Gemertse Bronnen deel 12f
Uitgave Heemkundekring De Kommanderij Gemert
20 augustus 1451
Bevestiging van een vonnis in een geschil tussen de Duitse Orde en Everart van Deurne over de achterstallige erfpacht uit het goed Kruisschot in Bakel.
23 januari 1452
Arnt natuurlijke zoon van wijlen Goyart van Gemert, alias Van der Vondervoort heeft verkocht aan Michiel Jacop Michiels een stuk land op de Veereyck in Gemert naast het erf van Arnt Vriend van Beek, op de hoek van de weg naast de Veereyck.
14 juni 1452
De Raad van Brabant doet uitspraak in een geschil tussen heer Claas van der Dussen, commandeur van Gemert enerzijds en Margriet weduwe van Willem Dirx Borchgreve anderzijds over het goed Oudestein in Nuenen, dat een leengoed is van de Commanderij Gemert.
overgenomen van http://www.henkbeijersarchiefcollectie.nl
1454
Het testament van Godert van Wermpt uit 1454. Onder veel andere bepalingen wordt onder meer het goed Ten broek overgemaakt aan de kerk van Gemert met bepalingen (onder meer) over het uitdelen van brood en erwten aan 13 armen in Gemert. Ook is er sprake van het stichten van een altaar gewijd aan Maria, Katharina en Barbara.
7 maart 1454
Simon Jan de Brouwer verkoopt aan Frederik Mychelink een hofstad op Esp in Bakel met meer andere goederen.
21 januari 1455
Jan, Gerit, Liesbeth en Mechteld, kinderen van wijlen Jan van Stein verpachten erfelijk aan Jan zoon van wijlen Goossen Wolf, twee derde deel van huis en hof in Gemert naast de brug aan de Rips (het goed Ter Watermolen). Bij het goed hoort nog een heimaat van 2 dagen per week op de Alde Haarde volgens de brief waarmee wijlen Gerit Steyngen het goed destijds heeft verkregen.
26 november 1455
Uit: Wampach deel 10, nummer 93
Abt Wijnand van Echternach schrijft zijn rentmeester in Brabant dat hij Johannes Harman stuurt om de pachtcontracten, cijnsen en andere inkomsten op te halen. Dat de toezeggingen na de dood van Rascop van Bakel niet nagekomen kunnen worden. Dat Gooswijn van Zeeland in gebreke blijft m.b.t. de inkomsten uit Zeeland en dat hij door de rentmeester uit zijn ambt gezet kan worden als hij niet aan zijn verplichtingen voldoet. Verder blijven ook de inkomsten van de commandeur van Tiel achter. De termijn waarin Johannes Hanegreve de hoeven in Waalre gebruikt kan worden verlengd tot een periode van 20 jaar.
15 juli 1456
Wynand, Abt van Echternach, herinnert de Commandeur van de Duitse Orde in Maastricht aan de levering van een pond was op Maria Lichtmis aan het klooster van Echternach, zoals toegezegd bij de stichting van de parochiekerk van Gemert.
9 oktober 1456
Overdracht van een stuk groesveld aan de Laren bij het Molenbroek door Goyart Goyarts van Erp aan Jan van Loon genaamd de Guliker
31 januari 1457
Rubrecht Dirk Rubrechtssoen verkoopt een huis met toebehoren in de Haag, afkomstig van Jan Gerit Kaerlis, aan Aard Meus van Batenborch alias de Kock.
20 september 1457
Ansem zoon wijlen Jan Tax heeft verkocht aan Jannis zoon van wijlen meester Willem Weers alias de Koc een erfmander rog uit huis en hof in de Vondervoort met een zijde Jan Voederarts, ander zijde de kinderen Jan de Moller, een eind op de heren laar, ander eind op de heren straat.
9 oktober 1457 (st dionysiusdag)
Schepenen van Gemert verklaren dat Willem Gerits Fijen als kerkmeester en H. Geestmeester goede rekenschap heeft afgelegd aan pastoor Johan van Attendoren en zijn medebroeders van de Duitse Orde en aan Dirk van Gemert en de naburen van Gemert, van het beheer van het goed Ten Broek, dat Goyart van Wermt aan de kerk schonk.
4 januari 1458
De kinderen van wijlen Claes Peters (te weten Peter, Gijb, Liesbeth x Henrick Goossens en Katelijn x Jelis Heynen van Vynckel) verkopen een erfmud rogge aan Peter zoon van wijlen Peter Claes.
29 februari 1458
Aleid, natuurlijke dochter van wijlen Willem Ansems verkoopt aan Ansem Jan Berchs een erfpacht van vier vaten rogge uit een groesveld op de Nieuwe Graaf in Gemert, neven kinderen Jan Maes aan een zijde, Jan Berchs en Jan van den Bleeck aan de andere zijde, een eind Peter Grieten en ander eind Heyntje Jan Berchs.
17 juni 1459
Wynand, abt, Bernard van Beffort, deken, Johannes Mecherer, koster, Koenraad, camerarius, en de overige broeders van het convent van Echternach, geven volmacht aan Willem Lippen van Zeelst in het geschil met de Ballije van Oudenbiezen en de Kommanderij Gemert over de novale tienden van Gemert.
10 september 1459
Landcommandeur Mathijs van der Straten geeft te kennen dat Gerard Meeus van Sulre, pastoor van de parochiekerk van Gemert, afstand daarvan doet en dat Jacob Mersman van Os de parochie overneemt. Gerard Meeus van Sulre krijgt de kapel van Handel met alle toebehoren in beheer.
15 september 1459
Matthijs van der Straeten, landkommandeur van de balije Oudenbiezen, oorkondt, dat hij Johan van den Velde, scheffener van de Duitse Orde, en Leonard van Valkenburg heeft gemachtigd namens de Duitse Orde op te treden in de zaak voor mr. Rolandt van Meer, kanunnik van de kerk van Sint-Servaas, en mr. Johan int Wout, advokaat van het Hof van Luik, arbiters in het geschil tussen hem, landkommandeur, en de procurator van de abt van Echternach over de novale tienden van de heerlijkheid Gemert.
25 oktober 1459
Hendrik Willem Hendrik Maessen en zijn vrouw Margriet, dochter van Henrick van Nulant, schenken een erfpacht van 7 vat rogge aan heer Gerit van Zuelre, rector van de kapel in Handel, ten behoeve van Onze Lieve Vrouw van Handel, voor het zielenheil van henzelf, hun kinderen en van wijlen Sophie, huisvrouw van Henrick van Nulant. De erfpacht is gevestigd op goederen op Strijp in Aarle, die van Willem van Kriekenbeek waren en die Henrick van Nulant verwierf door het huwelijk met Sophie, dochter van wijlen Willem van Kriekenbeek en die Henrick Willems vervolgens kocht van Lambert Rovers.
2 september 1461
Notaris Johannes Franck, van Echternach, priester, instrumenteert, dat Rolandt van Meer, kanunnik van Sint-Servaas te Maastricht, en mr. Johan in ’t Wout, advocaat bij het Hof van Luik, als arbiters in het geschil tussen Johannes van den Velde, scheffener van de balije Biezen, enerzijds en Wilhelmus Lippen, procurator van de abt van Echternach, anderzijds over de novale tienden van Gemert, hebben bepaald dat, blijkens de overeenkomst door heer Theodericus de Betgenhuysen, landkommandeur van de balije Oudenbiezen, met de procurator van de abt van Echternach aangegaan, de abdij van Echternach van het rectoraat van de kerk van Gemert de novale tienden zou houden, maar 1/4 deel van alle novale tienden van Gemert jaarlijks op 2 februari aan de landkommandeur van Oudenbiezen of de commandeur van Gemert zou worden betaald; dat bovendien de abt van Echternach jaarlijks 3 mud rogge uit zowel 1/4 deel van de novale tienden als uit 1/4 deel van de grote tienden van Gemert moet betalen op het huis van Gemert; dat verder de arbiters een regeling hebben getroffen voor de tienden van het nieuw in cultuur gebracht land in de heerlijkheid Gemert.
27 oktober 1461
Uitgifte in erfpacht door de Duitse Orde aan Jan Mickarts voor 4 mud rogge van de hoeve Klein Hilakker in Bakel, voorheen in gebruik bij Arnt Mickarts, een zijde de Heilige Geest van Helmond, andere zijde Zedewich van Rijppelberg, een eind waterlaat De Beek en ander eind Jan van der Sculen.
28 december 1465 (Allerkinderdag)
Aert Willem Andriessoen van Brey heeft verkocht aan Dirk de Snijder een erfmalder rogge uit de Perecker (3 lopense groot) op Milschot.
16 juni 1467
Aart van Plees verkoopt aan Marcelis tsHasen een erfpacht van 5 mud rogge te betalen door Gerit Denckens
16 november 1468
Joost natuurlijke zoon van Wijnrick Gerits (van de Vondervoort) verkoopt aan Peter van Merxsel huis en hof in de herenstraat met aan een zijde Heyn Enskens, andere zijde Jan van Helvoirt en verder neven de steeg.
12 juli 1469
Jan Rutgers van Erp verkoopt een erfpacht van 2 ½ mud rogge aan Jan natuurlijke zoon van wijlen heer Gerit van Eyck gaande uit de hoeve Esp in Bakel, zoals die vroeger eigendom was van de schoonvader van Frederik Mychelink.
Maart 1470
Art Herman Wautgers verkoopt aan Willem van de Ploesterdonk een erfpacht van een mander rogge uit goederen aan de Gebonde Eik en goederen in De Mortel op Aarle. Art kreeg de goederen van wijlen zijn ouders.
18 maart 1475
Hendrik Donkers, rentmeester van de commandeur van Gemert, heeft beslag laten leggen op een perceel van 3 sillen in de herenbeemd, vanwege een achterstallige erfpacht van 2 mud rogge. Het perceel werd na vonnis van de schepenen, daartoe gemaand door de schout, door de rentmeester verkocht aan Jan Willem van Mercsel. Met een omstandig verslag van de rechtsgang.
23 maart 1475
Uitspraak in geschil tussen Jan Rutgers van Erp, man van joffrouw Ermgard dochter van wijlen Frederik Mychelink, en Lucas Celen Ansems, man van joffrouw Marij weduwe van Frederik Mychelink, aangaande de hoeve Esp in Bakel. Bemiddelaars waren voor Jan van Erp: Dirk van Bruheze en meester Hubrecht Celen; voor Lucas Celen: Jan van Autheusden en Hendrik Bredebaart. Jan van Erp draagt over aan Lucas Celen de hoeve op Esp, die eigendom was van Frederik Mychelink, inclusief de beesten en roerende goederen die erbij horen met tevens 2 beemden, een in Erp en een in Beek bij Aarle. Lucas betaalt een erfpacht van 2 ½ mud rogge uit de hoeve, zoals Frederik Mychelink bij testament vermaakt had aan de kerk van Stiphout voor een jaarlijkse mis. Verder nog een erfpacht van 4 mud rogge, deels aan Mathijs de Berker, deels aan Jacob de Lu, deels aan Claas van Milheeze. Verder 10 rijnsgulden aan Meeussen Spierinc Claessoen en tenslotte de grondcijns. Over de 75 mud rogge waarover onenigheid bestond, zal verder niet meer gepraat worden. En Lucas, als man van Jouffrouw Marij, zal de lijfrente van 25 mud rogge die Jan van Erp voorheen beloofd heeft aan Jouffrouw Marij, weer aan Jan van Erp teruggeven.
23 maart 1475
Overdracht door Jan Rutgers van Erp, man van Ermgard dochter van wijlen Frederik Mychelink, aan Lucas Celen Ansems, man van Maria weduwe van wijlen Frederik Mychelink, zoals afgesproken (oorkonde van dezelfde datum) van een huis met toebehoren in Bakel gelegen op Esp en twee weilanden, een in Erp en de ander in Beek bij Aarle, inclusief alle hafelijke goederen die daarbij horen. Lucas betaalt de jaarlijkse lasten: 2 ½ mud rogge erfpacht voor een mis in de kerk van Stiphout conform het testament van Frederik Mychelink, een erfpacht van 4 mud rogge aan diverse personen, een erfcijns van 10 goudgulden aan Bartholomeus Spierinc zoon van wijlen Claas, en de grondcijns.