengt. Thuis is dan de locatie van het (latere) grafmonument. Een bijzonder idee, temeer omdat het hier een plek betreft bij een historisch kasteel van een roemruchte ridderorde.

Het paard zakte door zijn hoeven

In het boek ‘Van klei tot brons’ tekende Simon van Wetten uit de mond van Toon Grassens al op, dat in het atelier van Eyck in Maastricht het reeds in klei vervaardigd ontwerp van het steigerende paard zodanig door zijn hoeven zakte, dat het onbruikbaar werd. Toen heeft beeldhouwer Jacques van Rhijn, assistent van Eyck, een door hem onder regie van Charles bijna voltooide bevrijdingsmaagd afgestaan voor Gemert. Van Rijn maakte het beeld voor Sint-Oedenrode, maar voor Gemert was haast geboden omdat de onthulling hier al gepland was. Een en ander hoorde Toon ooit van oud-wethouder Jan van Berlo bij Dientje Wijn aan de tap. Als wethouder van Gemert maakte Jan deel uit van een Gemertse delegatie die het atelier van Eyck had bezocht. Hij wist van het met ruiter en al ingestorte paard en de daaropvolgende keuze voor de uit afzonderlijke keramische segmenten van witgebakken chamotteklei opgebouwde vredesmaagd.1 Sint-Oedenrode had toen even te wachten op een vrijwel identieke maar kleinere vredesmaagd, terwijl die in Gemert op 8 juni 1947 al werd onthuld.

Keramische maagd met problemen

Decennialang blijft de Vredesmaagd het bij iedereen direct in het oog springend kunstwerk aan het Gemertse Ridderplein. Na verloop van tijd blijkt het beeld echter niet bestand tegen sterk wisselende weersinvloeden. De maagd houdt teveel vocht vast en de met specie opgevulde holle binnenruimte, in combinatie met het feit dat enige segmenten niet hard genoeg zouden zijn gebakken, veroorzaken flinke beschadigingen en moeten deels worden vervangen. Uitvoeriger wordt een en ander besproken in het boek over de werken van Toon Grassens.2 Want het is Grassens die benaderd wordt om een replica te maken van het beeld. De harder en gelijkmatiger gebakken segmenten blijken op termijn echter evenmin bestand tegen het weer. Het komt zelfs tot een tweede replica omdat ‘deskundigen’ van mening blijven dat een verstukt of nieuw beeld conform de door Eyck gehanteerde opbouw en werkwijze gerealiseerd moet worden wil men ’de vingerafdruk’ van de gevierde kunstenaar Eyck behouden. Kasteelbewoners hebben het al spottend over de driedubbel-gebakken maagd in hun park. Uiteindelijk wordt in 2000-2001 wel geluisterd naar het al eerder geleverde maar nu dringende advies van Toon Grassens om de vredesmaagd uit te voeren in graniet, wil men niet elk jaar opnieuw geplaatst worden voor onderhouds- en vervangingswerkzaamheden. Pas dan komt het tot het granieten beeld ‘naar Charles Eyck’ van beeldhouwer Toon Grassens. Het oorspronkelijke beeld blijft sindsdien binnenshuis bewaard.

Charles Eyck en Gemert

Charles Hubert Eyck werd geboren in 1897 in het Zuid-Limburgse Meerssen. Als gevolg van een ernstige ziekte is hij vanaf zijn elfde jaar doof en communiceert hij door liplezen en gebaren. Hij studeerde aan de Rijksacademie te Amsterdam en legde zich vooral toe op monumentale kunst en op de glasschilderkunst. In 1922 won hij de Prix de Rome. Hij ontwikkelde zich als een bijzonder veelzijdig beeldend kunstenaar en schilderde bijvoorbeeld ook portretten, stillevens, landschappen en muurschilderingen. Met Henri Jonas en Joep Nicolas geldt hij als een voortrekker van de Limburgse School. Charles Eyck was bevriend met de glazenier Daan Wildschut die voor de villa aan de Oudestraat van schortenfabrikant Toon Roelofs een grote gebrandschilderde entree maakte. Al voor de oorlog kreeg Eyck de opdracht om muren en gewelven van de Helmondse Onze Lieve Vrouwekerk (nu: Het Speelhuis) te voorzien van muurschilderingen. Samen met Daan Wildschut begon hij aan deze grote klus. Zij logeerden toen met vaak nog andere kunstenaars maandenlang bij Roelofs aan de Gemertse Oudestraat. Omdat Eyck tijdens de bezetting weigerde toe te treden tot de door de bezetter vereiste Kultuurkamer, zou het werk in de Helmondse kerk pas voltooid worden na de oorlog. Maar de vriendschap tussen Roelofs, Eyck, Wildschut en nog andere kunstenaars bleef bestaan.3 Roelofs moest vanwege verzetsactiviteiten lange tijd onderduiken. Na de oorlog is hij de voorzitter van de Gemertse afdeling van de Gemeenschap van Oud-Illegale Werkers. Hij neemt het initiatief voor het Comité Stichting Oorlogsmonument Gemert en het is Charles Eyck die de opdracht krijgt voor een te realiseren oorlogsmonument dat in juni 1947 als Vredesmaagd wordt onthuld. Maar daar blijft het niet bij, want Eyck maakt in hetzelfde jaar voor het Handelse openluchtaltaar in het Processiepark twee kostelijke reliëfs van een mannengroep en een vrouwengroep die Maria vereren. Een jaar later maakt Charles Eyck voor de gemeente Gemert een beeldje van een vrouw met waterkan op het hoofd die de Wilhelminapomp op het Ridderplein siert. In 1952 maakt Charles Eyck vervolgens voor de doopkapel in de parochiekerk Sint-Jans-Onthoofding het glas-in-loodraam (De Verrijzenis van Christus en Michaël met de draak). Dan is er tenslotte het schetsontwerp van Het Steigerende Paard dat een Oorlogsslachtoffer Thuisbrengt dat een veel en veel betere plaats verdient dan de opslag op zolder van de Latijnse School. Charles Eyck is in 1983 op 86-jarige leeftijd overleden te Schimmert.

Noten:

  1. Simon van Wetten, Van klei tot brons. Toon Grassens, uitgave Gemert Vrijstaat 2020, blz. 93.
  2. idem 3. Anny van de Kimmenade-Beekmans, Kunstenaars en het echtpaar Roelofs, in: Gemerts Heem 2011 nr.1, blz. 21-28.

Het ontwerp ‘Een ruiter op een steigerend paard’ van Charles Eyck was bedoeld als vredesmonument in Gemert. (Foto Ad Otten)

Voor tekst in PDF met afbeeldingen